Wet van 1 november 2007, houdende regels inzake de aanspraak op een inkomensafhankelijke financiële bijdrage in de kosten van kinderen (Wet op het kindgebonden budget)

Wet op het kindgebonden budget

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is dat personen voor wie de kosten van kinderen in verhouding tot hun inkomen een te zware last vormen, een financiële bijdrage in die kosten ontvangen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

1

Algemene bepalingen

Artikel

2

Aanspraak en hoogte kindgebonden budget

Artikel

3

Wijziging bedragen

Artikel

4

Inkomen en vermogen

Het kindgebonden budget blijft buiten beschouwing bij de verlening van andere op het inkomen of vermogen afgestemde publiekrechtelijke uitkeringen en verstrekkingen.

Artikel

5

Uitvoering

Artikel

6a

Overgangsbepaling aanspraak kindgebonden budget

Vervallen

Artikel

7

Niet-indexeren bedragen in berekeningsjaren 2010 tot en met 2015

Vervallen

Artikel

11

Inwerkingtreding

Artikel

12

Citeertitel

Deze wet wordt aangehaald als: Wet op het kindgebonden budget.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
DeMinistervoorJeugd en Gezin, A.Rouvoet
De Staatssecretaris van Financiën, J. C. deJager
De Minister van Justitie, E. M. H.Hirsch Ballin