Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 16 december 2005, Directie Sociale Verzekeringen, nr. SV/R&S/05/99376, houdende regels met betrekking tot de vrijstelling van verplichtingen genoemd in de Werkloosheidswet en de Wet werk en inkomen naar arbeid (Regeling vrijstelling verplichtingen WW en Wet WIA)
Regeling vrijstelling verplichtingen WW en Wet WIA
vrijwilligerswerk: onbetaalde en onverplichte activiteiten binnen een organisatie die een ideële doelstelling heeft of een maatschappelijk nut nastreeft, welke activiteiten doorgaans een aanvullend karakter hebben op bestaande maatschappelijke voorzieningen;
Vrijstelling in verband benutten resterende verdiencapaciteit
Van de verplichtingen, bedoeld in artikel 30, eerste lid, van de Wet WIA is vrijgesteld de verzekerde die zijn resterende verdiencapaciteit volledig benut.
Artikel
3
Vrijstelling in verband met vorst en arbeidstijdverkorting
De omschreven vrijstellingen gelden voor de werknemer, bedoeld in het eerste lid, onder b, wiens werktijd tot nul is verkort, voor de duur van de eerste afgegeven vergunning.
Van de verplichting gericht op arbeidsinpassing als bedoeld in artikel 30, eerste lid, van de Wet WIA is vrijgesteld de verzekerde die zijn resterende verdiencapaciteit niet volledig benut en die vakantie geniet tot een maximum van 20 werkdagen per jaar waarbij onder werkdagen wordt verstaan de dagen maandag tot en met vrijdag.
3
De verzekerde, bedoeld in het tweede lid, geniet vakantie indien:
a.
hij verklaard heeft vakantie te genieten; of
b.
niet verklaard heeft vakantie te genieten, maar daar, gelet op de feitelijke omstandigheden, kennelijk sprake van is.
Artikel
5
Vrijstelling in verband met vrijwilligerswerk en mantelzorg
de werknemer die 57,5 jaar of ouder is op 31 december 2003, wiens eerste werkloosheidsdag is gelegen voor 1 januari 2004 en die gedurende een periode van minimaal drie maanden gemiddeld ten minste 20 uur per week besteedt aan vrijwilligerswerk of mantelzorg, tenzij het UWV ten behoeve van die werknemer werkzaamheden laat verrichten met als doel de bevordering van de inschakeling in het arbeidsproces; en
b.
de werknemer die 57,5 jaar of ouder is op 31 december 2003, wiens eerste werkloosheidsdag is gelegen op of na 1 januari 2004 en die gedurende een periode van minimaal drie maanden gemiddeld ten minste 20 uur per week besteedt aan vrijwilligerswerk of mantelzorg indien ten minste een jaar is verstreken gerekend vanaf de eerste werkloosheidsdag, tenzij het UWV ten behoeve van die werknemer werkzaamheden laat verrichten met als doel de bevordering van de inschakeling in het arbeidsproces.
2
Van de verplichting gericht op arbeidsinpassing als bedoeld in artikel 30, eerste lid, van de Wet WIA is vrijgesteld de verzekerde die zijn resterende verdiencapaciteit niet volledig benut en:
a.
57,5 jaar of ouder is op 31 december 2003;
b.
gedurende een periode van minimaal drie maanden gemiddeld ten minste 20 uur per week besteedt aan vrijwilligerswerk of mantelzorg; en
c.
indien ten minste een jaar is verstreken gerekend vanaf de eerste dag waarop hij recht heeft op een WGA-uitkering en hij zijn resterende verdiencapaciteit niet volledig benut, tenzij het UWV ten behoeve van die verzekerde werkzaamheden laat verrichten met als doel de bevordering van de inschakeling in het arbeidsproces.
3
De werknemer die op grond van het eerste lid en de verzekerde die op grond van het tweede lid is vrijgesteld van de verplichtingen, bedoeld in de aanhef van de genoemde leden in verband met het verrichten van mantelzorg, blijft vrijgesteld van die verplichtingen tot een maand na de dag, waarop hij die mantelzorg niet langer verricht.
4
Het UWV stelt het recht op vrijstelling, bedoeld in het eerste lid en tweede lid, op aanvraag vast.
Artikel
6
Vrijstelling in verband met scholing en proefplaatsing
De in het eerste lid bedoelde vrijstelling eindigt twee maanden voor het tijdstip waarop de in het eerste lid bedoelde opleiding of scholing naar verwachting zal eindigen, tenzij de scholing, blijkens een intentieverklaring van de toekomstige werkgever, een reëel uitzicht geeft op een op de scholing aansluitende dienstbetrekking van dezelfde of grotere omvang dan de scholing en met een duur van ten minste zes maanden.
Van de verplichting gericht op arbeidsinpassing als bedoeld in artikel 30, eerste lid, van de Wet WIA is vrijgesteld de verzekerde die op de eerste dag dat hij recht heeft op een WGA-uitkering, 64 jaar of ouder is en die niet zijn volledige resterende verdiencapaciteit benut.
die 57,5 jaar of ouder is op 1 mei 1999 en wiens eerste werkloosheidsdag gelegen is voor 1 januari 2004;
b.
die 57,5 jaar of ouder is op 31 december 2003 en wiens eerste werkloosheidsdag gelegen is op of voor 1 januari 2003;
c.
voor wie op of na 1 januari 2004 recht op werkloosheidsuitkering ontstaat en die op de datum van het ontstaan van dat recht op grond van onderdeel a of b vrijgesteld is van de verplichtingen, bedoeld in de aanhef;
d.
die 57,5 jaar of ouder is op 31 december 2003, wiens eerste werkloosheidsdag is gelegen voor 1 januari 2004 en:
die onmiddellijk voorafgaande aan de eerste werkloosheidsdag een recht op ziekengeld had op grond van de Ziektewet dat is ontstaan op of voor 1 januari 2003;
Artikel 3, eerste lid, aanhef en onderdeel d, onder 3°, en vierde lid, van de Regeling vrijstelling verplichtingen WW, zoals dit luidde op de dag voorafgaande aan die waarop de regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 28 april 2005, nr. SV/F&W/2005/30639, houdende wijziging van de Regeling vrijstelling verplichtingen WW en van de Vakantieregeling WW in verband met vrijstelling van de sollicitatieplicht voor oudere werklozen die vrijwilligerswerk of mantelzorg verrichten (Stcrt. 2005, nr. 88) in werking treedt, blijft van toepassing op de werknemer die op die dag op grond van die artikelleden was vrijgesteld van de verplichtingen bedoeld in het eerste lid, aanhef, met dien verstande dat met betrekking tot die werknemer niet het vereiste geldt dat hij woonachtig is in district Noord of Zuid-West als bedoeld in bijlage 2 van het Besluit werkgebieden CWI.
Vrijstellingen die voor inwerkingtreding van deze regeling zijn verleend op grond van de Regeling vrijstelling verplichtingen WW, worden geacht vrijstellingen te zijn op grond van deze regeling.
Artikel
10
Wijziging van andere regelingen
1
Wijzigt de Vakantieregeling WW.
2
Wijzigt de Regeling herlevingstermijn WW.
Artikel
11
Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van 29 december 2005.
Artikel
12
Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vrijstelling verplichtingen WW en Wet WIA.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, A.J. deGeus