Artikel
1
In deze regeling wordt verstaan onder:
-
a.
de opsporingsambtenaar: de buitengewoon opsporingsambtenaar, bedoeld in artikel 142, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, niet zijnde de buitengewoon opsporingsambtenaar voor wie de commandant van de Koninklijke marechaussee als direct toezichthouder is aangewezen, indien hij optreedt in de uitoefening van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 8, eerste en derde lid, van de Politiewet 1993, dan wel indien die rechtens is uitgerust met een of meer geweldsmiddelen alsmede de opsporingsambtenaar in dienst van een bijzondere opsporingsdienst;
-
b.
bijzondere opsporingsdienst: de diensten, genoemd in artikel 2 van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten;
-
c.
de Ambtsinstructie: Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee, de ambtenaar van een bijzondere opsporingsdienst en de buitengewoon opsporingsambtenaar;
-
d.
geweldsmiddel: geweldsmiddel als bedoeld in artikel 1, derde lid, onderdeel d, van de Ambtsinstructie ;
-
e.
LSOP: zelfstandig bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1a van de Wet op het LSOP en het politieonderwijs;
-
f.
de toets geweldsbeheersing:de door het LSOP samengestelde toets ter beoordeling van de kennis op het gebied van geweldsbeheersing volgens de competentiegerichte eindtermen van de postinitiële opleiding voor de opsporingsambtenaar;
-
g.
de toets aanhoudings- en zelfverdedigingsvaardigheden: de door het LSOP samengestelde toets ter beoordeling van aanhoudings- en zelfverdedigingsvaardigheden volgens de competentiegerichte eindtermen van de postinitiële opleiding voor de opsporingsambtenaar;
-
h.
de toets schietvaardigheid: de door het LSOP samengestelde toets ter beoordeling van de schietvaardigheid volgens de competentiegerichte eindtermen van de postinitiële opleiding voor de opsporingsambtenaar;
-
i.
toetser: de ambtenaar van politie dan wel de ambtenaar in vaste dienst bij een overheidsinstantie die opsporingsambtenaren in dienst heeft dan wel de werknemer in vaste dienst bij een particuliere werkgever van buitengewoon opsporingsambtenaren, die heeft voldaan aan de competentiegerichte eindtermen van de daartoe strekkende opleiding en is gecertificeerd door het LSOP om de toetsen geweldsbeheersing boa, aanhouding- en zelfverdedigingsvaardigheden boa en schietvaardigheid boa af te nemen;
-
j.
de werkgever: de werkgever van de opsporingsambtenaar;
-
k.
de toezichthouder: degene die op grond van de artikelen 36 en 37 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar als toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen alsmede degene die op grond van artikel 7, eerste lid, van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten is aangewezen als toezichthouder van de bijzondere opsporingsdienst;
-
l.
de direct toezichthouder: degene die op grond van de artikelen 36 en 37 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar als direct toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen alsmede degene die op grond van artikel 7, tweede lid, onderdeel a, van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten is aangewezen als toezichthouder van de opsporingsambtenaar van de bijzondere opsporingsdienst.