Wet van 24 november 2005 tot wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen en enkele andere wetten met het oog op de instelling van plusregio’s (Wijzigingswet Wgr-plus)

Wijzigingswet Wgr-plus

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet gemeenschappelijke regelingen en enkele andere wetten te wijzigen teneinde provincies en gemeenten de mogelijkheid te bieden, de afstemming van de ruimtelijke problematiek in een – door de provincie bepaald – gebied met stedelijke kenmerken te realiseren door de instelling van een openbaar lichaam waaraan bij wet taken worden toegekend;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

I

Wijzigt de Wet gemeenschappelijke regelingen.

Artikel

II

Wijzigt de Provinciewet.

Artikel

III

Wijzigt de Wet op het BTW-compensatiefonds.

Artikel

IV

Wijzigt de Huisvestingswet.

Artikel

V

Wijzigt de Wet bodembescherming.

Artikel

VI

Wijzigt de Wet milieubeheer.

Artikel

VII

Wijzigt de Wet op de Ruimtelijke Ordening.

Artikel

VIII

Wijzigt de Woningwet.

Artikel

IX

Wijzigt de Planwet verkeer en vervoer.

Artikel

X

Wijzigt de Tracéwet.

Artikel

XI

Wijzigt de Wet bereikbaarheid en mobiliteit.

Artikel

XII

Wijzigt de Wet infrastructuurfonds.

Artikel

XIII

Wijzigt de Wet personenvervoer 2000.

Artikel

XIV

Wijzigt de Wet houdende regels met betrekking tot enkele specifieke uitkeringen aan provincies en gemeenten op het terrein van Verkeer en Waterstaat.

Artikel

XV

Wijzigt de Wet BDU verkeer en vervoer.

Artikel

XVI

Wijzigt de Wet op de jeugdzorg.

Artikel

XVII

Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Artikel

XVIII

Indien voor het tijdstip waarop deze wet in werking treedt, een aanvraag om een vergunning krachtens artikel 8.1 van de Wet milieubeheer is ingediend bij het dagelijks bestuur van een regionaal openbaar lichaam als bedoeld in de Kaderwet bestuur in verandering en op die aanvraag nog niet is beslist, wordt op de aanvraag beslist door burgemeester en wethouders van de gemeente waarin de inrichting geheel of in hoofdzaak zal zijn of is gelegen. De behandeling van de aanvraag wordt door burgemeester en wethouders voortgezet in de staat waarin zij zich bevindt.

Artikel

XIX

Artikel

XXI

Deze wet wordt aangehaald als: Wijzigingswet Wgr-plus.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te ’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties , J. W. Remkes
De Minister van Justitie , J. P. H. Donner