Besluit van 3 oktober 2005, houdende vaststelling van het Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen

Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 22 juni 2005, VGP/VL 2593195, gedaan in overeenstemming met Onze Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, en van Economische Zaken;
Gelet op:
– richtlijn nr. 96/3/Euratom, EGKS, EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 26 januari 1996 (PbEG L 21) inzake een afwijking van enkele bepalingen van richtlijn 93/43/EEG van de Raad inzake levensmiddelenhygiëne voor het bulkvervoer van vloeibare oliën en vetten over zee;
– richtlijn nr. 98/28/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 29 april 1998 (PbEG L 140) inzake een afwijking van enkele bepalingen van richtlijn 93/43/EEG van de Raad inzake levensmiddelenhygiëne voor het bulkvervoer over zee van ruwe suiker;
– richtlijn nr. 2004/41/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 21 april 2004 (PbEU L 157 en L 195) houdende intrekking van bepaalde richtlijnen inzake levensmiddelenhygiëne en tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften voor de productie en het in de handel brengen van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong, en tot wijziging van de richtlijnen 89/662/EEG en 92/118/EEG van de Raad en van beschikking 95/408/EG van de Raad;
– verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PbEU L 139 en L 226);
– verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PbEU L 139 en L 226);
– verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke voorschriften voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (PbEU L 139 en L 226);
– verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (PbEU L 165 en L 191); en
De Raad van State gehoord (advies van 2 september 2005, no. W13.05.0264/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 27 september 2005, VGP/VL 2619723, uitgebracht in overeenstemming met Onze Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, en van Economische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

Artikel

2

Artikel

3

§

2

Hygiënecodes

Artikel

4

Artikel

5

§

3

Bulkvervoer over zee van vloeibare oliën of vetten, en suiker

Artikel

6

In afwijking van artikel 4, tweede lid, van verordening (EG) 852/2004:

  • a.

    mag het bulkvervoer in zeeschepen van vloeibare oliën of vetten die zullen worden gebruikt voor menselijke consumptie, geschieden met inachtneming van Verordening (EU) nr. 579/2014 van de Commissie van 28 mei 2014 inzake een afwijking van enkele bepalingen van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het vervoer van vloeibare oliën en vetten over zee (PbEU 2014, L 160);

  • b.

    mag het bulkvervoer over zee van ruwe suiker die zonder een volledig en effectief raffinageproces te hebben ondergaan niet bestemd is voor gebruik als eetwaar of ingrediënt van een levensmiddel, geschieden met inachtneming van richtlijn 98/28/EG.

§

4

Rechtstreekse levering van kleine hoeveelheden primaire producten door de producent

Artikel

7

§

5

Rauwe melk

Artikel

8

Artikel

9

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit is bevoegd de toestemming te verlenen, bedoeld in artikel 10, achtste lid, onder b, van verordening (EG) 853/2004.

Artikel

10

Onze Minister stelt nadere regels inzake de artikelen 1 tot en met 9, voor zover die noodzakelijk zijn voor de goede uitvoering van de bij of krachtens verordeningen (EG) 852/2004 of 853/2004 gestelde voorschriften.

Artikel

10a

Vervallen

Artikel

11

Vervallen

§

6

Slotbepalingen

Artikel

12

Wijzigt het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen.

Artikel

13

Wijzigt het Warenwetbesluit Verpakte waters.

Artikel

14

Wijzigt het Warenwetbesluit Eiprodukten.

Artikel

15

Wijzigt het Warenwetbesluit Visserijproducten, slakken en kikkerbillen.

Artikel

16

Wijzigt het Warenwetbesluit Vlees, gehakt en vleesproducten.

Artikel

17

Wijzigt het Warenwetbesluit Zuivel.

Artikel

18

Wijzigt het Warenwetbesluit Uitvoer van waren.

Artikel

19

Artikel

20

Dit besluit wordt aangehaald als: Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport , J. F. Hoogervorst
De Minister van Justitie , J. P. H. Donner