Artikel
1
1
In deze verordening wordt verstaan onder:
Instellingsbesluit Productschap Vis |
: |
|
Productschap |
: |
het Productschap Vis, als bedoeld in artikel 3 van het Instellingsbesluit Productschap Vis; |
Bestuur |
: |
het bestuur van het productschap; |
Voorzitter |
: |
de voorzitter van het productschap; |
Secretaris |
: |
de secretaris van het productschap; |
Ondernemer |
: |
degene, die een onderneming drijft, waarvoor het productschap is ingesteld; |
Vis |
: |
vissen, schaal- en schelpdieren, delen van vissen alsmede van schaal- en schelpdieren en puf en nest, een en ander met uitzondering van sier- en aquariumdieren; |
Visproducten |
: |
vis en uit vis verkregen producten, welke al dan niet na verdere be- of verwerking, tot menselijk of dierlijk voedsel kunnen dienen, welke ingedeeld kunnen worden in één van de goederencodes van het Douanewetboek van de EU beginnend met de cijfers 0301, 0302, 0303, 0304, 0305, 0306, 0307 (met uitzondering van post 030760), 051191, 1604, 1605 of 19022010; |
Visserij |
: |
het bedrijf van het vangen of kweken van vissen, schaal- en schelpdieren en puf en nest, een en ander met uitzondering van sier- en aquariumdieren; |
Basislijn |
: |
de laagwaterlijn (dieptelijn van nul meter) langs de kust en/of de lijn die door de kuststaat is getrokken tussen een aantal vaste punten, zoals aangegeven op kaarten die door de bevoegde kuststaat officieel zijn erkend; |
Zeevis |
: |
vis verkregen door uitoefening van de visserij zeewaarts vanaf een basislijn en/of door uitoefening van de kustvisserij in de zin van artikel 1, vierde lid onder c, van de Visserijwet 1963, met uitzondering van garnalen, mosselen, oesters, kokkels, spisula, zwaardscheden en mesheften, en nonnetjes; |
Kweekvis |
: |
forel, meerval, tilapia, paling en tarbot die in Nederland wordt gekweekt en gehouden in recirculatiesystemen en vijvers ten behoeve van productiedoeleinden gericht op menselijke consumptie; |
Pootvis |
: |
levende jonge vis, schaal- of schelpdieren die bestemd zijn voor de kweek van kweekvis; |
Trawler |
: |
vaartuig waarvan de lengte over alles 60 meter of meer bedraagt of een vaartuig met een brutotonnage van meer dan 1.200 BT waarmee de pelagische visserij wordt uitgeoefend; |
Kotter |
: |
vaartuig waarvan de lengte over alles minder dan 60 meter bedraagt; |
Forel |
: |
vissen van de soort Oncorphynchus mykiss; |
Meerval |
: |
vissen van de soort Clarius garipinus; |
Tilapia |
: |
vissen van de soort Oreochromis Spp.; |
Paling |
: |
vissen van de soort Anquilla anquilla; |
Tarbot |
: |
vissen van de soort Psetta maximus; |
Garnalen |
: |
garnalen van de soort Crangon-crangon; |
Platte oesters |
: |
schelpdieren van de soorten Ostrea Spp.; |
Creuses |
: |
schelpdieren van de soorten Crassostrea Spp.; |
Oesters |
: |
platte oesters en creuses; |
Kokkels |
: |
schelpdieren van de soort Cerastoderma edule; |
Spisula |
: |
schelpdieren van de soorten Spisula Spp.; |
Zwaardscheden en Mesheften |
: |
schelpdieren van de soorten Ensis Spp.; |
Nonnetjes |
: |
schelpdieren van de soort Macoma balthica; |
Mosselen |
: |
schelpdieren van de soorten Mytilus Spp. of de soorten Perna Spp.; |
Tarra |
: |
alles wat niet tot de mossel behoort zoals losse schelpen, zeesterren, slikmosselen, slippers, pokken, kluiten modder, stenen, dode of kapotte mosselen als ook zaadmosselen met een lengte van minder dan 45 mm; |
Ton |
: |
een inhoudsmaat van 1/7 m3 ; |
Aanvoeren |
: |
het als eerste eigenaar voor de eerste keer of het met behulp van de spanvisserij aan land brengen van vis; |
Aanvoerder |
: |
de ondernemer, die met een in Nederland geregistreerd vissersvaartuig of op andere wijze vis aanvoert; |
Kleinhandelaar |
: |
: een ondernemer die als onderdeel van zijn bedrijf heeft of zijn bedrijf maakt van het verkopen van vis en/of visproducten aan particulieren, instellingen en/of bedrijven als eindverbruikers; |
Afslag |
: |
een veiling van vis en/of visproducten; |
Verwaterplaats |
: |
een al dan niet kunstmatige, al dan niet in de zee of in een zeearm in de Nederlandse kustwateren gelegen plaats of inrichting, welke door ondernemers wordt gebruikt voor het verwateren of opslaan van schelpdieren; |
Productiegebied |
: |
een gebied in zee, in een lagune of in een estuarium waarin zich hetzij natuurlijke gronden voor tweekleppige weekdieren, hetzij gebieden die worden gebruikt voor de kweek van tweekleppige weekdieren bevinden en waar levende tweekleppige weekdieren worden verzameld; |
Oesterseizoen |
: |
de periode welke loopt vanaf 1 januari t/m 31 december; |
Inkoopbedrag |
: |
de totale factuurwaarde van alle gekochte vis- en/of visproducten, met uitzondering van pootvis, kokkels, spisula, zwaardscheden en mesheften, nonnetjes en oesters; |
Kopen |
: |
zich in eigendom verwerven door de daarvoor gevraagde of geboden prijs te betalen ofwel de overeenkomst waarbij de ene partij zich verbindt vis en/of visproducten te leveren en de andere om daarvoor een prijs in geld te betalen. |
2
Voor de toepassing van het bepaalde bij of krachtens deze verordening vindt het aanvoeren - voor zover dit geschiedt met een vaartuig - plaats op het tijdstip waarop het vaartuig direct of indirect verbinding met de wal heeft verkregen.
3
Indien een vaartuig mosselen op een verwaterplaats stort vóórdat het vaartuig direct of indirect verbinding met de wal heeft verkregen, vindt het aanvoeren van mosselen, in afwijking van het bepaalde in het tweede lid, plaats op het tijdstip waarop de mosselen worden gestort op een verwaterplaats.