Wet van 6 december 2006 ter uitvoering van titel 7.5 (Pacht) van het Burgerlijk Wetboek inzake de samenstelling en werkwijze van de grondkamers en de centrale grondkamer (Uitvoeringswet grondkamers)

Uitvoeringswet grondkamers

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is tegelijk met het wetsvoorstel tot vaststelling en invoering van titel 5 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek onder gelijktijdige intrekking van de Pachtwet de bepalingen van de Pachtwet over de samenstelling en werkwijze van de grondkamers en van de Centrale Grondkamer over te hevelen naar een wet tot uitvoering van titel 5 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, alsmede enige wetgeving aan te passen aan genoemde titel;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

1

Samenstelling en werkwijze van de grondkamers en van de centrale grondkamer

Artikel

1

Er zijn grondkamers, waarvan het rechtsgebied en de standplaats door Ons worden aangewezen.

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

10

Er is een Centrale Grondkamer, gevestigd te Arnhem.

Artikel

11

De tot de rechterlijke macht behorende leden, de deskundige leden en de plaatsvervangende deskundige leden van de pachtkamer van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden zijn van rechtswege tevens lid, onderscheidenlijk plaatsvervangend lid, van de Centrale Grondkamer.

Artikel

12

Artikel

13

Artikel

14

De artikelen 6 en 7 vinden ten aanzien van de leden, de plaatsvervangende leden, de griffier en de plaatsvervangende griffier van de Centrale Grondkamer overeenkomstige toepassing.

Artikel

15

Artikel

16

Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere voorschriften gegeven ter uitvoering van dit hoofdstuk alsmede omtrent de werkwijze van de grondkamers en de Centrale Grondkamer.

Hoofdstuk

2

Verzoeken aan de grondkamer

Paragraaf

1

De indiening

Artikel

17

Artikel

18

Het verzoek tot goedkeuring van een ontwerp-pachtovereenkomst of van een ontwerp-overeenkomst tot wijziging van een pachtovereenkomst wordt ingediend bij de grondkamer. Het moet zijn ondertekend door degenen, die in de ontwerp-overeenkomst als partijen zijn genoemd of hun gemachtigden. Daarbij wordt overgelegd een ongetekend exemplaar van de ontwerp-overeenkomst, vermeerderd met zoveel ongetekende exemplaren als er verzoekers zijn. Het verpachte moet met de kadastrale aanduiding zijn aangeduid.

Artikel

19

Artikel

20

Artikel

21

Artikel

22

Paragraaf

2

Het onderzoek

Artikel

23

Artikel

24

Paragraaf

3

De behandeling

Artikel

25

Artikel

26

Artikel

27

Artikel

28

Artikel

29

De secretaris maakt een verslag van hetgeen bij de mondelinge behandeling voorvalt met vermelding van de zakelijke inhoud van de afgelegde verklaringen. Het verslag wordt door de voorzitter en de secretaris vastgesteld en ondertekend. Desgevraagd ontvangen partijen daarvan afschrift.

Artikel

30

Artikel

31

Artikel

32

Bij de behandeling van een verzoek tot goedkeuring van een ontwerp-pachtovereenkomst of van een ontwerp-overeenkomst tot wijziging van een pachtovereenkomst vinden de artikelen 29, 30 en 31 overeenkomstige toepassing.

Artikel

33

Indien de grondkamer de pachtovereenkomst of de overeenkomst tot wijziging of beëindiging van de pachtovereenkomst ongewijzigd goedkeurt, zendt de secretaris aan iedere partij een exemplaar of een afschrift van de overeenkomst, waarop de beslissing, die de grondkamer heeft genomen, is aangetekend.

Artikel

34

Paragraaf

4

De behandeling in hoger beroep

Artikel

36

Artikel

37

Artikel

38

Artikel

39

Artikel

40

Hoofdstuk

3

Competentiegeschillen

Artikel

41

Competentie-geschillen tussen grondkamers worden door de Centrale Grondkamer beslist.

Hoofdstuk

4

Algemene bepalingen

Artikel

42

Bij algemene maatregel van bestuur worden regelen gesteld over de wijze waarop de kennisgevingen en de toezending van stukken door de secretaris van de grondkamer en door de griffier van de Centrale Grondkamer geschieden.

Artikel

43

Vervallen

Artikel

44

Hoofdstuk

5

Bijzondere processuele bepaling

Artikel

45

Indien binnen de in de wet gestelde termijn een verzoek is ingediend of een vordering is ingesteld bij de pachtkamer van de rechtbank en deze beslist, dat zij niet bevoegd is daarvan kennis te nemen, kan het verzoek, indien de grondkamer bevoegd is daarvan kennis te nemen en een wettelijke termijn, waarbinnen het verzoek bij de grondkamer moet worden ingediend, niet meer in acht kan worden genomen, niettemin nog binnen een maand na de beslissing van de pachtkamer bij de grondkamer worden ingediend. Hetzelfde geldt, indien een dergelijke beslissing door de pachtkamer van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden wordt bevestigd dan wel door haar de pachtkamer bij de rechtbank alsnog niet bevoegd wordt verklaard van het verzoek of van de vordering kennis te nemen.

Hoofdstuk

6

Algemene wet bestuursrecht

Hoofdstuk

7

Aanpassing wetgeving

Artikel

47

Wijzigt de Gemeentewet.

Artikel

48

Wijzigt de Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Artikel

49

Vervallen

Artikel

50

Wijzigt de Onteigeningswet.

Artikel

51

Vervallen

Artikel

52

Wijzigt de Reconstructiewet Midden-Delfland.

Artikel

53

Wijzigt de Wet agrarisch grondverkeer.

Artikel

54

Wijzigt de Wet voorkeursrecht gemeenten.

Hoofdstuk

8

Slotartikelen

Artikel

55

De Pachtwet wordt ingetrokken.

Artikel

58

Wijzigt deze wet.

Artikel

59

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel

60

Deze wet wordt aangehaald als: Uitvoeringswet grondkamers.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te ’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C. P.Veerman
De Minister van Justitie, E. M. H.Hirsch Ballin
De Minister van Justitie, E. M. H.Hirsch Ballin