Besluit van 30 oktober 2006, houdende regels met betrekking tot de ontheffing van verplichtingen genoemd in de Werkloosheidswet en de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Besluit ontheffing verplichtingen WW en Wet WIA)

Besluit ontheffing verplichtingen WW en Wet WIA

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 9 augustus 2006, nr. SV/WV/2006/56306;
De Raad van State gehoord (advies van 17 augustus 2006, no. W12.06.0346/IV);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 27 oktober 2006, Directie Sociale Verzekeringen, nr. SV/WV/2006/88880;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

mantelzorg: noodzakelijke zorg voor een zieke of gehandicapte;

uitkeringsgerechtigde: de verzekerde, bedoeld in de Wet WIA, die zijn resterende verdiencapaciteit als bedoeld in paragraaf 7.2 van die wet niet volledig benut of de werknemer, bedoeld in hoofdstuk 1, paragraaf 2, van de WW, die recht heeft op een WGA-uitkering respectievelijk een WW-uitkering;

vrijwilligerswerk: onbetaalde en onverplichte activiteiten binnen een organisatie die een ideële doelstelling heeft of een maatschappelijk nut nastreeft, welke activiteiten doorgaans een aanvullend karakter hebben op bestaande maatschappelijke voorzieningen;

Wet WIA: Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen;

WGA-uitkering: een werkhervattingsuitkering gedeeltelijk arbeidsgeschikten als bedoeld in hoofdstuk 7 van de Wet WIA;

WW: Werkloosheidswet;

WW-uitkering: een uitkering op grond van de WW.

Artikel

2

Ontheffing in verband met vrijwilligerswerk

Artikel

3

Ontheffing in verband met mantelzorg

Artikel

4

Ontheffing in verband met calamiteiten

Het UWV kan aan een uitkeringsgerechtigde al dan niet op diens aanvraag voor een periode van maximaal vier weken ontheffing verlenen van de verplichtingen, bedoeld in artikel 30, eerste lid, van de Wet WIA, of in de artikelen 24, eerste lid, onderdeel b, onder 1°, 2° en 4°, en 26, eerste lid, onderdeel d, f en g, van de WW, indien van die uitkeringsgerechtigde tijdelijk redelijkerwijs niet kan worden verlangd dat hij aan die verplichtingen voldoet in verband met een plotselinge, ernstige crisissituatie in de privé-sfeer.

Artikel

5

Eenmalige ontheffing

Artikel

6

Nadere regelgeving

Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de in de artikelen 2 tot en met 4 gestelde voorwaarden en de wijze waarop aangetoond kan worden dat aan die voorwaarden is voldaan.

Artikel

7

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel

8

Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit ontheffing verplichtingen WW en Wet WIA.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, A. J.de Geus
De Minister van Justitie, E. M. H.Hirsch Ballin