-
a.
het (doen) vertalen van centrale kaders en richtlijnen in specifieke voorschriften en procedures:
-
b.
het regisseren van de uitvoering van de integrale departementale P&C-cyclus ten aanzien van:
-
I.
het financieel-economische beeld van het ministerie;
-
II.
het budgettaire beeld van het ministerie;
-
III.
het proces van voorbereiding, totstandkoming en verantwoording van de begroting en de meerjarenraming;
-
c.
het beoordelen van beleidsvoorstellen op samenhang tussen inhoudelijke doelstellingen en middeleninzet, inclusief de advisering aan de bewindslieden, secretaris-generaal en de bestuursraad;
-
d.
het (doen) verrichten van internal audits (bedrijfsvoeringsonderzoeken) en doelmatigheidsonderzoeken;
-
e.
het BZK-breed toetsen van de producten in het kader van de begroting, beleid en beheer en het adviseren van de politieke en ambtelijke top hierover;
-
f.
het (inhoudelijk) bewaken van (de voortgang van) Algemene Rekenkamer-onderzoeken binnen de lijn en het adviseren terzake aan de secretaris-generaal en de bewindslieden;
-
g.
het voeren van overleg namens het departement met het ministerie van Financiën over alle begrotings- en verantwoordingsaangelegenheden;
-
h.
het zorgdragen voor de totstandkoming, indiening en beheersing van de begrotingen van de directoraten-generaal;
-
i.
het zorgdragen voor een adequaat financieel-economisch beheer voor het ministerie;
-
j.
het borgen van de kwaliteit van de bedrijfsvoering en de daaraan verbonden (financieel administratieve) processen binnen het ministerie;
-
k.
het leveren van bijdragen aan strategieontwikkeling en doorvertaling hiervan in het financieel-economische beleid op concernniveau;
-
l.
het coördineren van het opstellen van de begroting, waaronder het in samenwerking met de leden van de ministerstaf opstellen van de beleidsagenda respectievelijk het beleidsverslag in het kader van de verantwoording;
-
m.
het zorgdragen voor advisering over en beoordeling van processen, informatiestromen, inzet van middelen, doelmatigheid en doeltreffendheid;
-
n.
het adviseren van de secretaris-generaal en de bewindslieden ten aanzien van bijzondere vraagstukken op concernniveau.