Wet van 24 januari 2008, houdende regels omtrent de basisregistraties adressen en gebouwen (Wet basisregistraties adressen en gebouwen)

Wet basisregistratie adressen en gebouwen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het ter bevordering van een goede vervulling van publiekrechtelijke taken wenselijk is om een basisregistratie adressen en een basisregistratie gebouwen tot stand te brengen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    adres: door het bevoegde gemeentelijke orgaan aan een verblijfsobject, een standplaats of een ligplaats toegekende benaming, bestaande uit een combinatie van de naam van een openbare ruimte, een nummeraanduiding en de naam van een woonplaats;

  • b.

    authentiek gegeven: in een basisregistratie opgenomen gegeven dat bij of krachtens de wet als authentiek is aangemerkt;

  • e.

    basisregistratie: basisregistratie adressen en gebouwen als bedoeld in artikel 2;

  • d.

    brondocument: document in welke vorm dan ook waarin rechtsfeiten en andere voor de registraties relevante feiten zijn neergelegd;

  • e.

    Dienst: Dienst voor het kadaster en de openbare registers, genoemd in artikel 2 van de Organisatiewet Kadaster;

  • f.

    landelijke voorziening: landelijke voorziening als bedoeld in artikel 26;

  • g.

    ligplaats: door het bevoegde gemeentelijke orgaan als zodanig aangewezen plaats in het water al dan niet aangevuld met een op de oever aanwezig terrein of een gedeelte daarvan, die bestemd is voor het permanent afmeren van een voor woon-, bedrijfsmatige of recreatieve doeleinden geschikt drijvend object;

  • h.

    nummeraanduiding: door het bevoegde gemeentelijke orgaan als zodanig toegekende aanduiding van een verblijfsobject, een standplaats of een ligplaats;

  • i.

    Onze Minister: Onze Minister van Infrastructuur en Milieu;

  • j.

    openbare ruimte: door het bevoegde gemeentelijke orgaan als zodanig aangewezen en van een naam voorziene buitenruimte die binnen één woonplaats is gelegen;

  • k.

    pand: kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;

  • l.

    standplaats: door het bevoegde gemeentelijke orgaan als zodanig aangewezen terrein of gedeelte daarvan dat bestemd is voor het permanent plaatsen van een niet direct en niet duurzaam met de aarde verbonden en voor woon-, bedrijfsmatige, of recreatieve doeleinden geschikte ruimte;

  • m.

    verblijfsobject: kleinste binnen één of meer panden gelegen en voor woon-, bedrijfsmatige, of recreatieve doeleinden geschikte eenheid van gebruik die ontsloten wordt via een eigen afsluitbare toegang vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde verkeersruimte, onderwerp kan zijn van goederenrechtelijke rechtshandelingen en in functioneel opzicht zelfstandig is;

  • n.

    woonplaats: door het bevoegde gemeentelijke orgaan als zodanig aangewezen en van een naam voorzien gedeelte van het grondgebied van de gemeente.

Artikel

2

Artikel

3

De basisregistratie wordt gehouden met als doel het aan eenieder beschikbaar stellen van de bij of krachtens deze wet in de basisregistratie opgenomen gegevens.

Artikel

4

Artikel

5

In de basisregistratie gebouwen worden geen gegevens opgenomen met betrekking tot panden, verblijfsobjecten, standplaatsen of ligplaatsen die in gebruik zijn bij de krijgsmacht of bij een krijgsmacht van een bondgenootschappelijke mogendheid, voor zover tegen het opnemen van die gegevens naar het oordeel van Onze Minister van Defensie bezwaar bestaat.

Artikel

6

Artikel

6a

Vervallen

Artikel

7

Vervallen

Artikel

8

Hoofdstuk

2

Brondocumenten

Artikel

9

Vervallen

Artikel

10

Het bijhouden van de basisregistratie vindt plaats op basis van brondocumenten. Als brondocumenten worden gebruikt:

  • a.

    bij algemene maatregel van bestuur aangewezen documenten, of

  • b.

    door een daartoe aangewezen ambtenaar opgemaakte documenten, in welke vorm dan ook, waarin de constatering is vastgelegd van:

    • 1°.

      een pand of verblijfsobject, ten aanzien waarvan een krachtens onderdeel a aangewezen brondocument ontbreekt,

    • 2°.

      een situatie als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel b.

Artikel

11

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen in het belang van het goed functioneren van de basisregistratie nadere regels worden gegeven ten aanzien van brondocumenten als bedoeld in artikel 10.

Artikel

12

Vervallen

Artikel

13

Een brondocument waaraan een in de basisregistratie opgenomen gegeven is ontleend, wordt door burgemeester en wethouders blijvend bewaard.

Hoofdstuk

3

De basisregistratie

§

1

Algemeen

Artikel

14

Artikel

14a

Vervallen

Artikel

15

Vervallen

Artikel

16

Vervallen

Artikel

17

Artikel

18

Vervallen

§

2

De inhoud van de basisregistratie

Artikel

19

Artikel

20

Vervallen

Artikel

21

Vervallen

§

3

De gebouwenregistratie

Artikel

22

Vervallen

Artikel

23

Vervallen

Artikel

24

Vervallen

Artikel

25

Vervallen

Hoofdstuk

4

De landelijke voorziening

§

1

Algemeen

Artikel

26

De Dienst houdt een geautomatiseerde landelijke voorziening waarin de gegevens uit de in de gemeenten gehouden basisregistratie zijn opgenomen.

Artikel

27

Het bestuur van de Dienst draagt er zorg voor dat de weergave van een in de landelijke voorziening opgenomen gegeven overeenstemt met het overeenkomstig artikel 31 door burgemeester en wethouders verstrekte gegeven.

Artikel

28

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gegeven omtrent het beheer, de vorm en de inrichting van de landelijke voorziening.

§

2

Overleg

Artikel

29

Artikel

30

§

3

Verkeer tussen bronhouders en landelijke voorziening

Artikel

31

Hoofdstuk

5

Inzage, verstrekking en gebruik van gegevens

§

1

Inzage en verstrekking van gegevens

Artikel

32

Artikel

33

Vervallen

Artikel

34

§

2

Gebruik van gegevens

Artikel

35

Artikel

36

Degene aan wie door een bestuursorgaan gevraagd wordt om een gegeven te verstrekken dat krachtens deze wet als authentiek gegeven in de basisregistratie beschikbaar is, behoeft dat gegeven niet te verstrekken behoudens:

  • a.

    ingeval bij het desbetreffende authentieke gegeven de aanduiding als bedoeld in artikel 19, vierde lid, onderdeel a is geplaatst;

  • b.

    ingeval bij het desbetreffende authentieke gegeven de aantekening «in onderzoek» is geplaatst;

  • c.

    in geval van opsporing of onderzoek naar overtreding van een wettelijk voorschrift of van controle op de naleving van een wettelijk voorschrift;

  • d.

    in geval van dreiging van, of het zich voordoen van, een oproerige beweging, wanordelijkheden, verstoring van de openbare orde, rampen of zware ongevallen;

  • e.

    ingeval bij wettelijk voorschrift anders is bepaald, of

  • f.

    ingeval het desbetreffende authentieke gegeven noodzakelijk is voor de identificatie van een object.

Hoofdstuk

6

Wijziging van de in de registraties opgenomen gegevens

Artikel

37

Artikel

38

De belanghebbende die gerede twijfel heeft over de juistheid van een in de basisregistratie opgenomen authentiek gegeven of het ontbreken van een authentiek gegeven in de basisregistratie kan burgemeester en wethouders onder opgaaf van redenen verzoeken dat gegeven te wijzigen respectievelijk op te nemen in de basisregistratie.

Artikel

39

Artikel

40

Artikel

41

Hoofdstuk

7

Toezicht en controle

Artikel

42

Artikel

43

Vervallen

Artikel

44

Vervallen

Artikel

45

Vervallen

Hoofdstuk

8

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

45a

Vervallen

Artikel

45b

Vervallen

Artikel

46

Onze Minister zendt vier jaar na inwerkingtreding van de Wet van 10 februari 2017 tot wijziging van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen en enige andere wetten in verband met modernisering en vereenvoudiging van de registratie en het toezicht (Stb. 2017, 60) aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Artikel

47

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel

48

Deze wet wordt aangehaald als: Wet basisregistratie adressen en gebouwen.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, J. M. Cramer
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin