Besluit van 16 december 2005, houdende vaststelling van regels voor het inventariseren van asbest en het verwijderen van asbest in het algemeen en uit een bouwwerk in het bijzonder en in verband hiermee een wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit (Asbestverwijderingsbesluit 2005)

Asbestverwijderingsbesluit 2005

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 6 april 2005, nr. MJZ2005029056, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en in overeenstemming met Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Onze Minister van Verkeer en Waterstaat en Onze Minister van Economische Zaken;
Gelet op artikel 7 van richtlijn nr. 87/217/EEG van de Raad van 19 maart 1987 inzake voorkoming en vermindering van verontreiniging van het milieu door asbest (PbEG L 85), artikel 1, onderdelen 11, 13 en 14, voor zover het betreft artikel 12 ter, van richtlijn nr. 2003/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 maart 2003 (PbEU L 97) tot wijziging van richtlijn nr. 83/477/EEG van de Raad betreffende de bescherming van werknemers tegen de risico’s van blootstelling van asbest op het werk, de artikelen 24, 35, vierde lid, en 39, derde lid, van de Wet milieugevaarlijke stoffen, de artikelen 8, achtste lid, juncto 8, tweede lid, onderdelen d en h, en 120 van de Woningwet voorzover het betreft artikel 10, alsmede de artikelen 16, 20, 21, 22, 23 en 33, tweede lid, van de Arbeidsomstandighedenwet 1998 voorzover het betreft artikel 12 en artikel 8.44, eerste lid, van de Wet milieubeheer voorzover het betreft artikel 13;
De Raad van State gehoord (advies van 14 juli 2005, nr. W08.05.0120/V);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 14 december 2005, nr. DJZ2005215654, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en in overeenstemming met Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Onze Minister van Verkeer en Waterstaat en Onze Minister van Economische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§

1

Begripsomschrijvingen en toepassingsbereik

Artikel

1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • algemene verordening gegevensbescherming: Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95.46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PbEU 2016 L 119);

  • asbest: stoffen die een of meer van de volgende vezelachtige silicaten bevatten:

    • 1°.

      actinoliet (CAS-nummer 77536-66-4);

    • 2°.

      amosiet (CAS-nummer 12172-73-5);

    • 3°.

      anthofylliet (CAS-nummer 77536-67-5);

    • 4°.

      chrysotiel (CAS-nummer 12001-29-5);

    • 5°.

      tremoliet (CAS-nummer 77536-68-6);

    • 6°.

      crocidoliet (CAS-nummer 12001-28-4);

  • asbesthoudend product: product waarin asbest voorkomt;

  • asbestinventarisatie: inventarisatie als bedoeld in artikel 4.54a, eerste lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit;

  • asbestinventarisatierapport: rapport als bedoeld in artikel 4.54a, derde lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit;

  • asbestsanering: keten van handelingen die tot doel hebben een gebouw, object of terrein, waar asbest of een asbesthoudend product aanwezig is, geheel of gedeeltelijk te saneren en die achtereenvolgens de inventarisatie en verwijdering van het asbest of asbesthoudend product, de eindbeoordeling van het resultaat van de verwijdering en de afvoer en verwerking van het asbestafval omvat;

  • LAVS: landelijk asbestvolgsysteem, bedoeld in artikel 9.5.7, eerste lid, van de Wet milieubeheer;

  • LAVS-beheerder: Rijkswaterstaat, optredend namens Onze Minister ter uitvoering van artikel 9.5.7, tweede lid, van de Wet milieubeheer;

  • object: constructie, installatie, apparaat of transportmiddel, niet zijnde een bouwwerk als bedoeld in de bijlage bij de Omgevingswet en niet bedoeld ter ondersteuning van de functie van zodanig een bouwwerk.

§

2

Asbestinventarisatie

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Degene die een handeling doet verrichten waarop artikel 3 van toepassing is, verstrekt, voordat de handeling wordt verricht, een afschrift van het asbestinventarisatierapport aan degene die de handeling verricht.

§

3

Asbestverwijdering

Artikel

6

Artikel

7

Degene die anders dan in de uitoefening van een beroep of bedrijf asbest of een asbesthoudend product verwijdert, draagt er zorg voor dat:

  • a.

    de verwijderingshandeling, indien technisch mogelijk, wordt verricht alvorens het object waarin het asbest of asbesthoudende product zich bevindt, geheel of gedeeltelijk wordt afgebroken of uit elkaar genomen;

  • b.

    verwijderd asbest of een verwijderd asbesthoudend product onmiddellijk van niet-asbesthoudende producten wordt gescheiden en verzameld;

  • c.

    het verzamelde asbest of de verzamelde asbesthoudende producten, tenzij dit door vorm of formaat niet mogelijk is, onmiddellijk wordt respectievelijk worden verpakt in niet-luchtdoorlatend verpakkingsmateriaal van zodanige dikte en sterkte dat deze niet scheurt;

  • d.

    niet-luchtdoorlatend verpakkingsmateriaal waarin verwijderd asbest of een verwijderd asbesthoudend product is verpakt onmiddellijk wordt afgesloten en opgeslagen in een afgesloten opslagplaats;

  • e.

    ingeval verzameld asbest of verzamelde asbesthoudende producten niet in niet-luchtdoorlatend verpakkingsmateriaal kan respectievelijk kunnen worden verpakt, dat asbest of die asbesthoudende producten onmiddellijk in een afgesloten container wordt respectievelijk worden opgeslagen;

  • f.

    niet-luchtdoorlatend verpakkingsmateriaal waarin verwijderd asbest of een verwijderd asbesthoudend product is verpakt op duidelijke wijze wordt voorzien van aanduidingen overeenkomstig artikel 7 van het Productenbesluit asbest;

  • g.

    opgeslagen verwijderd asbest of een opgeslagen verwijderd asbesthoudend product binnen twee weken na het vrijkomen hiervan wordt afgevoerd naar een voor het afgeven van grove huishoudelijke afvalstoffen ingerichte locatie als bedoeld in artikel 3.170, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving.

Artikel

8

Artikel

9

§

4

Het LAVS

Artikel

10

Artikel

11

Artikel

12

Artikel

13

Artikel

14

Artikel

15

§

5

Bestuursrechtelijke handhaving

Artikel

16

Vervallen

§

6

Slotbepalingen

Artikel

18

Dit besluit wordt aangehaald als: Asbestverwijderingsbesluit 2005.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer , P. L. B. A. van Geel
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid , H. A. L. van Hoof
De Minister van Justitie , J. P. H. Donner