Besluit van 16 augustus 2006, houdende regels ter zake van de uitvoering van de Wet toezicht accountantsorganisaties (Besluit toezicht accountantsorganisaties)

Besluit toezicht accountantsorganisaties

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 22 juni 2006, nr. FM 2006-1525 M, Generale Thesaurie, Directie Financiële Markten, Afdeling Marktgedrag en Effectenverkeer;
Gelet op richtlijn nr. 2006/43/EG van 17 mei 2006 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie betreffende de wettelijke accountantscontrole van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen en tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad (PbEU L 157), de artikelen 1, tweede lid, 8, 11, derde lid, 15, tweede lid, 18, derde lid, 19, 21, tweede lid, 22, 25, 26, tweede en derde lid, 41, vierde lid, en 55, eerste lid, van de Wet toezicht accountantsorganisaties;
De Raad van State gehoord (advies van 20 juli 2006, no. W06.06.0253/IV);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 8 augustus 2006, nr. FM 2006-1908 U;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

1

Begripsbepalingen

Artikel

1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • beroepsorganisatie: Nederlandse beroepsorganisatie van accountants, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet op het accountantsberoep;

  • controledossier: geheel van gegevens en bescheiden die zijn vastgelegd tijdens het uitvoeren van een wettelijke controle en waarop de externe accountant zijn verklaring baseert;

  • groepsaccountant: externe accountant die de verantwoordelijkheid draagt voor het afgeven van een accountantsverklaring bij de jaarrekening die mede de geconsolideerde jaarrekening van een groep ondernemingen of instellingen bevat;

  • medewerkers: externe accountants en overige personen die werkzaam zijn bij of verbonden zijn aan een accountantsorganisatie en die zijn betrokken bij de uitvoering van wettelijke controles;

  • verbonden entiteit: onderneming of instelling die met een accountantsorganisatie is verbonden door middel van gemeenschappelijke eigendom, zeggenschap of bestuur;

  • wet: Wet toezicht accountantsorganisaties.

Hoofdstuk

1a

Bepalingen ter uitvoering van artikel 2 van de wet

Artikel

1a

Als organisaties van openbaar belang als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel l, onder 5°, van de wet zijn aangewezen:

Artikel

1b

Hoofdstuk

2

Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 8, 12c, tweede lid, en 12e, derde lid, van de wet

Artikel

2

Artikel

2a

Artikel

2b

Artikel

3

Hoofdstuk

3

Bepaling ter uitvoering van artikel 11, derde lid, van de wet

Artikel

4

Hoofdstuk

4

Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 15, tweede lid, en 16, zesde lid, van de wet

Artikel

5

Artikel

6

De betrouwbaarheid van een persoon die het beleid van een accountantsorganisatie bepaalt of mede bepaalt, staat buiten twijfel wanneer dat eenmaal door de Autoriteit Financiële Markten of De Nederlandsche Bank NV is vastgesteld voor de toepassing van enige wet, zolang niet een wijziging in de relevante feiten of omstandigheden een aanleiding geeft tot een nieuwe beoordeling.

Artikel

7

Indien een accountantsorganisatie in het kader van haar normale bedrijfsvoering vaststelt dat zich een wijziging heeft voorgedaan in de gegevens, bedoeld in artikel 2, derde lid, die nodig zijn in het belang van de beoordeling van de betrouwbaarheid van een persoon als bedoeld in artikel 6, meldt zij dit onverwijld schriftelijk aan de Autoriteit Financiële Markten.

Hoofdstuk

5

Bepalingen ter uitvoering van artikel 18, derde lid, en 22 van de wet

§

1

Algemeen

Artikel

8

Artikel

8a

Artikel

9a

§

2

Cliëntenadministratie

Artikel

10

§

3

Controledossier

Artikel

11

§

4

Aanvaarding of continuering van opdrachten

Artikel

12

Artikel

13

§

5

De uitvoering van de wettelijke controle

Artikel

14

Artikel

15

Een accountantsorganisatie stelt de benodigde tijd en middelen en het benodigde gekwalificeerde personeel aan de externe accountant beschikbaar, opdat hij zijn taak naar behoren kan uitvoeren.

Artikel

15a

Artikel

16

Vervallen

Artikel

17

Artikel

18

Artikel

19

Vervallen

Artikel

20

Vervallen

Artikel

21

Vervallen

§

6

Naleving van het stelsel van kwaliteitsbeheersing

Artikel

22

Een accountantsorganisatie waarborgt de naleving van het stelsel van kwaliteitsbeheersing.

Artikel

23

Artikel

24

§

7

Klachtenregeling

Artikel

25

Een accountantsorganisatie zorgt voor een zorgvuldige afhandeling en vastlegging van klachten over de uitvoering van wettelijke controles.

§

8

Tuchtrechtspraak

Artikel

26

Hoofdstuk

6

Bepalingen ter uitvoering van artikel 19, vierde lid, van de wet

Artikel

27

De eigenaars of aandeelhouders van een accountantsorganisatie, de personen die het dagelijks beleid van een accountantsorganisatie bepalen of mede bepalen, het toezichthoudende orgaan van een accountantsorganisatie, of een met een accountantsorganisatie verbonden entiteit, hebben geen zodanige bemoeienis met de uitvoering van de wettelijke controle door die accountantsorganisatie dat daardoor afbreuk wordt gedaan aan de onafhankelijkheid en objectiviteit van de externe accountant die namens de betrokken accountantsorganisatie de wettelijke controle verricht.

Artikel

28

Een accountantsorganisatie zorgt ervoor dat de bij haar werkzame of aan haar verbonden externe accountants haar ten minste eenmaal per jaar schriftelijk:

  • a.

    bevestigen dat zij de bij en krachtens de wet en de Wet op het accountantsberoep gestelde regels inzake onafhankelijkheid naleven; en

  • b.

    informeren over bedreigingen ter zake van hun onafhankelijkheid.

Artikel

29

Artikel

30

Vervallen

Artikel

30a

Artikel

30b

Artikel

30c

Een accountantsorganisatie vraagt of accepteert geen geldelijke of andere geschenken van de controlecliënt of entiteiten die met de controlecliënt verbonden zijn, tenzij een objectieve, redelijke en geïnformeerde derde partij de waarde daarvan als verwaarloosbaar of onbeduidend zou beschouwen.

Artikel

30d

Een accountantsorganisatie zorgt ervoor dat haar werknemers en andere in artikel 22, tweede lid, van de richtlijn genoemde personen geen:

  • a.

    materieel of financieel belang bezitten in de zin van artikel 30a;

  • b.

    invloed uitoefenen in de zin van 30b;

  • c.

    geldelijke of andere geschenken vragen of accepteren in de zin van 30c;

  • d.

    dienstverband bij de controlecliënt hebben of hebben gehad in de zin van artikel 22, vierde lid, onder c, van de richtlijn.

Hoofdstuk

6a

Bepaling ter uitvoering van artikel 20, vijfde lid, van de wet

Artikel

31a

Een accountantsorganisatie verstrekt geen vertrouwelijke gegevens of inlichtingen aan toezichthoudende instanties.

Hoofdstuk

7

Bepalingen ter uitvoering van artikel 21, tweede lid, onderdeel b, van de wet

Artikel

32

Artikel

33

Hoofdstuk

7a

Bepalingen ter uitvoering van artikel 22a, zevende lid, onderdeel d, en negende lid, van de wet

Artikel

34a

Dit hoofdstuk is van toepassing op accountantsorganisaties met een vergunning die mede strekt tot het verrichten van wettelijke controles bij organisaties van openbaar belang.

Artikel

34b

Een accountantsorganisatie als bedoeld in artikel 34a richt het stelsel van intern onafhankelijk toezicht, bedoeld in artikel 22a van de wet, in overeenkomstig dit hoofdstuk.

Artikel

34c

Artikel

34d

Benoeming van een persoon als lid van het orgaan belast met het interne toezicht geschiedt voor ten hoogste vier jaren. Herbenoeming kan eenmaal en voor ten hoogste vier jaren plaatsvinden.

Artikel

34e

Artikel

34f

Artikel

34g

Artikel

34h

Artikel

34i

Hoofdstuk

8

Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 25 en 25a, vierde lid, van de wet

Artikel

35

Een externe accountant houdt zich aan de verordeningen en nadere voorschriften die krachtens artikel 19, eerste lid, van de Wet op het accountantsberoep zijn vastgesteld en die nadere regels stellen ter zake van zijn vakbekwaamheid, onafhankelijkheid, objectiviteit professioneel-kritische instelling en integriteit.

Hoofdstuk

9

Bepalingen ter uitvoering van artikel 26, tweede, derde en vijfde lid, van de wet

Artikel

36

Onder fraude van materieel belang als bedoeld in artikel 26, derde lid, van de wet wordt verstaan een opzettelijk handelen of nalaten waarbij misleiding wordt gebruikt om een wederrechtelijk voordeel te behalen en waarbij de aard of de omvang zodanig is dat beslissingen die in het maatschappelijk verkeer worden genomen op grond van de financiële verantwoording van de controlecliënt zouden kunnen worden beïnvloed door die misleiding.

Artikel

37

Artikel

38

Een externe accountant meldt, indien artikel 37 geen toepassing vindt, schriftelijk de volgende gegevens aan de in artikel 26 van de wet bedoelde opsporingsambtenaar:

  • a.

    de naam, het adres en de vestigingsplaats van de controlecliënt;

  • b.

    de naam, het adres en de vestigingsplaats van de accountantsorganisatie waarbij de externe accountant werkzaam is of waaraan hij is verbonden;

  • c.

    de naam van de externe accountant;

  • d.

    de datum van de melding; en

  • e.

    een omschrijving van de aard van de vermoedelijke fraude van materieel belang.

Artikel

38a

Artikel

38b

Hoofdstuk

10

Bepaling ter uitvoering van artikel 41, vierde lid, van de wet

Artikel

39

Vervallen

Hoofdstuk

11

Bepaling ter uitvoering van artikel 55, eerste lid, van de wet

Artikel

40

Vervallen

Hoofdstuk

12

Overgangsrecht

Artikel

41

Een aanvraag van een vergunning als bedoeld in artikel 5 van de wet die ingevolge artikel 80, tweede lid, van de wet binnen een maand na inwerkingtreding van de wet bij de Autoriteit Financiële Markten wordt ingediend, bevat in aanvulling op de in artikel 2, eerste lid, bedoelde gegevens en bescheiden, het aantal wettelijke controles dat de aanvrager op het tijdstip van de aanvraag verricht bij organisaties van openbaar belang of overige ondernemingen of instellingen.

Artikel

42a

Hoofdstuk

13

Wijziging van de bijlage bij artikel 1, eerste lid, onderdeel j, van de wet

Artikel

43

Wijzigt de Wet toezicht accountantsorganisaties.

Hoofdstuk

14

Slotbepalingen en inwerkingtreding

Artikel

44

Wijzigt het Besluit politieregisters.

Artikel

45

Wijzigt het Besluit bestuursorganen WNo en Wob.

Artikel

46

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel

47

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit toezicht accountantsorganisaties.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Financiën , G.Zalm
De Minister van Justitie , J. P. H.Donner

Bijlage

behorende bij artikel 40 van het Besluit toezicht accountantsorganisaties

Vervallen