Artikel
1
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
-
a.
Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken;
-
b.
ondernemer: natuurlijke persoon of rechtspersoon, niet zijnde een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, die een onderneming in stand houdt;
-
c.
groep: een economische eenheid, waarin organisatorisch zijn verbonden:
-
1°.
een natuurlijke persoon of privaatrechtelijke rechtspersoon, die direct of indirect:
-
–
meer dan de helft van het geplaatste kapitaal verschaft aan,
-
–
volledig aansprakelijk vennoot is van, of
-
–
overwegende zeggenschap heeft over,
een of meer rechtspersonen of vennootschappen, en
-
–
-
2°.
laatstbedoelde rechtspersonen of vennootschappen;
-
1°.
-
d.
scheepswerf: een ondernemer die schepen ontwerpt, ontwikkelt, bouwt en uitrust, hetzij zelfstandig, hetzij deel uitmakend van een groep;
-
e.
kredietinstelling:
-
1°.
een kredietinstelling die is ingeschreven in afdeling I, onderafdeling 1, 2, 3, 5 of 6, of afdeling III, onderafdeling 1, van het register, bedoeld in artikel 52, eerste lid, van de Wet toezicht kredietwezen 1992;
-
2°.
een kredietinstelling die werkzaamheden verricht als bedoeld in afdeling I, onderafdeling 1, 2, 3, 5 of 6, of afdeling III, onderafdeling 1 van het register, bedoeld in artikel 52, eerste lid, van de Wet toezicht kredietwezen 1992, en die beschikt over een vergunning als bedoeld in artikel 4 van richtlijn nr. 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 20 maart 2000 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen (PbEG L 275);
-
1°.
-
f.
schip: een zichzelf voortstuwend schip, met een minimaal vermogen van 365 kW of een minimaal tonnage van 500 bruto ton, niet zijnde een schip dat overeenkomstig zijn fundamentele en technisch vermogen is bedoeld om voor militaire doeleinden te worden gebruikt;
-
g.
contractprijs: de tussen opdrachtgever en scheepswerf overeengekomen prijs voor de bouw van een schip, met inbegrip van stelposten voor zover daarvoor in het contract vaste of geschatte bedragen zijn opgenomen en met uitzondering van de eventueel verschuldigde omzetbelasting;
-
h.
kredietovereenkomst: schriftelijke overeenkomst tussen een scheepswerf en een kredietinstelling waarbij de kredietinstelling krediet verstrekt aan de scheepswerf voor de bouw in Nederland van een nieuw schip;
-
i.
kredietbedrag: het bedrag dat op grond van de kredietovereenkomst als krediet wordt verstrekt voor de bouw in Nederland van een nieuw schip;
-
j.
opdrachtgever: natuurlijke persoon of rechtspersoon die opdracht heeft gegeven tot de bouw van een schip.