Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 24 mei 2006, nr. BVE/IenI-2006/22578, houdende regels voor het verstrekken van een aanvullende vergoeding voor de innovatie van het beroepsonderwijs voor de periode 2006–2009 (Regeling innovatiebox beroepsonderwijs 2006–2009)

Regeling innovatiebox beroepsonderwijs 2006 tot en met 2009

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
Overwegende dat het wenselijk is om verschillende innovatiebudgetten te bundelen en dat voor het jaar 2006 op grond van artikel 3 van de Wet Fonds economische structuurversterking middelen zijn toegevoegd aan de begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor ICES projecten op het terrein van kennisinfrastructuur;

Besluit:

Artikel

1

Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    WEB: de Wet educatie en beroepsonderwijs;

  • b.

    instelling: een instelling als bedoeld in artikel 1.1.1, onder b, een instituut als bedoeld in artikel 12.3.8, dan wel een hogeschool als bedoeld in artikel 12.3.9 van de WEB dan wel door rechtsopvolgers voor wat betreft de beroepsopleidende leerweg;

  • c.

    AOC: een agrarisch opleidingscentrum als bedoeld in artikel 1.3.3 van de WEB;

  • d.

    Minister: de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en, voor zover het betreft het beroepsonderwijs op het gebied van de landbouw en de natuurlijke omgeving, de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

  • e.

    FES-middelen: middelen op de begroting van het Ministerie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap die beschikbaar zijn gesteld op grond van artikel 3 van de Wet Fonds economische structuurversterking;

  • f.

    Groene kenniscoöperatie: het samenwerkingsverband van de agrarische onderwijscentra, de instellingen voor hoger beroepsonderwijs in het domein Landbouw en natuurlijke omgeving en Wageningen universiteit;

  • g.

    Aequor: het kenniscentrum op het gebied van de landbouw en de natuurlijke omgeving.

Artikel

2

Doelomschrijving

Artikel

3

Aanwending van de aanvullende vergoeding

Artikel

4

Hoogte van het budget

Artikel

5

Berekening aanvullende vergoeding instellingen niet zijnde een AOC

Artikel

6

Berekening aanvullende vergoeding kenniscentra

Voor de kenniscentra, met uitzondering van Aequor, bedraagt de aanvullende vergoeding een evenredig gedeelte van het voor het desbetreffende kalenderjaar voor die kenniscentra beschikbare budget, welk gedeelte wordt berekend naar rato van de omvang van de rijksbijdrage berekend op grond van artikel 4.2.3 van het Uitvoeringsbesluit WEB, die het kenniscentrum over het desbetreffende jaar ontvangt.

Artikel

7

Berekening aanvullende vergoeding AOC

Voor een AOC bedraagt de aanvullende vergoeding een evenredig gedeelte van het voor het desbetreffende kalenderjaar voor de agrarische onderwijscentra beschikbare budget welk gedeelte wordt berekend:

Artikel

8

Betaling

Artikel

9

Financiële verantwoording

Artikel

10

Inhoudelijke verantwoording aan de regio

Instellingen en kenniscentra leggen jaarlijks in ieder geval via het jaarverslag aan de partijen in de regio verantwoording af over de samenwerking, de inzet van de aanvullende vergoeding en de behaalde resultaten in relatie tot de afspraken en doelen, bedoeld in artikel 3. De agrarische onderwijscentra en Aequor leggen het jaarverslag tevens over aan de partners in de Groene kenniscoöperatie.

Artikel

11

Monitor

De instellingen en de kenniscentra werken mee aan een monitor van de effecten van deze regeling.

Artikel

13

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

14

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als Regeling innovatiebox beroepsonderwijs 2006 tot en met 2009.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M.Rutte