Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 8 december 2006, nr. AV/PB/2006/100605, tot verstrekking van een eenmalige tegemoetkoming voor bepaalde personen in het kader van pensioenverevening bij scheiding (Tijdelijke regeling eenmalige tegemoetkoming pensioenverevening)
De SVB stelt op aanvraag het recht op een tegemoetkoming vast.
2
Een aanvraag wordt tussen 1 oktober 2007 en 15 november 2007 bij de SVB ingediend door middel van een door de SVB beschikbaar gesteld aanvraagformulier.
Artikel
4
Hoogte en betaling tegemoetkoming
1
De hoogte van de tegemoetkoming bedraagt € 4500,–.
2
De tegemoetkoming wordt op een door de SVB te bepalen wijze in 2007 aan de rechthebbende beschikbaar gesteld indien de rechthebbende op het moment van uitbetaling in leven is.
Artikel
5
Onthouding en terugvordering
1
De tegemoetkoming kan geheel of gedeeltelijk aan een rechthebbende worden onthouden, indien de rechthebbende niet desgevraagd de gegevens verstrekt die nodig zijn voor het vaststellen van het recht op de tegemoetkoming.
2
Indien blijkt dat een persoon in strijd met de waarheid gegevens heeft verstrekt of verzwegen, waardoor hij ten onrechte de tegemoetkoming heeft verkregen, dan wel dit op andere wijze heeft bewerkstelligd, wordt de waarde van de ten onrechte verkregen tegemoetkoming door de SVB teruggevorderd.
Artikel
6
Rijksbijdrage en verantwoording
1
In de middelen tot dekking van de uitgaven verbonden aan deze regeling wordt voorzien door een rijksbijdrage aan de SVB.
2
De middelen, bedoeld in het eerste lid, worden op basis van een raming van de Minister ter beschikking gesteld aan de SVB via de rekening-courant bij de Minister van Financiën, die de SVB op grond van artikel 120, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen aanhoudt.
3
Op de lasten van deze regeling voor de SVB komt in mindering de waarde van de ten onrechte toegekende tegemoetkomingen , die wordt teruggevorderd op grond van artikel 5, tweede lid.
De SVB zendt uiterlijk vóór 1 juni 2008 op basis van de jaarrekening over 2007 een overzicht van haar uitgaven op grond van deze regeling ten laste van de rijksbijdrage.
6
De Minister stelt vóór 31 oktober 2008 de rijksbijdrage vast.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2008.
2
De regeling, zoals die voor de datum waarop deze vervalt geldt, blijft van toepassing op de afwikkeling van deze regeling.
Artikel
9
Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke regeling eenmalige tegemoetkoming pensioenverevening.
Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, A.J. deGeus