Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 13 december 2005, nr. MC/I&K-2641783, houdende voorschriften met betrekking tot de verslaggeving door zorginstellingen
Regeling verslaggeving WTZi
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Op de jaarverslaggeving van een zorginstelling is Titel 9 Boek 2 BW van overeenkomstige toepassing met uitzondering van de afdelingen 1, 7, 11 en 12, een en ander voor zover in deze regeling niet anders is bepaald.
In afwijking van het bepaalde in deze regeling dient een Regionale Ambulancevoorziening met publiekrechtelijke rechtspersoonlijkheid de jaarstukken in die zij ingevolge het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten moet opstellen, alsmede de specifieke informatie, bedoeld in artikel 8a. Deze jaarstukken en specifieke informatie worden aangeleverd vóór 1 juni van het jaar volgend op het verslagjaar, waarbij de artikelen 9, tweede lid, en 10 van overeenkomstige toepassing zijn. Deze aanlevering geschiedt in elektronische vorm via het elektronische platform DigiMV.
3
In afwijking van het tweede lid worden de jaarstukken over de verslagjaren 2019 of 2020 aangeleverd vóór 1 oktober 2020, respectievelijk 1 oktober 2021 en hoeven de gegevens, bedoeld in artikel 4.1, eerste en tweede lid, van de Wet normering topinkomens over dat verslagjaar niet te worden aangeleverd op de in het tweede lid bedoelde wijze. Laatstbedoelde gegevens worden vóór 1 oktober 2020, respectievelijk 1 oktober 2021 via internet openbaar gemaakt.
wordt de jaarverslaggeving ingericht overeenkomstig de richtlijnen, in het bijzonder hoofdstuk 655;
b.
wordt de jaarverslaggeving opgesteld en gepubliceerd in de Nederlandse taal en in de in Nederland wettige valuta;
c.
is het verslagjaar altijd gelijk aan een kalenderjaar;
d.
vervallen;
e.
wordt de balans en resultatenrekening opgesteld overeenkomstig de modellen in bijlage 1 bij hoofdstuk 655 van de richtlijnen, met dien verstande dat een zorginstelling die op twee opeenvolgende balansdata, zonder onderbreking nadien op twee opeenvolgende balansdata, heeft voldaan aan twee of drie van de eisen, genoemd in artikel 395a, eerste lid, onderdelen a tot en met c, van Boek 2 BW, kan volstaan met een balans en resultatenrekening waarin ten minste de posten zijn opgenomen die zijn genoemd in bijlage 1 bij deze regeling;
Het bestuur van een academisch ziekenhuis voegt aan de jaarverslaggeving financiële gegevens toe aangaande de besteding van de bijdrage van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ten behoeve van onderwijs en onderzoek en kwantitatieve gegevens voor het verdeelmodel van die bijdrage.
Artikel
5
Vervallen
Artikel
6
De balans vermeldt het financieringstekort of -overschot. Dit is het aan het einde van het verslagjaar bestaande verschil tussen het wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en de ontvangen voorschotten en de in rekening gebrachte vergoedingen voor diensten en verrichtingen ter dekking van het wettelijk budget.
Artikel
7
1
Het bestuur van een zorginstelling die aan het hoofd staat van een groep, dan wel de besturen van de groepsmaatschappijen die gezamenlijk aan het hoofd staan van een groep, stelt onderscheidenlijk stellen gezamenlijk een geconsolideerde jaarrekening op, waarin de eigen financiële gegevens zijn opgenomen met die van de dochtermaatschappijen in de groep, de andere groepsmaatschappijen en andere rechtspersonen waarover de zorginstelling een overheersende zeggenschap kan uitoefenen of waarover zij de centrale leiding heeft.
2
Indien een groepshoofd als bedoeld in het eerste lid ontbreekt, wijst de centrale leiding een bestuur aan dat de geconsolideerde jaarrekening opstelt.
3
Een zorginstelling die deel uitmaakt van een groep maar niet, alleen of in gezamenlijkheid met een andere groepsmaatschappij, aan het hoofd staat van die groep, stelt een geconsolideerde jaarrekening op waarin de eigen financiële gegevens zijn opgenomen met die van dochtermaatschappijen in de groep, de andere groepsmaatschappijen en andere rechtspersonen waarover een groepslid een overheersende zeggenschap kan uitoefenen of waarover zij de centrale leiding heeft.
4
De in het eerste en derde lid genoemde verplichtingen gelden niet, indien:
a.
de eigen financiële gegevens van de zorginstelling zijn opgenomen in een geconsolideerde jaarrekening van een andere rechtspersoon van de groep;
b.
de onder a bedoelde geconsolideerde jaarrekening voldoet aan de eisen van deze regeling of aan de eisen van Titel 9 Boek 2 BW;
c.
de onder a bedoelde geconsolideerde jaarrekening overeenkomstig artikel 9 is aangeleverd; en
d.
het bestuur van de zorginstelling in de toelichting bij de enkelvoudige jaarrekening naar de onder a bedoelde geconsolideerde jaarrekening verwijst.
5
In de geconsolideerde jaarrekening van een groep hoeft de jaarrekening van binnen de groep vallende rechtspersonen die vallen onder de Wet op het primair onderwijs of de Wet op de expertisecentra, dan wel die een toelating hebben op grond van de Woningwet, niet te worden opgenomen.
6
In de geconsolideerde jaarrekening van een groep hoeft de jaarrekening van een binnen die groep vallende steunstichting, zijnde een rechtspersoon die geen zorginstelling is, die haar middelen verkrijgt uit niet-zorggebonden gelden en die volgens haar statuten algemeen nut beoogt of specifieke activiteiten van een zorginstelling ondersteunt, niet te worden opgenomen. In de geconsolideerde jaarrekening wordt wel opgenomen de jaarrekening van een binnen de groep vallende steunstichting die een zeggenschapsrelatie heeft met of een kapitaaldeelname heeft in een andere rechtspersoon.
Artikel
8
Vervallen
Artikel
8a
De Jaarverantwoording Zorg bevat de specifieke informatie, bedoeld in bijlage 2 bij deze regeling.
Artikel
9
1
Het bestuur van een zorginstelling levert de Jaarverantwoording Zorg vóór 1 juni van het jaar, volgend op het verslagjaar, met gebruikmaking van het elektronische platform DigiMV, aan bij het Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg. In afwijking van de eerste zin wordt de Jaarverantwoording Zorg over de verslagjaren 2019 of 2020 aangeleverd vóór 1 oktober 2020, respectievelijk 1 oktober 2021, en hoeven over dat verslagjaar de gegevens, bedoeld in artikel 4.1, eerste en tweede lid, van de Wet normering topinkomens, niet te worden aangeleverd met gebruikmaking van het elektronische platform DigiMV. Laatstbedoelde gegevens worden vóór 1 oktober 2020, respectievelijk 1 oktober 2021 via internet openbaar gemaakt.
2
De Minister kan het bestuur van een zorginstelling in het geval van overmacht uitstel van indiening verlenen op een gemotiveerd verzoek, dat vóór 1 april van het jaar, volgend op het verslagjaar, in elektronische vorm via het e-mailadres meldpunt@igj.nl moet zijn ingediend. In afwijking van de eerste zin kan een verzoek om uitstel van indiening van de Jaarverantwoording Zorg over de verslagjaren 2019 of 2020 worden ingediend vóór 15 juli 2020, respectievelijk 15 juli 2021.
Artikel
10
De kosten van het opstellen en indienen van de jaarverslaggeving komen ten laste van de desbetreffende zorginstelling.
De artikelen 2a en 9, en bijlagen 1 en 2, zoals die luidden onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, met uitzondering van onderdeel A, onder 2 en 3, van de Wijziging Regeling verslaggeving WTZi verslagjaar 2020, blijven van toepassing ten aanzien van de verslaggeving over het verslagjaar 2019.
Artikel
13
1
Deze regeling treedt, met uitzondering van artikel 12, in werking op het tijdstip waarop de Wet toelating zorginstellingen in werking treedt, met dien verstande dat zij voor het eerst wordt toegepast over het verslagjaar 2006.
2
Artikel 12 treedt in werking met ingang van 1 januari 2007.
Artikel
14
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling verslaggeving WTZi.
Deze regeling zal met de bijlage en de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.Hoogervorst
Bijlage
1
Modellen voor de balans, resultatenrekening en toelichting van micro-entiteiten
Opbrengsten zorgprestaties en maatschappelijke ondersteuning
Opbrengsten Zvw-zorg
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Wlz-zorg
Opbrengsten Jeugdwet
Opbrengsten Wmo
Opbrengsten forensische zorg
Opbrengsten overige zorgprestaties
Opbrengsten uit onderaanneming
Totaal opbrengsten zorgprestaties en maatschappelijke ondersteuning
Subsidies (excl. Jeugdwet en Wmo)
Overige bedrijfsopbrengsten
Totaal bedrijfsopbrengsten
Bedrijfslasten
Personeelskosten
Lonen en salarissen
Sociale lasten
Pensioenpremies
Andere personeelskosten
Personeel niet in loondienst
Totaal personeelskosten
Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen vaste activa
Kosten uitbesteding aan onderaanneming
Overige bedrijfskosten
Totaal bedrijfslasten
Bedrijfsresultaat (a)
Automatisch berekend (bedrijfsopbrengsten minus bedrijfslasten)
Financieel resultaat (resultaat financiële baten en lasten, b)
Resultaat verslagjaar (a+b)
Belastingen
Resultaat na belastingen
Bijlage
2
Specifieke informatie over grote en micro zorginstellingen verslagjaar
(bijlage als bedoeld in artikel 8a van de Regeling verslaggeving WTZi)
Bijlage 2 bevat de specifieke informatie die zorginstellingen bij het CIBG via het elektronisch platform DigiMV moeten aanleveren.
In bijlage 2 wordt een onderscheid gemaakt tussen grote en micro-entiteiten. Een micro-entiteit is een zorginstelling die ingevolge artikel 3, onderdeel e, van de Regeling verslaggeving WTZi bij het CIBG via het elektronisch platform DigiMV een vereenvoudigde jaarrekening kan aanleveren, voor zover in de Regeling verslaggeving WTZi niet anders is bepaald.
1.
Bestuursverklaring
2.
Profiel van de organisatie
3.
Bedrijfsstructuur
4.
Financiële gegevens
5.
Governance
6.
Personeel
7.
Patiënten en cliënten
8.
Capaciteit
9.
Productie
1
Bestuursverklaring
De bestuursverklaring wordt uitsluitend verwerkt voor de IGJ en derhalve niet openbaar.
Het bestuur van de zorginstelling verklaart dat de jaarverantwoording juist en volledig is en niet strijdig is met andere beschikbare informatie of wet- en regelgeving.1 Het bestuur heeft niet meer persoonsgegevens openbaar gemaakt dan strikt noodzakelijk is voor deze openbaarmakingsverplichting.
De zorginstelling heeft de administratie ter inzage beschikbaar zodat de jaarverantwoording verifieerbaar is door de bevoegde autoriteiten.
De jaarverantwoording wordt onder andere openbaar gemaakt op de volgende websites: www.jaarverantwoordingzorg.nl en www.kiesbeter.nl.
Het CIBG levert de jaarverantwoording onder andere door aan:
– externe toezichthouders (IGJ, NZa, CIBG en ISZW);
– Centraal Bureau voor de Statistieken (CBS);
– RIVM;
– brancheorganisatie;
– het besloten portaal Raadpleging Integriteit Zorgaanbieders (RIZ);
– Landelijk Register van Zorgaanbieders (LRZa);
– Zorginstituut Nederland (ZINL).
Bestuursfunctie:
Tekstveld
Naam:
Tekstveld
Vinkje
Accorderen/voltooien
1 Te denken valt aan andere managementinformatie, de jaarrekening, de bij de jaarrekening te voegen informatie en uitgevoerde audits.
2
Profiel van de organisatie
Medisch specialistische zorg
– Universitair Medisch centrum
– Algemeen ziekenhuis (inclusief het Centraal Militair Hospitaal)
– Zelfstandig behandelcentrum (curatieve somatische medisch-specialistische zorg, geen GGZ)
– Revalidatiecentrum
– Indien UMC of ziekenhuis: beschikt de instelling ook over een Psychiatrische Universiteitskliniek of Psychiatrische afdeling algemeen ziekenhuis (PAAZ)?
Regionale Ambulancevoorzieningen (RAV)
Geestelijke gezondheidszorg (Zvw of Wlz)
Gehandicaptenzorg (Zvw of Wlz)
Verpleging, verzorging en wijkverpleging(Zvw of Wlz)
1 Zorg of dienst waarop aanspraak bestaat ingevolge de Zorgverzekeringswet en Wet langdurige zorg.
Is er sprake van een micro-entiteit?
Is de toelating afgegeven in het verslagjaar?
Heeft de zorginstelling in het gehele verslagjaar – 365 dagen – geen zorg verleend waarop aanspraak bestaat ingevolge artikel 3.1.1 van de Wet langdurige zorg of ingevolge een zorgverzekering als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Zorgverzekeringswet?1
Is aan de zorginstelling in het verslagjaar een WTZi toelating verleend en gedurende deze periode geen zorg verleend waarop aanspraak bestaat ingevolge artikel 3.1.1 van de Wet langdurige zorg of ingevolge een zorgverzekering als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Zorgverzekeringswet namens de instelling?2
Is de zorginstelling in het verslagjaar ontbonden of geliquideerd?
1 In paragraaf 5 van de Beleidsregels WTZi 2017 is bepaald dat de MZS een toelating kan intrekken, indien de instelling gedurende een jaar geen zorg heeft verleend waarop aanspraak bestaat ingevolge artikel 3.1.1 van de Wet langdurige zorg of ingevolge een zorgverzekering als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Zorgverzekeringswet (Stcrt. 2017, 69641).
2 De WTZi-toelating wordt in dit geval niet ingetrokken, omdat niet gedurende 365 dagen geen zorg is verleend waarop aanspraak bestaat ingevolge artikel 3.1.1 van de Wet langdurige zorg of ingevolge een zorgverzekering als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Zorgverzekeringswet namens de instelling.
Abortuskliniek
Audiologisch Centrum
Brandwondencentrum
Dialysecentrum
Chronische ziekten/chronisch orgaanfalen
Epilepsiecentrum
Huidziekten
Longziekten/astmacentrum/sanatorium
Oncologie
Oogziekten
Huidziekten
Tandheelkunde
Overige, namelijk
Tekstveld
Behandeling zonder verblijf
Behandeling met verblijf
Kleinschalig wonen
Begeleid Zelfstandig Wonen/ambulante begeleiding
Dagactiviteiten
Verslavingszorg
Somatische aandoening of beperking
Psychogeriatrische aandoening of beperking
Psychiatrische aandoening
Lichamelijke handicap
Verstandelijke handicap
Zintuiglijke handicap of communicatieve stoornis
3
Bedrijfsstructuur
Stichting
Vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
Vereniging zonder volledige rechtsbevoegdheid
Coöperatieve vereniging
Eenmanszaak
Vennootschap onder firma (vof)
Maatschap
Besloten vennootschap (bv) met raad van toezicht/raad van commissarissen
Besloten vennootschap (bv) zonder raad van toezicht/raad van commissarissen
1 Inclusief organisaties die in de consolidatie zijn meegenomen, maar geen Zvw of Wlz zorg leveren.
Voornaam
Tekstveld
Achternaam
Tekstveld
Geboortemaand
Maand
Geboortejaar
Jaar
Nationaliteit
Tekstveld
Woonstaat
Tekstveld
Aard en omvang van economisch belang UBO
Tekstveld
De zorginstelling verklaart geen uiteindelijk belanghebbende aan te kunnen wijzen.
Aanvinken
Uitbesteding van zorg (in onderaanneming)
Verlenen van zorg als onderaannemer
4
Financiële gegevens
(Deze paragraaf is niet van toepassing op regionale ambulancevoorzieningen met publiekrechtelijke rechtspersoonlijkheid.)
Enkelvoudige jaarrekening
Geconsolideerde jaarrekening
Balans (micro-entiteit)
Activa
Materiële vaste activa
Liquide middelen
Overige activa
Totale activa
Passiva
Eigen vermogen
voorzieningen
Langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar)
Kortlopende schulden
Totale passiva
Toelichting op de balans
Bedrag in euro’s einde verslagjaar
Bedrag in euro’s einde vorig verslagjaar
Mutatie materiële vaste activa
Boekwaarde per 1 januari
Bij: investeringen
Bij: herwaarderingen
Af: afschrijvingen
Af: bijzondere waardeverminderingen
Af: terugname afgeschreven activa
Af: desinvesteringen
Boekwaarde per 31 december
Balans
ACTIVA
Vaste activa
Immateriële vaste activa
0
0
Materiële vaste activa
0
0
Financiële vaste activa
0
0
Totaal vaste activa
0
0
Vlottende activa
Voorraden
0
0
Onderhanden werk uit hoofde van DBC's /
DBC zorgproducten
0
0
Vorderingen uit hoofde van financieringstekort
0
0
Debiteuren en overige vorderingen
0
0
Effecten
0
0
Liquide middelen
0
0
Totaal vlottende activa
0
0
Totaal activa
0
0
Bedrag in euro’s einde verslagjaar
Bedrag in euro’s einde vorig verslagjaar
PASSIVA
Eigen vermogen2
Het geplaatste kapitaal
0
0
Agio
0
0
Herwaarderingsreserve
0
0
Wettelijke reserves
0
0
Statutaire reserve
0
0
Bestemmingsreserves
0
0
Bestemmingsfondsen
0
0
Algemene en overige reserves
0
0
Totaal eigen vermogen
0
0
Aandeel derden in groepsvermogen3
0
0
Totaal groepsvermogen4
0
0
Voorzieningen
0
0
Langlopende schulden (nog voor meer dan één jaar)
0
0
Kortlopende schulden (ten hoogste één jaar)
Schulden uit hoofde van financieringsoverschot
0
0
Overige kortlopende schulden
0
0
Totaal kortlopende schulden (ten hoogste één jaar)
0
0
Totaal passiva
0
0
1 Model A, Bijlage 1, Hoofdstuk 655, Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, Raad voor de Jaarverslaggeving.
2 Artikel 373, eerste lid van Boek 2, van het Burgerlijk Wetboek.
3 Balanspost komt in beginsel voor bij UMC’s, in het geval van geconsolideerde jaarrekening.
4 Indien er sprake is van een geconsolideerde jaarrekening en aandeel derden in groepsvermogen.
Toelichting op de balans (grote instelling)
De specificatie is als volgt:2
Bedrijfsgebouwen en -terreinen
0
0
Machines en installaties
0
0
Andere vaste bedrijfsmiddelen3
0
0
Vaste bedrijfsmiddelen in uitvoering en vooruitbetaald op materiële vaste activa
0
0
Niet aan bedrijfsoefening dienstbaar
0
0
Totaal materiële vaste activa
0
0
Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven:4
Bedrag in euro’s einde verslagjaar
Bedrag in euro’s einde vorig verslagjaar
Boekwaarde per 1 januari
0
0
Investeringen
0
0
Desinvesteringen
0
0
Afschrijvingen
0
0
Afschrijving op desinvestering
0
0
Herwaardering
0
0
Bijzondere waardeverminderingen
0
0
Terugneming van bijzondere waardeverminderingen
0
0
Verwerving via fusie of overnames
0
0
Buitengebruikstellingen en afstotingen
0
0
Omrekeningsverschillen
0
0
Overboekingen
0
0
Overige mutaties
0
0
Totaal mutaties gedurende periode
0
0
Boekwaarde per 31 december
0
0
1 Artikel 366, van Boek 2, van het Burgerlijk Wetboek.
2 Model A van het Besluit modellen jaarrekening.
3 Bijvoorbeeld technische en administratieve uitrusting.
4 Model-jaarrekening OCW.
Bedrijfsgebouwen en -terreinen
0
0
Machines en installaties
0
0
Andere vaste bedrijfsmiddelen1
0
0
Vaste bedrijfsmiddelen in uitvoering en vooruitbetaald op materiële vaste activa
0
0
Niet aan bedrijfsoefening dienstbaar
0
0
Totaal investeringen
0
0
1 Bijvoorbeeld technische en administratieve uitrusting.
De specificatie is als volgt:
Deelneming in groepsmaatschappijen2
0
0
Vorderingen op groepsmaatschappijen
0
0
Andere deelnemingen
0
0
Vorderingen op participanten en op maatschappijen waarin wordt deelgenomen
0
0
Overige effecten
0
0
Overige vorderingen
0
0
Totaal financiële vaste activa
0
0
1 Artikel 367, van Boek 2, van het Burgerlijk Wetboek; Model A van het Besluit modellen jaarrekening.
2 Bijvoorbeeld: aandelen, certificaten van aandelen en andere vormen van deelneming in groepsmaatschappijen.
De specificatie is als volgt:
Vorderingen op handelsdebiteuren
0
0
Vorderingen op groepsmaatschappijen
0
0
Vorderingen op participanten en maatschappijen waarin wordt deelgenomen
0
0
Nog te factureren omzet DBC’s/DBC-zorgproducten’
0
0
Overige vorderingen
0
0
Vorderingen van aandeelhouders opgevraagde stortingen
0
0
Overlopende activa
0
0
Totaal debiteuren en overige vorderingen
0
0
1 Artikel 370, van Boek 2, van het Burgerlijk Wetboek; Model A van het Besluit Modellen jaarrekening.
De specificatie is als volgt:2
Converteerbare leningen
0
0
Andere obligaties en onderhandse leningen
0
0
Schulden aan banken
0
0
Vooruit ontvangen op bestellingen
0
0
Schulden aan leveranciers en handelskredieten
0
0
Te betalen wissels en cheques
0
0
Schulden aan groepsmaatschappijen
0
0
Schulden aan participanten en aan maatschappijen waarin wordt deelgenomen
0
0
Belastingen en premies sociale verzekeringen
0
0
Schulden ter zake pensioenen
0
0
Overige schulden
Overlopende passiva
0
0
Totaal overige kortlopende schulden
0
0
1 Artikel 375, eerste lid, van Boek 2, van het Burgerlijk Wetboek.
2 Model A van het Besluit modellen jaarrekening.
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Wlz-zorg (exclusief subsidies)
Af: Vergoedingen ter dekking van het wettelijk budget
Totaal financieringstekort/overschot
1 RJ 655, Bijlage 1, Model C, tweede onderdeel.
Niet in de balans opgenomen verplichtingen (alle medisch specialistische zorg, geestelijke gezondheidszorg, geriatrische revalidatiezorg en wijkverpleging)
Tariefopbrengst van DBC’s, DBC-zorgproducten, overige zorgproducten in zowel het gereguleerde als het vrije segment en ZZP’s GGZ
0
0
Verrekenbedrag op grond van de beleidsregel Transitie bekostigingsstructuur medisch specialistische zorg resp. de beleidsregel Verlenging transitiemodel voor gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde curatieve GGZ
0
0
Mutatie medisch specialistische zorg in het onderhanden werk
0
0
Totaal heffingsgrondslag
0
0
1 Uitsluitend voor medisch specialistische zorg, geestelijke gezondheidszorg, geriatrische revalidatiezorg en wijkverpleging.
Resultatenrekening met beperkte toelichting (micro-entiteiten)
Bedrijfsopbrengsten
Opbrengsten zorgprestaties en maatschappelijke ondersteuning
Opbrengsten Zvw-zorg
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Wlz-zorg
Opbrengsten Jeugdwet
Opbrengsten Wmo
Opbrengsten forensische zorg
Opbrengsten overige zorgprestaties
Opbrengsten uit onderaanneming
Totaal opbrengsten zorgprestaties en maatschappelijke ondersteuning
Subsidies (excl. Jeugdwet en Wmo)
Overige bedrijfsopbrengsten
Totaal bedrijfsopbrengsten
Bedrijfslasten
Personeelskosten
Lonen en salarissen
Sociale lasten
Pensioenpremies
Andere personeelskosten
Personeel niet in loondienst
Totaal personeelskosten
Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen vaste activa
Kosten uitbesteding aan onderaanneming
Overige bedrijfskosten
Totaal bedrijfslasten
Bedrijfsresultaat (a)
Automatisch berekend (bedrijfsopbrengsten minus bedrijfslasten)
Financieel resultaat (resultaat financiële baten en lasten, b)
Resultaat verslagjaar (a+b)
Belastingen
Resultaat na belastingen
Resultatenrekening met toelichting (grote instelling, m.u.v. RAV met publieke rechtspersoonlijkheid)
BEDRIJFSOPBRENGSTEN:
Opbrengsten zorgprestaties, jeugdhulp (en maatschappelijke ondersteuning)
– Opbrengsten zorgverzekeringswet (Zvw)2
0
0
– Waarvan MSZ, GGZ en Geriatrische revalidatiezorg
0
0
– Waarvan overige Zvw
0
0
– Wettelijk budget aanvaardbare kosten (Wlz)3
0
0
– Opbrengsten Jeugdwet4
0
0
– Opbrengsten Wmo5
0
0
– Opbrengsten Ministerie Justitie en Veiligheid
0
0
– Beschikbaarheidsbijdragen zorg
0
0
– Opbrengsten uit onderaanneming
– Overige zorgprestaties
0
0
– Totaal
0
0
Subsidies (exclusief Wmo 2015 en Jeugdwet)6
– Subsidie Zvw
0
0
– Subsidie Wlz
0
0
– Rijksbijdrage werkplaatsfunctie en medische faculteit van UMC’s
0
0
– Subsidies speciaal onderwijs van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
0
0
– Rijkssubsidies vanwege Ministerie van Justitie en Veiligheid
0
0
– Rijkssubsidies vanwege Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
0
0
– Overige Rijkssubsidies
0
0
– Beschikbaarheidsbijdragen Opleidingen
0
0
– Subsidie vanwege Provincie of gemeenten
0
0
– Overige subsidies, waaronder loonkostensubsidies en EU-subsidies
0
0
– Totaal
Overige bedrijfsopbrengsten
– Overige dienstverlening (waaronder 2e – 4egeldstroom UMC’s voor onderzoek)
2 Opbrengsten Wlz (exclusief subsidies; beschikbaarheidsbijdragen): wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Wlz-zorg in natura; betalingen uit pgb's)
3 Opbrengsten uit Wmo-voorzieningen in natura (zowel maatwerk- of specialistische als sociale basisvoorzieningen) en betalingen uit persoonsgebonden budgetten (pgb’s) gefinancierd vanuit Wmo 2015.
4 Opbrengsten uit jeugdhulp, jeugdbescherming, jeugdreclassering in natura en betalingen uit persoonsgebonden budgetten (pgb’s) gefinancierd vanuit Jeugdwet
5 Opbrengsten Ministerie van Justitie en Veiligheid forensische zorg (exclusief subsidies; waaronder opbrengsten DBBC's)
6 Subsidies Zvw en Wlz
7 Rijkssubsidies vanwege het Ministerie van VWS (exclusief beschikbaarheidsbijdragen zorg en beschikbaarheidsbijdragen medische (vervolg)opleidingen en subsidies Wlz/Zvw)
8 Rijkssubsidies vanwege het Ministerie van Justitie en Veiligheid (exclusief opbrengsten DBBC’s)
9 Rijksbijdrage werkplaatsfunctie en medische faculteit van UMC's en overige subsidies vanwege OCW (speciaal onderwijs)
10 Overige rijkssubsidies, subsidies vanwege provincies en gemeenten (excl. Wmo 2015 en Jeugdwet), overige subsidies waaronder loonkostensubsidies en EU-subsidies
11 Niet eerder genoemde bedrijfsopbrengsten: Opbrengsten overige zorgprestaties (eigen bijdragen van cliënten met Wlz/Zvw/Wmo/Jeugdwet, betalingen door cliënten voor zorg niet verzekerd o.b.v. Wlz/Zvw, betalingen uit hoofde van aanvullende zorgverzekeringen), opbrengsten werk in opdracht, overige dienstverlening (waaronder 2e-4e geldstromen UMC’s voor onderzoek) en overige opbrengsten (waaronder vergoedingen voor uitgeleend personeel en verhuur van onroerend goed).
5
Governance
Governancecode zorg 2017
Principe 1. Goede zorg.
De maatschappelijke doelstelling en legitimatie van de zorgorganisatie is het bieden van goede zorg aan cliënten
Ja/Nee
Tekstveld
Principe 2. Waarden en normen.
De raad van bestuur en raad van toezicht hanteren waarden en normen die passen bij de maatschappelijke positie van de zorginstelling
Ja/Nee
Tekstveld
Principe 3. Invloed belanghebbenden.
De zorgorganisatie schept randvoorwaarden en waarborgen voor adequate invloed van belanghebbenden
Ja/Nee
Testveld
Principe 4. Inrichting governance.
De raad van bestuur en raad van toezicht zijn een ieder verantwoordelijk voor de governance van de zorgorganisatie
Ja/Nee
Tekstveld
Principe 5. Goed bestuur.
De raad van bestuur bestuurt de zorgorganisatie gericht op haar maatschappelijke doelstelling
Ja/nee
Tekstveld
Principe 6. Verantwoord toezicht.
De raad van toezicht houdt toezicht op de maatschappelijke doelstelling van de zorgorganisatie
Ja/Nee
Tekstveld
Principe 7. Continue ontwikkeling.
De raad van bestuur en raad van toezicht ontwikkelen permanent hun professionaliteit en deskundigheid
Ja/Nee
Tekstveld
Is uw organisatie (naast de Governancecode zorg) onderworpen aan een andere code of past u deze vrijwillig toe? Zo ja, welke code is dat?
Ja/Nee2
Tekstveld
1 Indien een zorginstelling niet aan alle principes of beginsel binnen het principe voldoet, vult zij nee in.
2 Zoals: ZKN Governancecode, Governancecode GGD GHOR Nederland of Corporate governance.
Bestuur (raad van bestuur, directie, vennoten, maten)
Deze specifieke informatie wordt uitsluitend verwerkt ten behoeve van de IGJ.
1 Principe 7 van de Governance code zorg 2017. Denk hierbij aan: 7.1.2. Bestuurders zorgen dat zij vakbekwaam en geschikt zijn en blijven. Bestuurders werken daartoe continu aan hun eigen ontwikkeling en laten zich daarop aanspreken en toetsen. Bestuurders maken daarbij gebruik van interne spiegeling, externe intervisie, coaching, scholing en/of opleiding. In het door de Vereniging voor bestuurders in de zorg (NVZD) ontwikkelde accreditatietraject hebben deze zaken een plek. Ook deze accreditatie kan behulpzaam zijn.
Onafhankelijk intern toezichthoudend orgaan
Deze specifieke informatie wordt uitsluitend verwerkt ten behoeve van de IGJ.
1 Principe 7 van de Governance code zorg 2017. Denk hierbij aan: Het programma Goed Toezicht van de NVTZ gaat uit van drie waarden die belangrijk zijn voor goed toezicht, waarbij ‘Goed beslagen ten ijs’ staat voor kennisvergaring door middel van scholing, ‘Evaluatie en reflectie’ voor voortdurende professionalisering en ‘Transparantie’ voor aanspreekbaarheid en verantwoording. Het doel van Goed Toezicht is om raden van toezicht te stimuleren om voortdurend aan hun kwaliteit van toezicht te werken.
Goedkeuring van intern toezichthoudend orgaan
Over welke onderwerpen heeft de Raad van Bestuur in het verslagjaar goedkeuring gevraagd aan de Raad van toezichthouders/Raad van commissarissen?
Tekstveld
Risicomanagement
Zijn in de zorginstelling in het verslagjaar belangrijke gebeurtenissen aan de orde geweest zoals:
– fusieplannen;
– wijziging in de visie;
– wijziging in de strategie;
– wijziging in het besturingsmodel;
– wijziging in de organisatie;
– belangrijke inkrimping of uitbreiding van de omzet;
– belangrijke investeringen;
– ICT-migraties
– personeelstekort;
– andere belangrijke gebeurtenissen.
Ja/Nee
Welke gebeurtenis gaat het?
Zijn dergelijke belangrijke gebeurtenissen in de komende twee verslagjaren te voorzien?
Is er sprake van een continuïteitsveronderstelling?1
Ja/Nee2
Voert de zorginstelling in het verslagjaar een actief duurzaamheidsbeleid (energiebewustzijn, duurzame inkoop)?
Ja/Nee
Nee = Welke maatregelen kan de zorginstellinge in het komende verslagjaar nemen?
Ja = Geeft dit beleid op hoofdlijnen weer?
1 De organisatie kan nog minimaal één jaar voortbestaan?
2 Ja, dan kan de zorginstelling na de vaststelling minimaal één jaar voortbestaan.
Schriftelijke vastlegging
Zijn er schriftelijke afspraken vastgelegd over het tegengaan van (de schijn van) belangenverstrengeling?
Ja/Nee
Beschikt de organisatie over een schriftelijk vastgelegde conflictregeling tussen de RvB en RvT/RvC?
Ja/Nee
Accountant
Soort accountantsverklaring
Aanvinken
– Samenstellingsverklaring
– Beoordelingsverklaring
– Controleverklaring
– Geen accountantsverklaring1
Vorm van accountantsverklaring2
Aanvinken
– Goedkeurende verklaring
– Verklaring met beperking
– Afkeurende verklaring
– Verklaring van oordeelsonthouding
Bent u van accountant gewisseld?
Ja/Nee
Toelichting
Tekstveld
1 Volgende vragen niet van toepassing
2 Strekking van het oordeel van de verklaring. Betreft de accountantsverklaring die is bijgevoegd bij de jaarrekening.
Cliëntenraad
Heeft uw zorginstelling inspraak georganiseerd?1
Ja/Nee
Heeft uw zorginstelling een cliëntenraad?
Ja/nee
Zo ja, hoeveel cliëntenraden heeft uw organisatie?
Aantal
Totaal aantal bijeenkomsten cliëntenraad in het afgelopen verslagjaar
Aantal
Datum laatste bijeenkomst cliëntenraad in het verslagjaar
Datum (dag/maand/jaar)
Wanneer u geen cliëntenraad heeft, kunt u dan aangeven waarom niet?
tekstveld
Wordt/worden de cliëntenraad/raden in financiële en materiële zin voor alle taken ondersteund naar tevredenheid van cliëntenraad/raden?
Ja/nee
Wordt/worden de cliëntenraad/raden in deskundigheidsbevordering ondersteund naar tevredenheid van cliëntenraad/raden?
Ja/nee
Hoeveel ongevraagde adviezen zijn er in het verslagjaar door cliëntenraden uitgebracht?
Aantal
Hoeveel gevraagde adviezen zijn er in het verslagjaar door cliëntenraden uitgebracht?
Aantal
Hebben deze adviezen tot maatregelen geleid in uw zorginstelling?
%
Heeft uw concern een commissie van vertrouwenslieden ingesteld, dan wel aansluiting bij de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden?
Ja/nee
1 Onder «inspraak» wordt verstaan: de mogelijkheid van alle individuele cliënten om direct jegens de zorgaanbieder hun wensen en meningen kenbaar te maken. Daarbij kan worden gedacht aan enquêtes, huiskamergesprekken etc. Overigens is het onderscheid tussen directe en indirecte participatie in de praktijk niet zo zwart-wit bij inspraak. Er zijn immers ook vormen van inspraak waarbij van indirecte participatie zoals panels, focusgroepen en familie- en ouderraden gebruik wordt gemaakt om wensen en meningen in kaart te brengen.
Klachten en geschillen zorginstellingen
Kunnen patiënten/cliënten in het concern terecht bij een klachtenfunctionaris?
Ja/nee
Beschikt de zorginstelling over een regeling voor een effectieve en laagdrempelige opvang en afhandeling van klachten jegens de cliënt van uw zorginstelling?
Ja/nee
Is de zorginstelling aangesloten bij een onafhankelijke geschilleninstantie conform de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg?
Ja/nee
Zo ja, welke?
Tekstveld
Melding geweld tussen cliënten
Zware gevallen van geweld tussen cliënten
Minder zware gevallen van geweld tussen cliënten
Melding van geweld jegens medewerkers van Regionale Ambulancevoorzieningen
Agressiegerelateerde incidenten jegens de eigen medewerkers van Regionale Ambulancevoorzieningen
6
Personeel
Personeel op het niveau van uw gehele zorginstelling
Personeel in loondienst incl. leerlingen BBL
Zelfstandige (geen gezagsverhouding, zoals DGA, maten, vennoten, niet zijnde onderaannemers)
Ingehuurd personeel (uitzendkrachten)
Stagiaires
Vrijwilligers
Totaal
– waarvan zorgverleners1
1 Onder zorgverlener wordt ook verstaan een stagiaire of assistente die medische handelingen mag verrichten.
Cliëntgebonden personeel en niet-cliëntgebonden personeel (grote instellingen)
Cliëntgebonden personeel
niet-cliëntgebonden personeel
Verdeling personeel naar financieringsstroom
De organisatie geeft een schatting van de verdeling van personeel naar financieringsstroom.
De paragraaf patiënten en cliënten wordt uitsluitend ingevuld door grote instellingen.
Aantal unieke patiënten/cliënten in zorg op 1 januari van het verslagjaar
Aantal nieuw ingeschreven unieke patiënten/cliënten in zorg in het verslagjaar
Totaal aantal unieke patiënten/cliënten in zorg in het verslagjaar
Aantal uitgeschreven unieke patiënten/cliënten in zorg in het verslagjaar
Aantal unieke patiënten/cliënten in zorg of behandeling op 31 december van het verslagjaar
Zvw patiënten/cliënten t.o.v. totaal aantal patiënten/cliënten in zorg op 31 december van het verslagjaar
Wlz patiënten/cliënten t.o.v. totaal aantal patiënten/cliënten in zorg op 31 december van het verslagjaar
Jeugdwet patiënten/cliënten t.o.v. totaal aantal patiënten/cliënten in zorg op 31 december van het verslagjaar
Wmo 2015 patiënten/cliënten t.o.v. totaal aantal patiënten/cliënten in zorg op 31 december van het verslagjaar
Forensische zorg patiënten/cliënten t.o.v. totaal aantal patiënten/cliënten in zorg op 31 december van het verslagjaar
Patiënten UMC’s, ziekenhuizen en ZBC’s
Aantal patiënten met minimaal één afgesloten DBC/DBC-product in verslagjaar
Patiënten revalidatiecentrum
Aantal patiënten met minimaal één afgesloten DBC/DBC-product in verslagjaar
Cliënten gehandicaptenzorg Zvw of Wlz
Cliënten Wlz
Aantal cliënten op basis van een zzp/zorgprofiel met dagbesteding
Aantal cliënten op basis van een zzp/zorgprofiel zonder dagbesteding
Aantal cliënten met een Volledig Pakket Thuis
Aantal cliënten met een Modulair Pakket Thuis
Aantal cliënten dat zorg bij de organisatie inkoopt o.b.v. persoonsgebonden budget Wlz
Aantal cliënten extramurale behandeling (tijdelijke subsidieregeling)
Cliënten Zvw, inclusief kindzorg
Aantal cliënten wijkverpleging
Aantal cliënten eerstelijnsverblijf
Aantal cliënten geriatrische revalidatiezorg
Cliënten verpleging, verzorging en wijkverpleging Zvw of Wlz
Cliënten Wlz
Aantal cliënten op basis van een zzp/zorgprofiel
Aantal cliënten met een Volledig Pakket Thuis
Aantal cliënten met een Modulair Pakket Thuis
Aantal cliënten dat zorg bij u inkoopt o.b.v. persoonsgebonden budget Wlz
Aantal cliënten extramurale behandeling (tijdelijke subsidieregeling Wlz)
Cliënten Zvw
Aantal cliënten wijkverpleging, inclusief intensieve Kindzorg
Aantal cliënten eerstelijnsverblijf
Aantal cliënten geriatrische revalidatiezorg (verblijf op basis van DBC)
Aantal cliënten extramurale behandeling Specialist ouderengeneeskunde1
1 Per 2020 is een gedeelte van de tijdelijke subsidieregeling extramurale behandeling Wlz overgeheveld naar de Zvw. Dit betreft de individuele behandeling door de Specialist ouderengeneeskunde en de Arts verstandelijk gehandicapten. Cliënten die zowel extramurale behandeling uit de Zvw als uit de Wlz ontvangen, kunnen bij beide categorieën worden vermeld.
Cliënten geestelijke gezondheidszorg Zvw en Wlz
Aantal verblijfcliënten (Zvw)
Aantal verblijfcliënten (Wlz)
8
Capaciteit
Capaciteit en productie zelfstandige behandelklinieken medisch-specialistische zorg (micro-entiteit)
Aantal beschikbare bedden/plaatsen voor klinische capaciteit en dag/deeltijdbehandeling per einde verslagjaar
– waarvan bedden/plaatsen voor dag/deeltijdbehandeling
Capaciteit UMC’s, algemene en categorale ziekenhuizen en ZBC’s (exclusief revalidatiecentra, exclusief PUK en PAAZ) (grote instelling)
Aantal beschikbare bedden/plaatsen voor klinische capaciteit en dag/deeltijdbehandeling per einde verslagjaar
-Waarvan bedden/plaatsen voor dag/deeltijdbehandeling
-Waarvan wiegen voor gezonde zuigelingen
Aantal beschikbare operatiekamers
Capaciteit per locatie (UMC’s, algemene en categorale ziekenhuizen)
Aantal beschikbare bedden/plaatsen voor klinische capaciteit en dag/deeltijdbehandeling per einde verslagjaar
-Waarvan bedden/plaatsen voor dag/deeltijdbehandeling
-Waarvan wiegen voor gezonde zuigelingen
Capaciteit PUK en PAAZ
Aantal bedden/plaatsen dat beschikbaar is voor dagelijkse planning van opnames of verblijf
Aantal plaatsen deeltijdbehandeling
Capaciteit revalidatiecentra (micro-entiteit)
Aantal bedden dat beschikbaar is voor klinische zorg
Capaciteit revalidatiecentra (grote instellingen)
Aantal bedden dat beschikbaar is voor klinische zorg
Waarvan voor kinderen tot 18 jaar
Waarvan voor volwassenen
Capaciteit GGZ Zvw en Wlz (micro-entiteit)
Het aantal bedden/plaatsen dat beschikbaar is voor dagelijkse planning van opnames, verblijf of voor dagbehandeling.
Capaciteit GGZ Zvw en Wlz (exclusief PAAZ en PUK) (grote instellingen)
Het aantal bedden/plaatsen dat beschikbaar is voor dagelijkse planning van opnames, verblijf of voor dagbehandeling.
Waarvan klinische bedden (Zvw en Wlz)
Capaciteit gehandicaptenzorg Wlz en Zvw (micro en grote instellingen)
Aantal bedden/plaatsen dat beschikbaar is voor verblijfszorg per einde verslagjaar, inclusief vroegere gezinsvervangende tehuizen
Capaciteit verpleging, verzorging en wijkverpleging Zvw en Wlz (micro-entiteit)
Aantal beschikbare bedden/plaatsen verblijfszorg per einde verslagjaar
– Waarvan beschikbare bedden/plaatsen geriatrische revalidatiezorg in verslagjaar (verblijf op basis van DBC)
Capaciteit verpleging, verzorging en wijkverpleging Wlz en Zvw (grote instellingen)
Aantal beschikbare bedden/plaatsen verblijfszorg per einde verslagjaar
– Waarvan bedden/plaatsen dat beschikbaar is voor Wlz-zorg met verblijf
– Waarvan bedden/plaatsen dat beschikbaar is voor geriatrische revalidatiezorg (verblijf op basis van DBC)
– Waarvan bedden/plaatsen dat beschikbaar is voor eerstelijnsverblijf
Deze vragenlijst is niet opgenomen in het model-jaardocument, maar wordt getoond in DigiMV. De enquête beeldvormende diagnostiek heeft als doel het maken van ramingen van de dosis voor patiënten/cliënten als bedoeld in artikel 64 van Richtlijn 2013/59. Deze vraag is derhalve afkomstig van Europese regelgeving.1Vanaf verslagjaar 2019.
Artikel 64 is geïmplementeerd in artikel 8.13 van het huidige Besluit basisveiligheidseisen stralingsbescherming (individuele dosisschattingen): ‘Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport draagt zorg voor de verdeling van individuele dosisschattingen als gevolg van medische blootstelling voor radiodiagnostiek en interventieradiologie. Indien nodig, wordt rekening gehouden met de leeftijdsverdeling en het geslacht van de blootgestelde populatie.’
Het RIVM gebruikt de verkregen gegevens voor het actueel houden van het Informatiesysteem Medische Stralingstoepassingen (IMS). Deze website voor professionals in de gezondheidszorg verschaft inzicht in de aard en omvang van medische stralingstoepassingen in Nederland.
Productie GGZ (Zvw en Wlz), exclusief PAAZ en PUK (alle GGZ instellingen)
Productie Zvw – Basis GGZ
Aantal openstaande zorgproducten basis GGZ op 1 januari van verslagjaar
Aantal in het verslagjaar geopende zorgproducten basis GGZ
Aantal in het verslagjaar gesloten zorgproducten basis GGZ
Aantal openstaande zorgproducten basis GGZ op 31 december van verslagjaar
Productie Zvw – Gespecialiseerde GGZ
Aantal openstaande DBC-zorgproducten gespecialiseerde GGZ op 1 januari van verslagjaar (niet ontleend aan DIS)
Aantal in het verslagjaar geopende DBC-zorgproducten gespecialiseerde GGZ (niet ontleend aan DIS)
Aantal in het verslagjaar gesloten DBC-zorgproducten gespecialiseerde GGZ (niet ontleend aan DIS)
Aantal openstaande DBC-zorgproducten gespecialiseerde GGZ op 31 december van verslagjaar (niet ontleend aan DIS)
Aantal ZZP langdurige GGZ met behandeling in 2de en 3de jaar in dagen in verslagjaar
Productie Wlz
Aantal ZZP/zorgprofiel – B dagen in verslagjaar
Productie gehandicaptenzorg Zvw en Wlz (alle gehandicapten-instellingen)
Aantal dagen met zorg met verblijf en dagbesteding
Aantal dagen zorg met verblijf zonder dagbesteding
Aantal dagen zorg op basis van Volledig Pakket Thuis
Aantal dagdelen dagbesteding
Productie verpleging, verzorging en wijkverpleging (Wlz of Zvw), exclusief kraamzorg (alle VVT-instellingen)
Wlz
Aantal dagen zorg met verblijf
Aantal dagen zorg op basis van Volledig Pakket Thuis
Zvw
Aantal dagen eerstelijnsverblijf
Aantal in verslagjaar geopende DBC’s/DBC-zorgproducten geriatrische revalidatiezorg
Aantal in verslagjaar gesloten DBC’s/DBC-zorgproducten geriatrische revalidatiezorg
Productie Regionale Ambulancevoorzieningen
A1-ritten
A2-ritten
B-ritten met ambulance
B-ritten met zorgambulance
EHGV-ritten1
Loze ritten2
A1-ritten ten behoeve van andere regio’s
A2-ritten ten behoeve van andere regio’s
B-ritten ten behoeve van andere regio’s
Ritten ten behoeve van een buitenlandse buurregio
Inzetten van een buitenlandse buurregio binnen de RAV regio,
MICU-ritten
1 EHGV-rit: een rit die wordt uitgevoerd met de intentie tot hulpverlening of hulpverlening en vervoer, maar waarbij de noodzaak tot vervoer na onderzoek van de patiënt niet is gebleken.
2 Loze rit: een rit die wordt uitgevoerd met de intentie tot hulpverlening of hulpverlening en vervoer, maar waarbij blijkt dat er geen noodzaak was tot hulpverlening.