Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat houdende regels voor mobiele tanks die worden gebruikt voor het vervoer van benzine over de weg, per spoor of over de binnenwateren (Regeling benzinevervoer in mobiele tanks 2006)

Regeling benzinevervoer in mobiele tanks 2006

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Besluit:

Artikel

1

Artikel

2

Deze regeling is niet van toepassing op ladingtanks indien de schipper kan aantonen dat:

  • a.

    de drie voorafgaande ladingen van de desbetreffende ladingtank, niet bestonden uit benzine of de desbetreffende ladingtank bij de voorafgaande belading voor meer dan 95% gevuld was met een andere stof dan benzine, of

  • b.

    de restladingdamp van de voorgaande lading verwerkt is in een ontgassingsdampverwerkingsinstallatie en dat hierbij de dampconcentratie, gemeten op een representatief punt in de leiding die loopt van de ladingtank naar de ontgassingsdampverwerkingsinstallatie, bij standaardomstandigheden gedurende 30 minuten minder dan 3,5 g/m3 heeft bedragen.

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel 4 is niet van toepassing op dampverliezen ten gevolge van metingen met peilstokken bij mobiele tanks die voor 1 januari 2000 in gebruik zijn genomen.

Artikel

6

Een wijziging van de richtlijn gaat voor de toepassing van deze regeling gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven, tenzij bij ministerieel besluit, dat in de Staatscourant wordt bekendgemaakt, een ander tijdstip wordt vastgesteld.

Artikel

8

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2006.

Artikel

9

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling benzinevervoer in mobiele tanks 2006.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, K.M.H.Peijs