Wet van 19 januari 2006, houdende het toezicht op accountantsorganisaties (Wet toezicht accountantsorganisaties)

Wet toezicht accountantsorganisaties

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het met het oog op de waarborging van de publieke functie van de accountantsverklaring en de bevordering van het vertrouwen in de financiële markten wenselijk is dat regels worden gesteld voor accountantsorganisaties en accountants die wettelijke controles verrichten en dat onafhankelijk publiek toezicht wordt gehouden op de naleving van die regels;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

1

Definities en reikwijdte

Artikel

1

Artikel

2

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden categorieën van ondernemingen, instellingen of openbare lichamen aangewezen wier omvang of functie in het maatschappelijk verkeer van zodanige aard is dat een ondeugdelijk uitgevoerde wettelijke controle van de financiële verantwoording een aanmerkelijke invloed kan hebben op het vertrouwen in de publieke functie van de accountantsverklaring.

Artikel

3

Bij algemene maatregel van bestuur, op voordracht van Onze Minister en Onze Minister wie het mede aangaat, kunnen vrijwillige controles worden aangewezen waarop deze wet van toepassing is.

Hoofdstuk

2

Toegang tot de markt

Afdeling

2.1

Vergunning

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

De vergunning is niet overdraagbaar.

Artikel

8

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld ten aanzien van de wijze waarop de aanvraag voor een vergunning wordt ingediend, de gegevens die daarbij worden verstrekt, de bescheiden die daarbij worden overgelegd, de voorschriften die aan de vergunning worden verbonden en de beperkingen die aan de vergunning gesteld kunnen worden.

Afdeling

2.2

Verval en intrekking van de vergunning

Artikel

9

De vergunning vervalt indien de accountantsorganisatie waaraan de vergunning is verleend ophoudt te bestaan.

Artikel

10

De Autoriteit Financiële Markten kan de voorschriften en beperkingen, bedoeld in artikel 6, derde lid, wijzigen, aanvullen of intrekken, of alsnog voorschriften verbinden of beperkingen stellen aan een vergunning, of de vergunning intrekken of beperken:

  • a.

    op verzoek van de houder;

  • b.

    indien de houder naar later blijkt bij de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt, en kennis omtrent de juiste en volledige gegevens tot een andere beslissing zou hebben geleid;

  • c.

    indien de houder omstandigheden of feiten heeft verzwegen op grond waarvan, indien zij zich hadden voorgedaan of bekend waren geweest op het tijdstip waarop de vergunning werd verleend, de vergunning zou zijn geweigerd;

  • d.

    indien de houder in staat van faillissement is komen te verkeren of surseance van betaling heeft verkregen of indien ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard of indien door een rechterlijke beschikking één of meer goederen van de houder onder bewind als bedoeld in de artikelen 380, 409 of 431 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek zijn gesteld of indien de ondercuratelestelling van de houder is uitgesproken;

  • e.

    indien zich omstandigheden voordoen of feiten bekend worden welke ertoe leiden of zouden kunnen leiden dat de formele of feitelijke zeggenschapsstructuur van de accountantsorganisatie in zodanige mate ondoorzichtig wordt dat deze een belemmering zou vormen voor het adequaat uitoefenen van het toezicht op de accountantsorganisatie;

  • f.

    indien de houder niet meer voldoet aan bij of krachtens deze wet gestelde regels.

Afdeling

2.3

Het register

Artikel

11

Artikel

12

Aan een ieder wordt kosteloos inzage verleend in het register. De Autoriteit Financiële Markten verstrekt aan een ieder desgevraagd, tegen betaling van de kostprijs, afschriften uit het register.

Hoofdstuk

3

De accountantsorganisatie en de externe accountant

Afdeling

3.1

De accountantsorganisatie

Paragraaf

3.1.1

Toepassingsbereik

Artikel

13

De voorschriften in deze afdeling zijn van toepassing op accountantsorganisaties waaraan een vergunning is verleend.

Paragraaf

3.1.2

Algemene voorschriften

Artikel

14

De accountantsorganisatie draagt er zorg voor dat de externe accountants die bij haar werkzaam zijn of aan haar zijn verbonden voldoen aan het bij of krachtens afdeling 3.2 bepaalde.

Artikel

15

Artikel

16

Artikel

17

De formele of feitelijke zeggenschapsstructuur van de accountantsorganisatie vormt geen belemmering voor het adequaat uitoefenen van het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze wet bepaalde door de accountantsorganisatie.

Artikel

18

Artikel

19

De accountantsorganisatie voldoet aan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels terzake van haar onafhankelijkheid.

Artikel

20

Een accountantsorganisatie die bij het verrichten van een wettelijke controle de beschikking krijgt over gegevens waarvan zij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behoudens voor zover zij bij of krachtens wettelijk voorschrift tot mededeling verplicht is.

Artikel

21

Paragraaf

3.1.3

Aanvullende voorschiften ten aanzien van accountantsorganisaties die wettelijke controles verrichten bij organisaties van openbaar belang

Artikel

22

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen, onverminderd artikel 18, aanvullende regels worden gesteld ten aanzien van het stelsel van kwaliteitsbeheersing van accountantsorganisaties die wettelijke controles verrichten bij organisaties van openbaar belang.

Artikel

23

De accountantsorganisatie verricht geen wettelijke controle bij een organisatie van openbaar belang, indien zij met betrekking tot die organisatie:

  • a.

    op enig tijdstip gedurende de daaraan voorafgaande twee jaar de financiële verantwoording waarop de wettelijke controle betrekking heeft, heeft samengesteld; of

  • b.

    gedurende de periode waarop de financiële verantwoording betrekking heeft of ten tijde van het verrichten van de wettelijke controle een aanmerkelijk deel van de financiële administratie heeft verzorgd of ingericht, onderscheidenlijk verzorgt of inricht.

Artikel

24

Afdeling

3.2

De externe accountant

Artikel

25

De externe accountant voldoet aan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels terzake van zijn vakbekwaamheid, onafhankelijkheid, objectiviteit en integriteit.

Artikel

26

Artikel

27

De externe accountant is een registeraccountant of een Accountant-Administratieconsulent ten aanzien van wie in het accountantsregister een aantekening is geplaatst als bedoeld in artikel 36, derde lid, van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten en voldoet aan de bij en krachtens de Wet op de Registeraccountants of de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten gestelde regels, voor zover deze van toepassing zijn op het uitvoeren van werkzaamheden betreffende de totstandkoming of de uitvoering van een opdracht tot het verrichten van wettelijke controles.

Artikel

28

Met het oog op de waarborging van de publieke functie van de accountantsverklaring kan bij algemene maatregel van bestuur artikel 27 buiten toepassing worden verklaard.

Artikel

29

De externe accountant geeft de accountantsverklaring af en ondertekent deze op eigen naam en vermeldt daarbij de accountantsorganisatie waarbij hij werkzaam is of waaraan hij is verbonden.

Artikel

30

Indien de externe accountant met betrekking tot het uitvoeren van werkzaamheden betreffende de totstandkoming of de uitvoering van een of meer opdrachten tot het verrichten van wettelijke controles wordt betrokken in een tuchtrechtsgeding, meldt hij dit onverwijld aan de betrokken controlecliënten.

Artikel

31

Hoofdstuk

4

Rekening en verantwoording van de Autoriteit Financiële Markten

Artikel

32

Artikel

33

Indien gedurende het jaar aanmerkelijke verschillen ontstaan of dreigen te ontstaan tussen de werkelijke en begrote baten en lasten dan wel inkomsten en uitgaven, doet de Autoriteit Financiële Markten daarvan onverwijld mededeling aan Onze Minister onder vermelding van de oorzaak van de verschillen.

Artikel

34

Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld voor de inrichting van de begroting.

Artikel

35

Artikel

36

Artikel

37

Artikel

38

Artikel

39

Artikel

40

Artikel

41

Artikel

42

De Autoriteit Financiële Markten verstrekt Onze Minister desgevraagd inlichtingen die nodig zijn voor de beoordeling van de uitvoerbaarheid van algemene beleidsvoornemens en voorgenomen wettelijke voorschriften, voor zover deze betrekking hebben op het door de Autoriteit Financiële Markten uit te oefenen toezicht ingevolge deze wet.

Artikel

43

Artikel

44

Artikel

45

Hoofdstuk

5

Toezicht en handhaving

Paragraaf

5.1

Toezicht op de naleving

Artikel

47

Een meerderheid van de leden van het bestuur van de Autoriteit Financiële Markten die het dagelijks beleid met betrekking tot het toezicht op de naleving van deze wet bepalen:

  • a.

    is gedurende de drie voorafgaande jaren dat zij het dagelijks beleid bepalen, niet verantwoordelijk geweest voor het uitvoeren van wettelijke controles;

  • b.

    heeft gedurende de drie voorafgaande jaren geen deel uitgemaakt van de dagelijkse leiding van een accountantsorganisatie;

  • c.

    heeft gedurende de drie voorafgaande jaren niet als stemgerechtigd lid deel uitgemaakt van het bestuur van een accountantsorganisatie; en

  • d.

    is gedurende de drie voorafgaande jaren niet werkzaam geweest of verbonden aan een accountantsorganisatie.

Artikel

48

Artikel

49

Artikel

51

Paragraaf

5.2

Handhaving

Artikel

52

De Autoriteit Financiële Markten kan de accountantsorganisatie waaraan een vergunning is verleend die niet voldoet aan hetgeen bij of krachtens deze wet is bepaald, door middel van het geven van een aanwijzing verplichten om binnen een door de Autoriteit Financiële Markten gestelde redelijke termijn ten aanzien van in de aanwijzingsbeschikking aan te geven punten een bepaalde gedragslijn te volgen.

Artikel

53

Artikel

54

Artikel

55

Artikel

56

Degene jegens wie de Autoriteit Financiële Markten een handeling heeft verricht waaraan hij in redelijkheid de gevolgtrekking kan verbinden dat hij ervan wordt verdacht een overtreding te hebben begaan die met een bestuurlijke boete wordt bedreigd, is niet verplicht ter zake daarvan enige inlichting te verstrekken. Hij wordt hiervan in kennis gesteld alvorens hem om informatie wordt gevraagd.

Artikel

57

Artikel

58

Artikel

59

Artikel

60

Artikel

61

Artikel

62

De werkzaamheden in verband met het opleggen van een bestuurlijke boete worden verricht door personen die niet betrokken zijn geweest bij het vaststellen van de overtreding en het daaraan voorafgaande onderzoek.

Paragraaf

5.3

Beroep

Hoofdstuk

6

Publicatie

Artikel

64

De Autoriteit Financiële Markten kan, in afwijking van artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht, teneinde de naleving van de wet te bevorderen, ter openbare kennis brengen:

  • a.

    haar weigering om een aangevraagde vergunning te verlenen, wanneer deze weigering niet meer in beroep kan worden getroffen en de aanvrager handelt als was hem de vergunning verleend;

  • b.

    het feit dat degene waarop naar haar oordeel het verbod, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van toepassing is, niet over een vergunning beschikt en handelt als was hem een vergunning verleend;

  • c.

    het feit dat een accountantsorganisatie een op grond van artikel 52 gegeven aanwijzing niet heeft opgevolgd;

  • d.

    het feit ter zake waarvan een last onder dwangsom of een bestuurlijke boete is opgelegd, het overtreden voorschrift, alsmede de naam, het adres en de woonplaats van degene aan wie de last onder dwangsom of de bestuurlijke boete is opgelegd.

Artikel

65

Degene jegens wie door de Autoriteit Financiële Markten een handeling is verricht waaraan hij in redelijkheid de gevolgtrekking kan verbinden dat de Autoriteit Financiële Markten zijn handelen of nalaten op grond van artikel 64 ter openbare kennis zal brengen, is niet verplicht ter zake daarvan enige verklaring af te leggen. Hij wordt hiervan in kennis gesteld alvorens hem om informatie wordt gevraagd.

Artikel

66

Artikel

67

De beschikking om op grond van artikel 64 een feit ter openbare kennis te brengen vermeldt in ieder geval:

  • a.

    het feit dat ter openbare kennis wordt gebracht;

  • b.

    de wijze waarop het feit ter openbare kennis wordt gebracht; en

  • c.

    de termijn waarna het feit ter openbare kennis wordt gebracht.

Artikel

68

Tenzij de bevordering van de naleving van deze wet geen uitstel toelaat, wordt de werking van de beschikking om op grond van artikel 64 een feit ter openbare kennis te brengen opgeschort totdat de beroepstermijn is verstreken of, indien beroep is ingesteld, op het beroep is beslist.

Artikel

69

In afwijking van artikel 3:40 van de Algemene wet bestuursrecht treedt de beschikking in werking op de dag waarop het feit ter openbare kennis is gebracht zonder dat de werking voor de duur van de beroepstermijn of, indien beroep is ingesteld, van het beroep wordt opgeschort, indien van de betrokkene geen adres bekend is en het adres ook niet met een redelijke inspanning kan worden verkregen.

Artikel

70

Artikel

71

Artikel

72

De werkzaamheden in verband met het op grond van artikel 64 ter openbare kennis brengen van een feit worden verricht door personen die niet betrokken zijn geweest bij het vaststellen van het feit en het daaraan voorafgaande onderzoek.

Hoofdstuk

7

Wijzigingen andere wetten

Paragraaf

7.1

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Artikel

73

Wijzigt de Gemeentewet.

Artikel

74

Wijzigt de Provinciewet.

Paragraaf

7.2

Ministerie van Financiën

Artikel

75

Wijzigt de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten.

Artikel

76

Wijzigt de Wet op de Registeraccountants.

Paragraaf

7.3

Ministerie van Justitie

Artikel

77

Wijzigt de Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie.

Artikel

78

Wijzigt de Wet op de economische delicten.

Hoofdstuk

8

Evaluatiebepaling en overgangs- en slotbepalingen

Artikel

79

Onze Minister zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Artikel

80

Artikel

81

De besluiten die voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet zijn genomen door onderscheidenlijk het examenbureau, bedoeld in artikel 74, eerste lid, van de Wet op de Registeraccountants, het curatorium, bedoeld in artikel 75, eerste lid, van de Wet op de Registeraccountants en het examenbureau, bedoeld in artikel 85, eerste lid, van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten, en die betrekking hebben op een periode na bedoeld tijdstip, worden na dat tijdstip geacht te zijn genomen door de Commissie eindtermen accountantsopleiding, bedoeld in artikel 69, eerste lid, van de Wet op de Registeraccountants.

Artikel

82

In geval voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet beroep is ingesteld tegen een op grond van de Wet op de Registeraccountants genomen besluit door het examenbureau, bedoeld in artikel 74, eerste lid, van die wet of het curatorium, bedoeld in artikel 75, eerste lid, van die wet, onderscheidenlijk tegen een op grond van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten genomen besluit door het examenbureau, bedoeld in artikel 85, eerste lid, van die wet of het curatorium, bedoeld in artikel 89, eerste lid, van die wet wordt op het bezwaar en beroep beslist met toepassing van het voor dat tijdstip geldende recht.

Artikel

83

Artikel

84

In afwijking van artikel 67, tweede lid, van de Wet op de Registeraccountants en artikel 54, tweede lid, van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten, blijven de regels, opgenomen in de artikelen 8 tot en met 13 van het Examenbesluit registeraccountants 1994 onderscheidenlijk de artikelen 8 tot en met 13 van het Examenbesluit Accountants-Administratieconsulenten 1994, zoals deze luidden voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, van toepassing op de praktijkstage, tot het tijdstip waarop de verordening, bedoeld in artikel 67, tweede lid, van de Wet op de Registeraccountants onderscheidenlijk de verordening, bedoeld in artikel 54, tweede lid, van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten, in werking treedt.

Artikel

85

Artikel

86

Artikel

87

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel

88

Deze wet wordt aangehaald als: Wet toezicht accountantsorganisaties.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te ’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Financiën , G.Zalm
De Minister van Justitie , J. P. H.Donner

Bijlage

bij artikel 1, eerste lid, onderdeel j, van de wet