Regeling van de Minister van Economische Zaken van 28 februari 2008, nr. WJZ 8024254, houdende aanwijzing van categorieën productie-installaties voor de stimulering van duurzame energieproductie in het jaar 2008 (Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie 2008)

Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie 2008

De Minister van Economische Zaken, na overleg met de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Minister van Financiën,

Besluit:

§

1

Begripsbepalingen

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Minister: de Minister van Economische Zaken;

  • b.

    besluit: het Besluit stimulering duurzame energieproductie;

  • c.

    productie-installatie voor de productie van hernieuwbare elektriciteit met behulp van windenergie op land: een productie-installatie die niet is opgericht in de territoriale zee of in de exclusieve economische zone, waarmee hernieuwbare elektriciteit wordt geproduceerd met behulp van windenergie;

  • d.

    productie-installatie voor de productie van hernieuwbare elektriciteit met behulp van afvalverbranding: een productie-installatie waarmee hernieuwbare elektriciteit wordt geproduceerd uit de warmte die uitsluitend of in hoofdzaak is geproduceerd door:

    • 1°.

      de verbranding van afvalstoffen,

    • 2°.

      een andere thermische behandeling van afvalstoffen dan bedoeld onder 1° ingeval de producten daarvan vervolgens worden verbrand, of

    • 3°.

      de verbranding van producten die voortkomen uit thermische behandeling van afvalstoffen;

  • e.

    gewogen maandelijks rendement: het rendement, bedoeld in artikel 1, vierde lid, van de Regeling garanties van oorsprong voor duurzame elektriciteit;

  • f.

    productie-installatie voor de productie van hernieuwbare elektriciteit met gebruik van stortgas of biogas uit afvalwater- of rioolwaterzuiveringsinstallaties: een productie-installatie waarmee hernieuwbare elektriciteit wordt geproduceerd:

    • 1°.

      uit gas dat vrijkomt tengevolge van biologische afbraakreacties uit gestorte afvalstoffen, of

    • 2°.

      uit gas dat vrijkomt tengevolge van biologische afbraakreacties bij de zuivering van huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater en afvloeiend hemelwater;

  • g.

    co-vergisting van dierlijke mest: de biologische afbraakreacties van in hoofdzaak verpompbare vaste en vloeibare uitwerpselen van dieren en een of meer producten genoemd in de Meststoffenbeschikking 1977, bijlage I, hoofdstuk III, typeaanduiding ‘co-vergiste mest’ zoals deze luidde op 31 december 2007;

  • h.

    NTA 8003: de Nederlandse Technische Afspraak 8003, Classificatie van biomassa voor energietoepassing, uitgegeven door het Nederlands Normalisatie-instituut, zoals deze luidde op 1 december 2003;

  • i.

    vergisting van groente-, fruit- en tuinafval: de biologische afbraakreacties van biomassa als bedoeld in de nummers 601 tot en met 609 van de NTA 8003;

  • j.

    thermische conversie van vaste biomassa: de omzetting van biomassa als bedoeld in de NTA 8003, met uitzondering van biomassa als bedoeld in de nummers 540 tot en met 548 van de NTA 8003, door middel van:

    • 1°.

      verbranding,

    • 2°.

      een andere thermische behandeling dan bedoeld onder 1° ingeval de producten daarvan vervolgens worden verbrand, of

    • 3°.

      de verbranding van producten die voortkomen uit thermische behandeling;

  • k.

    productie-installatie voor de productie van hernieuwbaar gas met gebruik van stortgas of biogas uit afvalwater- of rioolwaterzuiveringsinstallaties: een productie-installatie waarmee hernieuwbaar gas wordt geproduceerd:

    • 1°.

      uit gas dat vrijkomt tengevolge van biologische afbraakreacties uit gestorte afvalstoffen, of

    • 2°.

      uit gas dat vrijkomt tengevolge van biologische afbraakreacties bij de zuivering van huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater en afvloeiend hemelwater.

§

2

Hernieuwbare elektriciteit

§

2.1

Algemeen

Artikel

2

Het subsidieplafond voor het in 2008 verlenen van subsidies voor de productie van hernieuwbare elektriciteit bedraagt € 1401 miljoen.

§

2.2

Windenergie op land

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

6

Het maximaal aantal vollasturen voor productie-installaties voor de productie van hernieuwbare elektriciteit met behulp van windenergie op land bedraagt 1760 uren per jaar.

§

2.3

Fotovoltaïsche zonnepanelen

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

11

Subsidie als bedoeld in artikel 9, eerste lid, wordt voor een periode van 15 jaar verstrekt.

Artikel

12

Het maximaal aantal vollasturen voor productie-installaties voor de productie van hernieuwbare elektriciteit uit zonlicht met behulp van fotovoltaïsche zonnepanelen met een vermogen groter dan 0,6 kWp en kleiner of gelijk aan 3,5 kWp, welke zijn geplaatst op, aan of tegen een bouwwerk waarvoor een bouwvergunning als bedoeld in de Woningwet is verkregen, bedraagt 850 uren per jaar.

§

2.4

Afvalverbranding

Artikel

15

Artikel

17

Artikel

19

Het maximaal aantal vollasturen voor productie-installaties voor de productie van hernieuwbare elektriciteit met behulp van afvalverbranding bedraagt 3880 uren per jaar.

Artikel

20

Het basisbedrag, bedoeld in artikel 11 van het besluit, voor subsidie als bedoeld in artikel 15, eerste lid, bedraagt:

  • a.

    bij een gewogen maandelijks rendement groter dan 22% en kleiner of gelijk aan 23%, € 0,115 per kWh;

  • b.

    bij een gewogen maandelijks rendement groter dan 23% en kleiner of gelijk aan 24%, € 0,115 per kWh;

  • c.

    bij een gewogen maandelijks rendement groter dan 24% en kleiner of gelijk aan 25%, € 0,117 per kWh;

  • d.

    bij een gewogen maandelijks rendement groter dan 25% en kleiner of gelijk aan 26%, € 0.117 per kWh;

  • e.

    bij een gewogen maandelijks rendement groter dan 26% en kleiner of gelijk aan 27%, € 0,119 per kWh;

  • f.

    bij een gewogen maandelijks rendement groter dan 27% en kleiner of gelijk aan 28%, € 0,121 per kWh;

  • g.

    bij een gewogen maandelijks rendement groter dan 28% en kleiner of gelijk aan 29%, € 0,125 per kWh;

  • h.

    bij een gewogen maandelijks rendement groter dan 29% en kleiner of gelijk aan 30%, € 0,130 per kWh;

  • i.

    bij een gewogen maandelijks rendement groter dan 30% en kleiner of gelijk aan 31%, € 0,133 per kWh;

  • j.

    bij een gewogen maandelijks rendement groter dan 31%, € 0,137 per kWh.

§

2.5

Stortgas of biogas uit afvalwater- of rioolwaterzuiveringsinstallaties

Artikel

22

Artikel

24

Artikel

26

Het maximaal aantal vollasturen voor productie-installaties voor de productie van hernieuwbare elektriciteit met gebruik van stortgas of biogas uit afvalwater- of rioolwaterzuiveringsinstallaties bedraagt 8000 uren per jaar.

§

2.6

Biomassa

Artikel

29

Artikel

30

Artikel

32

Het maximaal aantal vollasturen voor productie-installaties voor de productie van hernieuwbare elektriciteit door:

  • a.

    verbranding van het biogas uit co-vergisting van dierlijke mest,

  • b.

    verbranding van het biogas uit vergisting van groente-, fruit- en tuinafval, of

  • c.

    inzet van warmte verkregen uit thermische conversie van vaste biomassa met een nominaal elektrisch vermogen kleiner of gelijk aan 50 MW,

    bedraagt 8000 uren per jaar.

§

3

Hernieuwbaar gas

§

3.1

Algemeen

Artikel

35

Het subsidieplafond voor het in 2008 verlenen van subsidies voor de productie van hernieuwbaar gas bedraagt € 58 miljoen.

§

3.2

Stortgas of biogas uit afvalwater- of rioolwaterzuiveringsinstallaties

Artikel

36

Artikel

38

Artikel

40

Het maximaal aantal vollasturen voor productie-installaties voor de productie van hernieuwbaar gas met gebruik van stortgas of biogas uit afvalwater- of rioolwaterzuiveringsinstallaties bedraagt 8000 uren per jaar.

§

3.3

Biomassa

Artikel

42a

Artikel

42b

Artikel

42d

Het maximaal aantal vollasturen voor productie-installaties voor de productie van hernieuwbaar gas met gebruik van

  • a.

    biogas uit co-vergisting van dierlijke mest, of

  • b.

    biogas uit vergisting van groente-, fruit- en tuinafval,

bedraagt 8000 uren per jaar.

§

4

Wijzigingen in andere regelgeving

Artikel

43

Wijzigt de Regeling garanties van oorsprong voor duurzame elektriciteit.

§

5

Slotbepalingen

Artikel

45

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie 2008.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag
De Minister van Economische Zaken, M.J.A. van derHoeven

Bijlage

Vervallen