Artikel
1
In dit besluit wordt verstaan onder:
-
a.
Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken;
-
b.
Commissie: de Commissie van de Europese Gemeenschappen;
-
c.
Overeenkomst inzake overheidsopdrachten: de op 15 april 1995 te Marrakech tot stand gekomen Overeenkomst inzake overheidsopdrachten (Trb. 1994, 235);
-
d.
aannemer: een ieder die de uitvoering van werken op de markt aanbiedt;
-
e.
leverancier: een ieder die producten op de markt aanbiedt;
-
f.
dienstverlener: een ieder die diensten op de markt aanbiedt;
-
g.
werk: het product van een geheel van bouwkundige of civieltechnische werken dat ertoe bestemd is als zodanig een economische of technische functie te vervullen;
-
h.
opdracht voor werken: een schriftelijke overeenkomst onder bezwarende titel die tussen een of meer aannemers en een of meer aanbestedende diensten is gesloten en betrekking heeft op:
-
1°.
de uitvoering of het ontwerp en de uitvoering:
-
–
van werken in het kader van een van de werkzaamheden, genoemd in bijlage 1, of
-
–
van een werk, of
-
–
-
2°.
het laten uitvoeren met welke middelen dan ook van een werk dat aan de door de aanbestedende dienst vastgestelde eisen voldoet;
-
1°.
-
i.
opdracht voor leveringen: een schriftelijke overeenkomst onder bezwarende titel die tussen een of meer leveranciers en een of meer aanbestedende diensten is gesloten en betrekking heeft op:
-
1°.
de aankoop, leasing, huur of huurkoop, met of zonder koopoptie, van producten, of
-
2°.
de levering van producten en zijdelings betrekking heeft op werkzaamheden voor het aanbrengen en installeren van die levering;
-
1°.
-
j.
opdracht voor diensten: een schriftelijke overeenkomst onder bezwarende titel die tussen een of meer dienstverleners en een of meer aanbestedende diensten is gesloten en betrekking heeft op:
-
1°.
het verrichten van de diensten, genoemd in bijlage 3,
-
2°.
het leveren van producten en het verrichten van de diensten, genoemd in bijlage 3, en waarvan de waarde van de desbetreffende diensten hoger is dan die van de producten, of
-
3°.
het verrichten van de diensten, bedoeld in bijlage 3, en van werkzaamheden, genoemd in bijlage 1, waarbij de werkzaamheden bijkomstig zijn ten opzichte van het verrichten van de diensten;
-
1°.
-
k.
opdracht: een opdracht voor werken, een opdracht voor leveringen of een opdracht voor diensten;
-
l.
concessieovereenkomst voor werken: een overeenkomst met dezelfde kenmerken als een opdracht voor werken, waarbij de tegenprestatie voor de uit te voeren werken in ieder geval bestaat uit het recht het werk te exploiteren, al dan niet gecombineerd met een prijs;
-
m.
concessieovereenkomst voor diensten: een overeenkomst met dezelfde kenmerken als een opdracht voor diensten met uitzondering van het feit dat de tegenprestatie voor de te verrichten diensten bestaat uit het recht de dienst te exploiteren, al dan niet gecombineerd met een prijs;
-
n.
raamovereenkomst: overeenkomst tussen een of meer ondernemers en een of meer aanbestedende diensten met het doel gedurende een bepaalde periode de voorwaarden inzake te gunnen opdrachten vast te leggen, met name wat betreft de prijs en de beoogde hoeveelheid;
-
o.
dynamisch aankoopsysteem: een elektronisch proces voor het doen van gangbare aankopen, met algemeen op de markt beschikbare kenmerken, beperkt in de tijd en gedurende de gehele looptijd open voor een ondernemer die voldoet aan de selectiecriteria en die overeenkomstig de eisen van het beschrijvend document een indicatieve inschrijving heeft ingediend;
-
p.
elektronische veiling: een zich herhalend elektronisch proces voor de presentatie van nieuwe, verlaagde prijzen, of van nieuwe waarden voor bepaalde elementen van de inschrijvingen, dat plaatsvindt na de eerste volledige beoordeling van de inschrijvingen en dat klassering op basis van elektronische verwerking mogelijk maakt;
-
q.
aanbestedende dienst: de staat, een provincie, een gemeente, een waterschap, een publiekrechtelijke instelling, een samenwerkingsverband van de hiervoor genoemde overheden of publiekrechtelijke instellingen, een overheidsbedrijf, of een bedrijf of instelling waaraan door de staat, een provincie, een gemeente, een waterschap of een publiekrechtelijke instelling een bijzonder recht of een uitsluitend recht is verleend, wanneer deze een van de activiteiten, bedoeld in de artikelen 2 tot en met 7, uitoefent;
-
r.
publiekrechtelijke instelling: een instelling die is opgericht met het specifieke doel te voorzien in behoeften van algemeen belang, niet zijnde van industriële of commerciële aard, die rechtspersoonlijkheid bezit en waarvan:
-
1°.
de activiteiten in hoofdzaak door de staat, een provincie, een gemeente, een waterschap of een andere publiekrechtelijke instelling worden gefinancierd,
-
2°.
het beheer onderworpen is aan toezicht door de staat, een provincie, een gemeente, een waterschap of een andere publiekrechtelijke instelling, of
-
3°.
de leden van het bestuur, het leidinggevend of het toezichthoudend orgaan voor meer dan de helft door de staat, een provincie, een gemeente, een waterschap of andere publiekrechtelijke instellingen zijn aangewezen;
-
1°.
-
s.
overheidsbedrijf: een bedrijf waarop de staat, een provincie, een gemeente, een waterschap, een publiekrechtelijke instelling of een samenwerkingsverband van de hiervoor genoemde overheden of publiekrechtelijke instellingen, rechtstreeks of middellijk een overheersende invloed kan uitoefenen uit hoofde van eigendom, financiële deelneming of de op het bedrijf van toepassing zijnde voorschriften;
-
t.
overheersende invloed: een invloed die wordt vermoed aanwezig te zijn, wanneer de staat, een provincie, een gemeente, een waterschap, een publiekrechtelijke instelling of een samenwerkingsverband van de hiervoor genoemde overheden of publiekrechtelijke instellingen, al dan niet rechtstreeks, ten aanzien van een overheidsbedrijf:
-
1°.
de meerderheid van het geplaatste kapitaal van het overheidsbedrijf bezit, of
-
2°.
over de meerderheid van de stemmen beschikt die aan de door het overheidsbedrijf uitgegeven aandelen zijn verbonden, of
-
3°.
meer dan de helft van de leden van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van het overheidsbedrijf kan aanwijzen;
-
1°.
-
u.
uitsluitend recht: een recht dat bij wettelijk voorschrift of bij besluit van een bestuursorgaan aan een onderneming wordt verleend, waarbij voor die onderneming het recht wordt voorbehouden om binnen een bepaald geografisch gebied een dienst te verrichten of een activiteit uit te oefenen;
-
v.
bijzonder recht: een recht dat bij wettelijk voorschrift of bij besluit van een bestuursorgaan aan een beperkt aantal ondernemingen wordt verleend en waarbij binnen een bepaald geografisch gebied:
-
1°.
het aantal van deze ondernemingen die een die een dienst mogen verrichten of een activiteit mogen uitoefenen op een andere wijze dan volgens objectieve, evenredige en niet-discriminerende criteria tot twee of meer wordt beperkt,
-
2°.
verscheidene concurrerende ondernemingen die een dienst mogen verrichten of een activiteit mogen uitoefenen op een andere wijze dan volgens deze criteria worden aangewezen, of
-
3°.
aan een of meer ondernemingen op een andere wijze dan volgens deze criteria voordelen worden toegekend waardoor enige andere onderneming aanzienlijk wordt belemmerd in de mogelijkheid om dezelfde activiteiten binnen hetzelfde geografische gebied onder in wezen gelijkwaardige voorwaarden uit te oefenen;
-
1°.
-
w.
aankoopcentrale: een aanbestedende dienst die voor aanbestedende diensten bestemde leveringen of diensten verwerft, opdrachten gunt of raamovereenkomsten sluit met betrekking tot voor aanbestedende diensten bestemde werken, leveringen of diensten;
-
x.
openbare procedure: een procedure, waarbij ondernemers zich mogen inschrijven;
-
y.
niet-openbare procedure: een procedure, waarbij ondernemers mogen verzoeken om deel te nemen, maar waarbij alleen de door de aanbestedende dienst aangezochte ondernemers zich mogen inschrijven;
-
z.
procedure van gunning door onderhandelingen: een procedure waarbij de aanbestedende dienst met door hem gekozen ondernemers overleg pleegt en door onderhandelingen met een of meer van hen de voorwaarden van de opdracht vaststelt;
-
aa.
prijsvraag: een procedure die tot doel heeft de aanbestedende dienst een plan of ontwerp te verschaffen, dat na een oproep tot mededinging door een jury wordt geselecteerd, al dan niet met toekenning van prijzen;
-
bb.
inschrijver: een ondernemer die een inschrijving heeft ingediend;
-
cc.
gegadigde: een ondernemer die heeft verzocht om een uitnodiging tot deelneming aan een niet-openbare procedure of aan een procedure van gunning door onderhandelingen;
-
dd.
elektronisch middel: een middel waarbij gebruik wordt gemaakt van elektronische apparatuur voor gegevensverwerking, met inbegrip van digitale compressie en gegevensopslag, en van verspreiding, overbrenging en ontvangst door middel van draden, straalverbindingen, optische middelen of andere elektromagnetische middelen;
-
ee.
CPC: de nomenclatuur van de centrale productclassificatie (gemeenschappelijke indeling van de produkten) van de Verenigde Naties;
-
ff.
CPV: de Gemeenschappelijke Woordenlijst Overheidsopdrachten, vastgesteld bij verordening (EG) nr. 2195/2002 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 5 november 2002 betreffende de gemeenschappelijke woordenlijst overheidsopdrachten (CPV) (PbEG L 340);
-
gg.
NACE: de statistische nomenclatuur van economische activiteiten in de Europese Gemeenschappen, vastgesteld bij verordening (EEG) nr. 3037/90 van de Raad van de Europese gemeenschappen van 9 oktober 1990 betreffende de statistische nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap (PbEG L 293);
-
hh.
postzending: een geadresseerde zending in de definitieve vorm waarin zij wordt verstuurd, ongeacht het gewicht;
-
ii.
ii. postdienst: een postdienst welke bestaat uit het ophalen, sorteren, vervoeren en bestellen van postzendingen;
-
jj.
financiële dienst: een dienst als bedoeld in bijlage 3, categorie 6, met inbegrip van postwissels en girale overschrijvingen;
-
kk.
logistieke dienst: een dienst waarbij fysieke levering of opslag gecombineerd wordt met een niet-postale dienst;
-
ll.
erkende organisatie: een testlaboratorium, een ijklaboratorium of inspectie- en certificatieorganisatie die voldoen aan de toepasselijke Europese normen;
-
mm.
verbonden onderneming:
-
1°.
een onderneming waarvan de jaarrekening is geconsolideerd met die van de aanbestedende dienst overeenkomstig de voorschriften van richtlijn nr. 83/349/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 13 juni 1983 op de grondslag van artikel 54, lid 3, sub g) van het Verdrag betreffende de geconsolideerde jaarrekening (PbEG L 193), of
-
2°.
in het geval van aanbestedende diensten die niet onder de richtlijn, genoemd onder 1º, vallen, een onderneming:
-
–
waarop de aanbestedende dienst rechtstreeks of middellijk overheersende invloed kan uitoefenen,
-
–
die een overheersende invloed op een aanbestedende dienst kunnen uitoefenen, of
-
–
die, tezamen met de aanbestedende dienst, onderworpen is aan de overheersende invloed van een andere onderneming uit hoofde van eigendom, financiële deelneming of op haar van toepassing zijnde voorschriften;
-
–
-
1°.
-
nn.
technische specificatie: in geval van
-
1°.
opdrachten voor werken: een technische voorschrift dat een omschrijving geeft van de vereiste kenmerken van een werk, een materiaal, een product of een levering en aan de hand waarvan op objectieve wijze een werk, een materiaal, een product of een levering zodanig kan worden omschreven dat dit beantwoordt aan het gebruik waarvoor het door de aanbestedende dienst is bestemd;
-
2°.
opdrachten voor leveringen of opdrachten voor diensten: een specificatie die voorkomt in een document ter omschrijving van de vereiste kenmerken van een product of dienst;
-
1°.
-
oo.
norm: een technische specificatie die door een erkende normalisatie-instelling voor herhaalde of voortdurende toepassing is goedgekeurd, waarvan de inachtneming niet verplicht is en die tot een van de normen, bedoeld in onderdelen pp tot en met ss, behoort;
-
pp.
internationale norm: een norm die door een internationale normalisatie-instelling wordt aangenomen en ter beschikking van het publiek wordt gesteld;
-
qq.
Europese norm: een norm die door een Europese normalisatie-instelling wordt aangenomen en ter beschikking van het publiek wordt gesteld;
-
rr.
nationale norm: een norm die door een nationale normalisatie-instelling wordt aangenomen en ter beschikking van het publiek wordt gesteld;
-
ss.
Europese technische goedkeuring: een op de bevinding dat aan de essentiële eisen wordt voldaan gebaseerde, gunstig uitgevallen technische beoordeling waarbij een product, gezien zijn intrinsieke eigenschappen en de voor de toepassing en het gebruik ervan vastgestelde voorwaarden, geschikt wordt verklaard voor het gebruik voor bouwdoeleinden door een erkende organisatie;
-
tt.
gemeenschappelijke technische specificatie: een technische specificatie die is opgesteld volgens een door de lidstaten van de Europese Unie erkende procedure die in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen is bekendgemaakt;
-
uu.
technisch referentiekader: een ander product dan de officiële normen, dat door de Europese normalisatie-instellingen is opgesteld volgens procedures die aan de ontwikkeling van de marktbehoeften zijn aangepast;
-
vv.
elektronische handtekening: een handtekening als bedoeld in artikel 15a, vierde lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek;
-
ww.
geavanceerde elektronische handtekening: een handtekening die voldoet aan de eisen van artikel 15a, tweede lid, onderdelen a tot en met f, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek;
-
xx.
richtlijn nr. 92/13/EEG: richtlijn nr. 92/13/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 februari 1992 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toepassing van de communautaire voorschriften inzake de procedures voor het plaatsen van opdrachten door diensten die werkzaam zijn in de sectorenwater- en energievoorziening, vervoer en telecommunicatie (PbEG L 76);
-
yy.
richtlijn nr. 93/38/EEG: richtlijn nr. 93/38/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 14 juni 1993, houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en telecommunicatie (PbEG L 199), naar de tekst zoals deze gold op de dag voor intrekking van deze richtlijn;
-
zz.
richtlijn nr. 2001/78/EG: richtlijn nr. 2001/78/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 13 september 2001 tot wijziging van bijlage IV van Richtlijn 93/36/EEG van de Raad, van de bijlagen IV, V en VI van Richtlijn 93/37/EEG van de Raad, van de bijlagen III en IV van Richtlijn 92/50/EEG van de Raad, zoals gewijzigd bij Richtlijn 97/52/EG, alsmede van de bijlagen XII tot en met XV, XVII en XVIII van Richtlijn 93/38/EEG van de Raad, zoals gewijzigd bij Richtlijn 98/4/EG (richtlijn over het gebruik van standaardformulieren bij bekendmaking van aankondigingen van overheidsopdrachten) (PbEG L 285);
-
aaa.
richtlijn nr. 2004/17/EG: richtlijn nr. 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsten van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten (PbEG L 134);
-
bbb.
kopersprofiel: een beschrijving van de aanbestedende dienst en zijn inkoopbeleid;
-
ccc.
beschrijvend document: een document waarin de opdracht, de aanbestedende dienst, de te volgen aanbestedingsprocedure, en de selectie- en gunningscriteria worden beschreven en toegelicht;
-
ddd.
gunningsbeslissing: de keuze van de aanbestedende dienst voor de ondernemer met wie hij een raamovereenkomst wil sluiten of aan wie hij een opdracht wil gunnen;
-
eee.
ondernemer: aannemer, leverancier of dienstverlener;
-
fff.
schriftelijk: elk uit woorden of cijfers bestaand geheel dat kan worden gelezen, gereproduceerd, en vervolgens medegedeeld, dat met elektronische middelen overgebrachte of opgeslagen informatie kan bevatten;
-
ggg.
aanbestedingsstukken: alle documenten in een aanbestedingsprocedure.