-
a.
het ontwikkelen en uitvoeren van Europees en internationaal beleid gericht op een goede organisatie, verhoudingen, kwaliteit en functionering van het binnenlands bestuur;
-
b.
het ontwikkelen en uitvoeren van Nederlands beleid gericht op een goede decentrale en interbestuurlijke naleving van relevante regelgeving van de Europese Unie, verdragen van de Raad van Europa en bilaterale verdragen;
-
c.
het signaleren van Europese ontwikkelingen die van belang zijn voor de organisatie, verhoudingen, kwaliteit en functionering van het binnenlands bestuur;
-
d.
de bevordering van toezicht op de naleving van Europese regelgeving op decentraal niveau;
-
e.
het ontwikkelen, coördineren en faciliteren van Europese netwerken op het gebied van bestuur, grote stedenbeleid en grensoverschrijdende samenwerking;
-
f.
bevorderen dat medeoverheden optimaal gebruik kunnen maken van de mogelijkheden en kansen die Europa biedt;
-
g.
het functioneren als Coördinatiepunt Staatssteun en het doorgeleiden van staatssteunmeldingen van de decentrale overheden naar de Europese Commissie.