Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 8 november 2007, nr. LMV 2007.109578, houdende regels met betrekking tot het beoordelen van de luchtkwaliteit (Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007)

Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Gelet op richtlijn nr. 96/62/EG van de Raad van de Europese Unie van 27 september 1996 inzake de beoordeling en het beheer van de luchtkwaliteit (PbEG L 296), richtlijn nr. 1999/30/EG van de Raad van de Europese Unie van 22 april 1999, betreffende grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, zwevende deeltjes en lood in de lucht (PbEG L 163), richtlijn nr. 2000/69/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 november 2000 betreffende grenswaarden voor benzeen en koolmonoxide in de lucht (PbEG L 313), richtlijn nr. 2002/3/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 12 februari 2002 betreffende ozon in de lucht (PbEG L 67), richtlijn nr. 2004/107/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende arseen, cadmium, kwik, nikkel en polycyclische aromatische koolwaterstoffen in de lucht (PbEG L 23), de artikelen 5.15, tweede lid, 5.17, tweede lid, 5.19, vijfde lid, 5.20, eerste en tweede lid, en 5.22 van de Wet milieubeheer en artikel 6, tweede lid, van het Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen);

Besluit:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

depositie: de neerslag van een luchtverontreinigende stof, uitgedrukt als de massa van die stof die neerslaat op een oppervlak van een bepaalde omvang gedurende een bepaalde tijd;

emissiefactor: factor die de uitstoot van een luchtverontreinigende stof per dier per jaar of per voertuigkilometer weergeeft;

grootschalige concentratiegegevens: gegevens met betrekking tot de gemiddelde concentraties op een schaalniveau van één bij één kilometer;

indicatieve meting: meting die overeenkomstig deze regeling met een beperkte regelmaat wordt uitgevoerd;

meetmethode: procedure van het bemonsteren van de buitenlucht, het analyseren van aldus verkregen monsters, het kalibreren van daartoe te gebruiken apparatuur, alsmede de verwerking van het signaal tot een concentratie dan wel depositie;

Minister: Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

polycyclische aromatische koolwaterstoffen: organische verbindingen die bestaan uit ten minste twee versmolten aromatische ringen die volledig uit koolstof en waterstof bestaan;

referentiewaarde: in bijlage 4 opgenomen concentratie bepaald met behulp van de in die bijlage omschreven situaties;

richtlijn 2004/107/EG: richtlijn 2004/107/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 15 december 2004 betreffende arseen, cadmium, kwik, nikkel en polycyclische aromatische koolwaterstoffen in de lucht (PbEG L 23), zoals gewijzigd bij richtlijn (EU) 2015/1480 van de Commissie van 28 augustus 2015 tot wijziging van diverse bijlagen bij de richtlijnen 2004/107/EG en 2008/50/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de regels betreffende de referentiemethoden, de validatie van gegevens en de locatie van de bemonsteringspunten voor de beoordeling van de luchtkwaliteit;

richtlijn 2008/50/EG: richtlijn 2008/50/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2008 betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa (PbEU L 152), zoals gewijzigd bij richtlijn (EU) 2015/1480 van de Commissie van 28 augustus 2015 tot wijziging van diverse bijlagen bij de richtlijnen 2004/107/EG en 2008/50/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de regels betreffende de referentiemethoden, de validatie van gegevens en de locatie van de bemonsteringspunten voor de beoordeling van de luchtkwaliteit;

ruwheidskaart: kaart, houdende een overzicht van de gemiddelde ruwheidslengte op een schaalniveau van één bij één km;

ruwheidslengte: parameter voor de mechanische wrijving tussen luchtstromen en het landoppervlak;

totaal gasvormig kwik: elementaire kwikdamp (Hg0) en reactief gasvormig kwik, ofwel in water oplosbare kwikverbindingen met een voldoende hoge dampdruk om in de gasfase te bestaan;

totale depositie: depositie van alle luchtverontreinigende stoffen gezamenlijk;

verkeersintensiteit: aantal motorvoertuigen dat gemiddeld gedurende een bepaald tijdvak een waarneempunt bij een weg passeert;

vluchtige organische stoffen: antropogene en biogene organische verbindingen, met uitzondering van methaan, die onder invloed van zonlicht door reactie met stikstofoxiden fotochemische oxidanten kunnen vormen;

wet: Wet milieubeheer.

Hoofdstuk

2

Algemene bepalingen inzake het vaststellen van het kwaliteitsniveau

Artikel

2

Artikel

2a

Artikel

2b

Artikel

3

Artikel

4

Burgemeester en wethouders en gedeputeerde staten stellen de Minister jaarlijks voor 1 mei op een door de Minister te bepalen wijze in kennis van de meest recente, hen ter beschikking staande gegevens die nodig zijn om met behulp van de standaardrekenmethoden, bedoeld in de artikelen 71 en 75, kwaliteitsniveaus vast te kunnen stellen op plaatsen waar de bevolking, ten gevolge van emissies van bronnen die onder het beheer van het desbetreffende bestuursorgaan staan, naar hun redelijke verwachting direct of indirect kan worden blootgesteld aan concentraties in de buitenlucht die hoger zijn dan de toepasselijke in bijlage 2, voorschrift 1.1, 2.1, eerste lid, 2.1a, 4.1, 4.2 en 7.1, onder b, van de wet genoemde grenswaarden, alsmede hoger dan 3600 microgram per m3, als 98-percentiel van acht-uurgemiddelde concentraties voor koolmonoxide.

Artikel

5

Artikel

6

Vervallen

Artikel

7

Artikel

8

Als de agglomeraties, bedoeld in artikel 5.22, eerste lid, van de wet, worden aangewezen:

  • a.

    de agglomeratie Amsterdam/Haarlem, omvattend de gemeenten Amsterdam, Aalsmeer, Amstelveen, Uithoorn, Ouder-Amstel, Diemen, Zaanstad, Heemskerk, Beverwijk, Velsen, Haarlem, Bloemendaal, Zandvoort, Heemstede, Haarlemmerliede en Spaarnwoude en Haarlemmermeer;

  • b.

    de agglomeratie Den Haag/Leiden, omvattend de gemeenten Den Haag, Westland, Midden-Delfland, Delft, Rijswijk, Leidschendam-Voorburg, Wassenaar, Voorschoten, Leiden, Oegstgeest, Katwijk, en Leiderdorp;

  • c.

    de agglomeratie Rotterdam/Dordrecht, omvattend de gemeenten Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen, Maassluis, Spijkenisse, Albrandswaard, Capelle aan de IJssel, Ridderkerk, Barendrecht, Zwijndrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Dordrecht, Papendrecht en Sliedrecht;

  • d.

    de agglomeratie Utrecht, omvattend de gemeenten Utrecht, Houten, Nieuwegein en IJsselstein;

  • e.

    de agglomeratie Eindhoven, omvattend de gemeenten Eindhoven, Best, Veldhoven, Geldrop-Mierlo, Nuenen c.a. en Helmond;

  • f.

    de agglomeratie Heerlen/Kerkrade, omvattend de gemeenten Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Brunssum, Voerendaal en Nuth.

Artikel

9

Als de zones, bedoeld in artikel 5.22, eerste lid, van de wet, worden aangewezen:

  • a.

    de zone noord, omvattend de provincies Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel en Flevoland;

  • b.

    de zone midden, omvattend de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht en Gelderland, met uitzondering van de zich in dit gebied bevindende agglomeraties, genoemd in artikel 8;

  • c.

    de zone zuid, omvattend de provincies Zeeland, Noord-Brabant en Limburg, met uitzondering van de zich in dit gebied bevindende agglomeraties, genoemd in artikel 8.

Hoofdstuk

3

Het door middel van meting vaststellen van het kwaliteitsniveau

Paragraaf

3.1

Aantal meetpunten

Artikel

9a

Voor het meten van concentraties van verontreinigende stoffen in de buitenlucht wordt voor elke agglomeratie of zone ten minste het aantal vaste meetpunten vastgesteld dat voldoet aan de criteria die voor het vaststellen van het minimumaantal meetpunten zijn opgenomen in bijlage IX, onder A, bij richtlijn 2008/50/EG, met inbegrip van de tabel en de bijbehorende noten, zoals dat aantal overeenkomstig deze criteria is vermeld in de artikelen 10 tot en met 18.

Artikel

10

De agglomeratie Amsterdam/Haarlem bevat voor de meting van de concentratie van verontreinigende stoffen in de buitenlucht ten minste:

  • a.

    vier vaste meetpunten voor stikstofdioxide;

  • b.

    vier vaste meetpunten voor zwevende deeltjes (PM10);

  • c.

    twee vaste meetpunten voor zwevende deeltjes (PM2,5);

  • d.

    drie vaste meetpunten voor ozon, waarvan er twee in voorstedelijk gebied worden geplaatst, en twee tevens als meetpunten voor stikstofdioxide worden gebruikt, en

  • e.

    één vast meetpunt voor benzo(a)pyreen.

Artikel

11

De agglomeratie Den Haag/Leiden bevat voor de meting van de concentratie van verontreinigende stoffen in de buitenlucht ten minste:

  • a.

    vier vaste meetpunten voor stikstofdioxide;

  • b.

    vier vaste meetpunten voor zwevende deeltjes (PM10);

  • c.

    twee vaste meetpunten voor zwevende deeltjes (PM2,5), en

  • d.

    drie vaste meetpunten voor ozon, waarvan er twee in voorstedelijk gebied worden geplaatst, en twee tevens als meetpunten voor stikstofdioxide worden gebruikt.

Artikel

12

De agglomeratie Rotterdam/Dordrecht bevat voor de meting van de concentratie van verontreinigende stoffen in de buitenlucht ten minste:

  • a.

    twee vaste meetpunten voor zwaveldioxide;

  • b.

    vier vaste meetpunten voor stikstofdioxide;

  • c.

    vier vaste meetpunten voor zwevende deeltjes (PM10);

  • d.

    vier vaste meetpunten voor zwevende deeltjes (PM2,5);

  • e.

    één vast meetpunt voor lood;

  • f.

    drie vaste meetpunten voor ozon, waarvan er twee in voorstedelijk gebied worden geplaatst, en twee tevens als meetpunten voor stikstofdioxide worden gebruikt, en

  • g.

    één vast meetpunt voor benzo(a)pyreen.

Artikel

13

De agglomeratie Utrecht bevat voor de meting van de concentratie van verontreinigende stoffen in de buitenlucht ten minste:

  • a.

    twee vaste meetpunten voor stikstofdioxide;

  • b.

    twee vaste meetpunten voor zwevende deeltjes (PM10);

  • c.

    twee vaste meetpunten voor zwevende deeltjes (PM2,5), en

  • d.

    één vast meetpunt voor ozon, dat in voorstedelijk gebied wordt geplaatst en tevens als meetpunt voor stikstofdioxide wordt gebruikt.

Artikel

14

De agglomeratie Eindhoven bevat voor de meting van de concentratie van verontreinigende stoffen in de buitenlucht ten minste:

  • a.

    twee vaste meetpunten voor stikstofdioxide;

  • b.

    twee vaste meetpunten voor zwevende deeltjes (PM10);

  • c.

    één vast meetpunt voor zwevende deeltjes (PM2,5), en

  • d.

    één vast meetpunt voor ozon, dat in voorstedelijk gebied wordt geplaatst en tevens als meetpunt voor stikstofdioxide wordt gebruikt.

Artikel

15

De agglomeratie Heerlen/Kerkrade bevat voor de meting van de concentratie van verontreinigende stoffen in de buitenlucht ten minste:

  • a.

    één vast meetpunt voor zwaveldioxide;

  • b.

    twee vaste meetpunten voor stikstofdioxide;

  • c.

    twee vaste meetpunten voor zwevende deeltjes (PM10);

  • d.

    twee vaste meetpunten voor zwevende deeltjes (PM2,5), en

  • e.

    één vast meetpunt voor ozon, dat in voorstedelijk gebied wordt geplaatst en tevens als meetpunt voor stikstofdioxide wordt gebruikt.

Artikel

16

De zone noord bevat voor de meting van de concentratie van verontreinigende stoffen in de buitenlucht ten minste:

  • a.

    één vast meetpunt voor zwaveldioxide;

  • b.

    twee vaste meetpunten voor stikstofdioxide, waarvan er één tevens als meetpunt voor stikstofoxiden wordt gebruikt;

  • c.

    zeven vaste meetpunten voor zwevende deeltjes (PM10);

  • d.

    vier vaste meetpunten voor zwevende deeltjes (PM2,5);

  • e.

    één vast meetpunt voor lood, en

  • f.

    zes vaste meetpunten voor ozon, waarvan er één in het gebied wordt geplaatst waar de bevolking vermoedelijk aan de hoogste concentraties wordt blootgesteld en drie tevens als meetpunt voor stikstofdioxide worden gebruikt.

Artikel

17

De zone midden bevat voor de meting van de concentratie van verontreinigende stoffen in de buitenlucht ten minste:

  • a.

    drie vaste meetpunten voor zwaveldioxide;

  • b.

    acht vaste meetpunten voor stikstofdioxide;

  • c.

    acht vaste meetpunten voor zwevende deeltjes (PM10);

  • d.

    zeven vaste meetpunten voor zwevende deeltjes (PM2,5);

  • e.

    één vast meetpunt voor lood;

  • f.

    drie vaste meetpunten voor koolmonoxide, en

  • g.

    zeven vaste meetpunten voor ozon, waarvan er één in het gebied wordt geplaatst waar de bevolking vermoedelijk aan de hoogste concentraties wordt blootgesteld en vier tevens als meetpunt voor stikstofdioxide worden gebruikt.

Artikel

18

De zone zuid bevat voor de meting van de concentratie van verontreinigende stoffen in de buitenlucht ten minste:

  • a.

    één vast meetpunt voor zwaveldioxide;

  • b.

    drie vaste meetpunten voor stikstofdioxide;

  • c.

    zes vaste meetpunten voor zwevende deeltjes (PM10);

  • d.

    vier vaste meetpunten voor zwevende deeltjes (PM2,5);

  • e.

    één vast meetpunt voor lood, en

  • f.

    zes vaste meetpunten voor ozon, waarvan er één in het gebied wordt geplaatst waar de bevolking vermoedelijk aan de hoogste concentraties wordt blootgesteld en drie tevens als meetpunt voor stikstofdioxide worden gebruikt.

Artikel

19

Artikel

20

Artikel

20a

Vervallen

Paragraaf

3.2

Plaatsing van meetpunten

Artikel

21

Meetpunten voor de meting van concentraties in de buitenlucht van zwaveldioxide en stikstofoxiden ter beoordeling van de luchtkwaliteit voor de betreffende stoffen waarvoor de grenswaarden, bedoeld in bijlage 2, voorschrift 1.2 en 3.1, van de wet gelden, worden geplaatst op een zodanig punt dat door middel van metingen op dat punt gegevens worden verkregen over concentraties van de betreffende verontreinigende stof die representatief zijn voor gebieden met een oppervlakte van ten minste 1000 km2, die geheel gelegen zijn:

  • a.

    op een afstand van ten minste 20 kilometer van agglomeraties of

  • b.

    op een afstand van ten minste vijf kilometer van andere gebieden met bebouwing, van inrichtingen, van wegen waarvan per dag tenminste 50.000 motorrijtuigen als bedoeld in artikel 1 van de Wegenverkeerswet 1994 gebruik maken.

Artikel

22

Artikel

23

Artikel

23a

Paragraaf

3.3

Monsterneming

Artikel

24

Monsterneming bij de in de artikelen 21 en 22 bedoelde meetpunten gebeurt, voor zover mogelijk, op zodanige wijze dat:

  • a.

    de lucht rond de inlaatbuis vrij kan stromen, binnen een hoek van ten minste 270° of 180˚ voor metingen aan de rooilijn, zonder enige verstoring van de luchtstroom in de omgeving van het bemonsteringsapparaat, met dien verstande dat voor zover uitvoerbaar, enkele meters afstand wordt gehouden tussen het meetpunt en het dichtstbijzijnde gebouw of enig ander obstakel, en in elk geval een afstand van ten minste 0,5 m wordt aangehouden tussen het meetpunt en het dichtstbijzijnde gebouw;

  • b.

    de hoogte van de inlaatbuis tussen anderhalve meter (ademhalingshoogte) en vier meter boven de grond ligt, tenzij een grotere hoogte nuttig is met het oog op de representativiteit van het meetpunt voor een groot gebied, welke afwijking op een deugdelijke wijze wordt toegelicht en gemotiveerd en gedocumenteerd;

  • c.

    door situering van de inlaatbuis wordt voorkomen dat de uitstoot van bronnen rechtstreeks en zonder menging met de buitenlucht in de inlaatbuis terechtkomt;

  • d.

    door situering van de uitlaatbuis wordt voorkomen dat de lucht daaruit opnieuw in de inlaatbuis kan komen.

Artikel

25

Paragraaf

3.4

Het door middel van meting vaststellen van concentraties van zwaveldioxide in de buitenlucht

Artikel

27

Vervallen

Artikel

28

Artikel

29

Paragraaf

3.5

Het door middel van meting vaststellen van concentraties van stikstofdioxide en stikstofoxiden in de buitenlucht

Artikel

30

Vervallen

Artikel

31

Vervallen

Artikel

32

Artikel

33

Paragraaf

3.6

Het door middel van meting vaststellen van concentraties van zwevende deeltjes (PM2,5 en PM10) in de buitenlucht

Artikel

34

Vervallen

Artikel

35

Artikel

36

Artikel

36a

Vervallen

Artikel

36b

Artikel

36c

Paragraaf

3.7

Het door middel van meting vaststellen van concentraties van lood in de buitenlucht

Artikel

37

Vervallen

Artikel

38

Artikel

39

Voor de monsterneming ter bepaling van concentraties van lood in de buitenlucht wordt gebruik gemaakt van:

  • a.

    de methode beschreven in EN-12341:1999 ‘Air quality – Determination of the PM10 fraction of suspended particulate matter – Reference method and field test procedure to demonstrate reference equivalence of measurement methods’, of

  • b.

    een andere methode met behulp waarvan resultaten kunnen worden verkregen die gelijkwaardig zijn aan de resultaten, verkregen met gebruikmaking van de onder a genoemde methode.

Artikel

40

Paragraaf

3.8

Het door middel van meting vaststellen van concentraties van koolmonoxide in de buitenlucht

Artikel

41

Vervallen

Artikel

42

Artikel

43

Paragraaf

3.9

Het door middel van meting vaststellen van concentraties van benzeen in de buitenlucht

Artikel

44

Vervallen

Artikel

45

Artikel

46

Paragraaf

3.10

Het door middel van meting vaststellen van concentraties van ozon in de buitenlucht

Artikel

47

Vervallen

Artikel

48

Artikel

49

Paragraaf

3.11

Het door middel van meting vaststellen van concentraties in de buitenlucht van arseen, cadmium en nikkel

Artikel

50

Vervallen

Artikel

51

Artikel

52

Paragraaf

3.12

Artikel

53

Voor de meting van concentraties van totaal gasvormig kwik in de buitenlucht wordt, met inachtneming van de voorwaarden van artikel 4, negende lid, tweede volzin, van richtlijn nr. 2004/107/EG, gebruik gemaakt van een gemeenschappelijk meetstation dat zich in België bevindt.

Artikel

54

Vervallen

Artikel

55

Vervallen

Paragraaf

3.13

Het door middel van meting vaststellen van concentraties van benzo(a)pyreen in de buitenlucht

Artikel

56

Vervallen

Artikel

57

Artikel

58

Paragraaf

3.14

Het door middel van meting vaststellen van concentraties van andere polycyclische aromatische koolwaterstoffen dan benzo(a)pyreen in de buitenlucht

Artikel

59

Vervallen

Artikel

60

Artikel

61

Paragraaf

3.15

Het door middel van meting vaststellen van de totale depositie van arseen, cadmium, kwik, nikkel en polycyclische aromatische koolwaterstoffen

Artikel

62

Vervallen

Artikel

63

Artikel

64

Artikel

64a

Artikel

64b

Hoofdstuk

4

Het door middel van berekening vaststellen van het kwaliteitsniveau

Paragraaf

4.1

Algemeen

Artikel

65a

Artikel

66

Artikel

67

Artikel

68

Paragraaf

4.2

Het door middel van berekening vaststellen van concentraties van verontreinigende stoffen in de buitenlucht bij wegen

Artikel

69

Bij het door middel van berekening vaststellen van concentraties van verontreinigende stoffen in de buitenlucht bij wegen wordt, naast de gegevens, bedoeld in artikel 66, gebruik gemaakt van gegevens met betrekking tot de:

  • a.

    verkeersintensiteit van de onderscheidenlijke categorieën van motorvoertuigen;

  • b.

    wijze waarop het verkeer zich afwikkelt;

  • c.

    kenmerken van de betreffende weg, en

  • d.

    kenmerken van de omgeving.

Artikel

70

Artikel

71

Artikel

72

Paragraaf

4.3

Het door middel van berekening vaststellen van concentraties van verontreinigende stoffen in de buitenlucht bij inrichtingen

Artikel

73

Artikel

74

Bij het door middel van berekening vaststellen van concentraties van verontreinigende stoffen in de buitenlucht bij inrichtingen worden concentraties bepaald vanaf de grens van het terrein van de betreffende inrichting.

Artikel

75

Artikel

76

Hoofdstuk

5

Beoordelingsmethoden in het kader van een programma als bedoeld in artikel 5.12 of 5.13 van de wet

Artikel

77

Voor het vaststellen van kwaliteitsniveaus als bedoeld in artikel 5.12, derde lid, onder a, van de wet of artikel 5.13, derde lid, van de wet, het in samenhang bepalen van de effecten van ontwikkelingen, besluiten en maatregelen als bedoeld in artikel 5.12, tweede of derde lid, of 5.13, derde lid, van de wet en het bepalen van het bereiken van de grenswaarden, bedoeld in artikel 5.12, eerste of derde lid, of 5.13, eerste of derde lid, van de wet, wordt gebruik gemaakt van de standaardrekenmethoden, bedoeld in de artikelen 71 en artikel 75.

Hoofdstuk

6

Verslaglegging

Artikel

78

Artikel

79

Vervallen

Artikel

80

Het verslag over de luchtkwaliteit, alsmede over de voortgang en uitvoering van een programma en de daarin opgenomen maatregelen, ontwikkelingen en besluiten, alsmede over de effecten daarvan op de luchtkwaliteit, bedoeld in artikel 5.14 van de wet, wordt jaarlijks voor 31 december uitgebracht door de Minister. Hij betrekt daarin de, met gebruikmaking van de in artikel 4 bedoelde gegevens van burgemeester en wethouders en gedeputeerde staten berekende concentraties, bedoeld in artikel 5.

Hoofdstuk

7

Maatregelen

Artikel

81

Vervallen

Slotbepalingen

Artikel

82

Vervallen

Artikel

83

Artikel

84

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet tot wijziging van de Wet milieubeheer (luchtkwaliteitseisen) in werking treedt.

Artikel

85

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, J.M.Cramer

Bijlage

1

Standaardrekenmethode 1

Vervallen

Bijlage

2

Standaardrekenmethode 2

Vervallen

Bijlage

3

Dubbeltellingcorrectie concentraties pm10 door veehouderijen

Vervallen

Bijlage

4

Referentiewaarde

Bijlage behorend bij artikel 1 en artikel 72, eerste lid, van de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007

1. Referentiewaarde in een situatie die valt binnen het toepassingsbereik van standaardrekenmethode 1

a. concentraties

De referentiewaarden voor de jaargemiddelde concentraties van NO2 en PM10 zijn gedefinieerd voor een typische street-canyon situatie. De referentiewaarde is het gemiddelde van de concentratieberekening met drie modellen, die stadssituaties als toepassingsgebied hebben. De berekening is op 5 meter van de wegrand aan de kant met de hoogste concentratie genomen. De waarden van de concentraties zijn 40,4 µg/m3 voor NO2 en 29,5 µg/m3 voor PM10.

b. situatie

Kenmerken street-canyon situatie:

  • Een grafische weergave van de situatie staat in figuur 1;

  • Meteorologische gegevens van 2004;

  • Grootschalige concentratiegegevens: GCN waarden Breukelen 2004;

  • Emissies op basis van: 15.000 voertuigen per etmaal, 3% middelzwaar vrachtverkeer, 5% zwaar vrachtverkeer;

  • Emissiefactoren (g/km): Licht verkeer: 0,62 NOx en 0,065 PM10, Middelzwaar: 10,46 NOx en 0,419 PM10, Zwaar: 15,25 NOx en 0,515 PM10;

  • 5% directe NO2 uitstoot;

  • De verdeling van de weekdaggemiddelde verkeersintensiteit over het etmaal zie figuur 2.

Uitgangspunten concentratieberekening:

  • Rekenafstand: 5 meter van wegrand;

  • Weglengte: 2 km. De locatie van het dwarsprofiel ligt daarbij precies in het midden;

  • Receptorhoogte: 1,5 meter;

  • Hoogte van de weg: maaiveld.

2. Referentiewaarde in een situatie die valt binnen het toepassingsbereik van standaardrekenmethode 2

a. concentraties

De referentiewaarde voor de snelwegsituatie van de jaargemiddelde concentratie van NO2 en PM10 is gedefinieerd voor een realistische snelwegsituatie. De referentiewaarde is het gemiddelde van de berekeningen van vier modellen, die snelwegsituaties als toepassingsgebied hebben. De referentiewaarde van de concentratie op een aantal receptorpunten loodrecht op de weg staan in de figuren 3 en 4.

b. situaties

Kenmerken snelwegsituatie:

  • Een grafische weergave van de situatie staat in figuur 5;

  • Meteorologische gegevens van 2003;

  • Grootschalige concentratiegegevens: GCN Breukelen 2003;

  • Oriëntatie weg: noord-zuid;

  • Twee rijstroken;

  • Geen geluidsschermen;

  • Ruwheidslengte omgeving: 0,3 m;

  • Emissies op basis van: 120.000 voertuigen per etmaal, 4% middelzwaar vrachtverkeer, 6% zwaar vrachtverkeer;

  • Emissiefactoren (in g/km): licht verkeer: 0,76 NOx en 0,055 PM10, middelzwaar: 7,01 NOx en 0,195 PM10, zwaar: 9,64 NOx en 0,266 PM10;

  • 5% directe NO2 emissie;

  • De verdeling van de verkeersintensiteit over het etmaal zie figuur 6.

Uitgangspunten concentratieberekening:

  • Dwarsprofielberekeningen op afstanden tot de wegrand van 5, 10, 20, 50, 100, 200, 300 en 500 meter;

  • Weglengte: 2 km. De locatie van het dwarsprofiel ligt daarbij precies in het midden;

  • Receptorhoogte: 1,5 meter;

  • Hoogte van de weg: maaiveld.

Weergave snelwegsituatie

Bijlage

5

Correctie jaargemiddelde concentraties van zwevende deeltjes (PM10)

Bijlage behorend bij artikel 35, zesde lid

Jaargemiddelde concentratie

Voor zwevende deeltjes (PM10) geldt een grenswaarde van 40 microgram per m3 als jaargemiddelde concentratie (bijlage 2, voorschrift 4.1, onder b, van de wet).

Het aandeel zeezout in de jaargemiddelde concentratie van zwevende deeltjes (PM10) varieert van 5 µg/m3 voor een aantal kustgemeenten, tot 1 µg/m3 in Limburg. Om een voor zeezout gecorrigeerde jaargemiddelde concentratie te bepalen, is een plaatsafhankelijke correctie nodig. In bijgevoegde tabel is per gemeente aangegeven met welke getalswaarde de op de gebruikelijke wijze bepaalde jaargemiddelde concentratie van zwevende deeltjes (PM10) gecorrigeerd dient te worden, om te komen tot een voor zeezout gecorrigeerde jaargemiddelde waarde.

Aa en Hunze

2

Aalburg

2

Aalsmeer

3

Aalten

1

Achtkarspelen

3

Alblasserdam

2

Albrandswaard

3

Alkmaar

4

Almelo

2

Almere

2

Alphen aan den Rijn

3

Alphen-Chaam

2

Ameland

5

Amersfoort

2

Amstelveen

3

Amsterdam

3

Apeldoorn

2

Appingedam

3

Arnhem

2

Assen

2

Asten

1

Baarle-Nassau

2

Baarn

2

Barendrecht

2

Barneveld

2

Bedum

3

Beek

1

Beemster

3

Beesel

1

Bellingwedde

2

Berg en Dal

1

Bergeijk

1

Bergen L

1

Bergen NH

4

Bergen op Zoom

2

Berkelland

1

Bernheze

2

Best

2

Beuningen

2

Beverwijk

4

Binnenmaas

2

Bladel

1

Blaricum

2

Bloemendaal

4

Bodegraven-Reeuwijk

2

Boekel

1

Borger – Odoorn

2

Borne

2

Borsele

3

Boskoop

3

Boxmeer

1

Boxtel

2

Breda

2

Brielle

3

Bronckhorst

2

Brummen

2

Brunssum

1

Bunnik

2

Bunschoten

2

Buren

2

Capelle a/ d IJssel

2

Castricum

4

Coevorden

2

Cranendonck

1

Cromstrijen

3

Cuijk

2

Culemborg

2

Dalfsen

2

Dantumadiel

3

De Bilt

2

De Fryske Marren

3

De Marne

3

De Ronde Venen

3

De Wolden

2

Delft

3

Delfzijl

3

Den Helder

5

Deurne

1

Deventer

2

Diemen

3

Dinkelland

2

Doesburg

2

Doetinchem

1

Dongen

2

Dongeradeel

3

Dordrecht

2

Drechterland

3

Drimmelen

2

Dronten

2

Druten

2

Duiven

2

Echt-Susteren

1

Edam-Volendam

3

Ede

2

Eemnes

2

Eemsmond

3

Eersel

1

Eijsden-Margraten

1

Eindhoven

1

Elburg

2

Emmen

2

Enkhuizen

3

Enschede

1

Epe

2

Ermelo

2

Etten-Leur

2

Ferwerderadiel

3

Franekeradeel

3

Geertruidenberg

2

Geldermalsen

2

Geldrop-Mierlo

1

Gemert-Bakel

1

Gennep

1

Giessenlanden

2

Gilze en Rijen

2

Goeree Overflakkee

3

Goes

3

Goirle

2

Gooise Meren

2

Gorinchem

2

Gouda

3

Grave

2

Groningen

2

Grootegast

3

Gulpen-Wittem

1

Haaksbergen

1

Haaren

2

Haarlem

3

Haarlemmerliede en Spaarnwoude

3

Haarlemmermeer

3

Halderberge

2

Hardenberg

2

Harderwijk

2

Hardinxveld-Giessendam

2

Haren

2

Harlingen

3

Hattem

2

Heemskerk

4

Heemstede

4

Heerde

2

Heerenveen

2

Heerhugowaard

3

Heerlen

1

Heeze-Leende

1

Heiloo

4

Hellendoorn

2

Hellevoetsluis

3

Helmond

1

Hendrik-Ido-Ambacht

2

Hengelo Ov

1

het Bildt

3

Heumen

2

Heusden

2

Hillegom

3

Hilvarenbeek

2

Hilversum

2

Hof van Twente

2

Hollandse Kroon

3

Hoogeveen

2

Hoogezand-Sappemeer

2

Hoorn

3

Horst aan de Maas

1

Houten

2

Huizen

2

Hulst

2

IJsselstein

2

Kaag en Braasem

3

Kampen

2

Kapelle

3

Katwijk

4

Kerkrade

1

Koggenland

3

Kollumerland en Nieuwkruisland

3

Korendijk

3

Krimpen aan den IJssel

2

Krimpenerwaard

2

Laarbeek

1

Landerd

2

Landgraaf

1

Landsmeer

3

Langedijk

4

Lansingerland

3

Laren

2

Leek

2

Leerdam

2

Leeuwarden

3

Leeuwarderadeel

3

Leiden

3

Leiderdorp

3

Leidschendam-Voorburg

3

Lelystad

2

Leudal

1

Leusden

2

Lingewaal

2

Lingewaard

2

Lisse

3

Littenseradiel

3

Lochem

2

Loon op Zand

2

Lopik

2

Loppersum

3

Losser

1

Maasdriel

2

Maasgouw

1

Maassluis

3

Maastricht

1

Marum

3

Medemblik

3

Meerssen

1

Menameradeel

3

Menterwolde

2

Meppel

2

Middelburg

3

Middelharnis

3

Midden-Delfland

3

Midden-Drenthe

2

Mill en Sint Hubert

1

Moerdijk

2

Molenwaard

2

Montferland

1

Montfoort

2

Mook en Middelaar

1

Neder-Betuwe

2

Nederweert

1

Neerijnen

2

Nieuwegein

2

Nieuwkoop

3

Nijkerk

2

Nijmegen

2

Nissewaard

3

Noord-Beveland

3

Noordenveld

2

Noordoostpolder

2

Noordwijk

4

Noordwijkerhout

4

Nuenen c.a.

1

Nunspeet

2

Nuth

1

Oegstgeest

3

Oirschot

2

Oisterwijk

2

Oldambt

2

Oldebroek

2

Oldenzaal

1

Olst-Wijhe

2

Ommen

2

Onderbanken

1

Oost Gelre

1

Oosterhout

2

Ooststellingwerf

2

Oostzaan

3

Opmeer

3

Opsterland

2

Oss

2

Oud-Beijerland

3

Oude IJsselstreek

1

Ouder-Amstel

3

Oudewater

2

Overbetuwe

2

Papendrecht

2

Peel en Maas

1

Pekela

2

Pijnacker-Nootdorp

3

Purmerend

3

Putten

2

Raalte

2

Reimerswaal

3

Renkum

2

Renswoude

2

Reusel-De Mierden

2

Rheden

2

Rhenen

2

Ridderkerk

2

Rijnwaarden

2

Rijssen-Holten

2

Rijswijk

3

Roerdalen

1

Roermond

1

Roosendaal

2

Rotterdam

3

Rozendaal

2

Rucphen

2

Schagen

4

Scherpenzeel

2

Schiedam

3

Schiermonnikoog

5

Schijndel

2

Schinnen

1

Schouwen-Duiveland

4

's-Gravenhage

3

's-Hertogenbosch

2

Simpelveld

1

Sint Anthonis

1

Sint Michielsgestel

2

Sint-Oedenrode

2

Sittard-Geleen

1

Sliedrecht

2

Slochteren

2

Sluis

3

Smallingerland

3

Soest

2

Someren

1

Son en Breugel

1

Stadskanaal

2

Staphorst

2

Stede Broec

3

Steenbergen

2

Steenwijkerland

2

Stein

1

Stichtste Vecht

2

Strijen

2

Sudwest Fryslan

3

Ten Boer

3

Terneuzen

2

Terschelling

5

Texel

5

Teylingen

3

Tholen

3

Tiel

2

Tilburg

2

Tubbergen

2

Twenterand

2

Tynaarlo

2

Tytsjerksteradiel

3

Uden

2

Uitgeest

4

Uithoorn

3

Urk

2

Utrecht

2

Utrechtse Heuvelrug

2

Vaals

1

Valkenburg aan de Geul

1

Valkenswaard

1

Veendam

2

Veenendaal

2

Veere

4

Veghel

2

Veldhoven

1

Velsen

4

Venlo

1

Venray

1

Vianen

2

Vlaardingen

3

Vlagtwedde

2

Vlieland

6

Vlissingen

3

Voerendaal

1

Voorschoten

3

Voorst

2

Vught

2

Waalre

1

Waalwijk

2

Waddinxveen

3

Wageningen

2

Wassenaar

4

Waterland

3

Weert

1

Weesp

2

Werkendam

2

West Maas en Waal

2

Westerveld

2

Westervoort

2

Westland

3

Weststellingwerf

2

Westvoorne

4

Wierden

2

Wijchen

2

Wijdemeren

2

Wijk bij Duurstede

2

Winsum

3

Winterswijk

1

Woensdrecht

2

Woerden

2

Wormerland

3

Woudenberg

2

Woudrichem

2

Zaanstad

3

Zaltbommel

2

Zandvoort

4

Zederik

2

Zeewolde

2

Zeist

2

Zevenaar

2

Zoetermeer

3

Zoeterwoude

3

Zuidhorn

3

Zuidplas

3

Zundert

2

Zutphen

2

Zwartewaterland

2

Zwijndrecht

2

Zwolle

2

Vierentwintig-uurgemiddelde concentratie

Voor zwevende deeltjes (PM10) geldt een grenswaarde van 50 microgram per m3 als vierentwintig-uurgemiddelde concentratie, waarbij geldt dat deze waarde maximaal vijfendertig maal per kalenderjaar mag worden overschreden (Bijlage 2, voorschrift 4.1, onder b, van de wet).

Op basis van meetgegevens heeft het RIVM de concentraties fijn stof door zeezout op overschrijdingsdagen vastgesteld en de verdeling daarvan over Nederland. Aan de hand van deze verdeling is per provincie het aantal overschrijdingsdagen vastgesteld dat in mindering kan worden gebracht om te komen tot een voor zeezout gecorrigeerd aantal overschrijdingsdagen.

Uitgaande van de niet voor zeezout gecorrigeerde jaargemiddelde concentratie van zwevende deeltjes (PM10), wordt het voor zeezout gecorrigeerde aantal overschrijdingsdagen van de vierentwintig-uurgemiddelde grenswaarde van 50 microgram per m3 verkregen, door het op de gebruikelijke wijze bepaalde aantal overschrijdingsdagen te verminderen met:

4 dagen in Noord-Holland en Zuid-Holland,

3 dagen in Friesland, Flevoland, Utrecht en Zeeland,

2 dagen in Groningen, Drenthe, Overijssel, Gelderland, Noord-Brabant en Limburg.