Verordening van het Productschap Vee en Vlees van 14 mei 2008 houdende regels ter zake van de erkenning van fokprogramma's, gericht op terugdringing TSE-gevoeligheid bij schapen, en, in het geval wordt deelgenomen aan een overeenkomstig deze verordening erkend fokprogramma, regels terzake van de erkenning van een bepaalde TSE-resistente status van het bedrijf, de daarmee samenhangende bedrijfscertificering en regels terzake van een te verkrijgen tegemoetkoming in de kosten (Verordening fokken op terugdringing TSE-gevoeligheid bij schapen (PVV) 2008)

Verordening fokken op terugdringing TSE-gevoeligheid bij schapen (PVV) 2008

Het bestuur van het Productschap Vee en Vlees,
Gelet op de artikelen 17, 22, 55 en 108 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, artikel 99 van de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s (Stcrt. 2005, 120), als gewijzigd bij de Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, TRCJZ/2008/1342, houdende wijziging van de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten zoönosen en TSE’s in verband met vorderen medebewind PVV, de artikelen 13, 15 en 23 van de Landbouwwet en de artikelen 96, 97, 98, 100, derde lid, en 104 van de Wet op de bedrijfsorganisatie;
Gelet op Verordening (EG) nr. 999/2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encephalopathieën (Pb L 147);
Gelet op de Beschikking van de Commissie van 30 november 2007 tot goedkeuring van de door de lidstaten voor 2008 en volgende jaren ingediende nationale jaarlijkse en meerjarenprogramma's en van de financiële bijdrage van de Gemeenschap voor de uitroeiing, bestrijding en bewaking van bepaalde dierziekten en zoönosen (Pb L 314);
Gelet op de Beschikking van de raad van 26 juni 1990 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied (Pb L 224);
Gezien Verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie 12 januari 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun van kleine en middelgrote ondernemingen (Pb L 10);
Gezien Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun van kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, en tot wijziging van verordening (EG) nr. 70/2001.

Besluit:

1

Begripsbepalingen

Artikel

1

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.

productschap:

het Productschap Vee en Vlees;

b.

bestuur:

het bestuur van het productschap;

c.

voorzitter:

de voorzitter van het productschap;

d.

Verordening (EG) nr. 999/2001:

Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encephalopathieën (Pb L 147);

e.

Beschikking 2007/782/EG:

Beschikking van de Commissie van 30 november 2007 tot goedkeuring van de door de lidstaten voor 2008 en volgende jaren ingediende nationale jaarlijkse en meerjarenprogramma’s en van de financiële bijdrage van de Gemeenschap voor de uitroeiing, bestrijding en bewaking van bepaalde dierziekten en zoönosen (Pb L 314);

f.

fokprogramma:

het fokprogramma als bedoeld in Verordening (EG) nr. 999/2001, in het bijzonder artikel 6 bis;

g.

erkende instelling:

een krachtens het Fokkerijbesluit (Stb. 1994, 696) erkende organisatie die één of meer stamboeken of registers van schapen bijhoudt;

h.

fokkerijvereniging:

een groep houders van schapen, niet aangesloten bij een erkende instelling, verenigd in een organisatie met rechtspersoonlijkheid en die zich ten minste ten doel stelt het fokken gericht op het terugdringen van de TSE-gevoeligheid bij schapen;

i.

deelnemer:

een houder van schapen die participeert in een erkend fokprogramma;

j.

erkend laboratorium:

een laboratorium dat is erkend op grond van de Regeling erkenning en aanwijzing veterinaire laboratoria (houdende een erkenningensystematiek en aanwijzing van laboratoria op veterinair terrein) (Stcrt. 2006, 37);

k.

genotyperingstest:

een bij een erkend laboratorium uitgevoerde analyse van bloed- of weefselmonsters ter bepaling van de aminozuren op, in ieder geval, de codons 136, 154, en 171 van het PrP gen van beide allelen;

l.

bedrijfscertificaat:

een certificaat ter bevestiging van een erkende TSE-resistente status van bepaalde koppels schapen, als bedoeld in bijlage VII, Hoofdstuk B, Deel 3, onder 1, Verordening (EG) nr. 999/2001.

2

Algemene bepalingen

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Deelnemers kunnen op voet van de artikelen 16 en 17 een tegemoetkoming krijgen in de kosten van genotyperingstesten, uitgevoerd in het kader van een erkend fokprogramma.

3

Voorwaarden en procedure voor erkenning van een fokprogramma

3a

Erkenning

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

De genotypering van bloed en andere ten behoeve van het fokprogramma verzamelde weefsels, als bedoeld in bijlage VII, hoofdstuk B, deel 1, onder 5, van Verordening (EG) nr. 999/2001, wordt verricht door een erkend laboratorium.

Artikel

9

Deelnemers hebben met een erkende instelling of fokkerijvereniging een overeenkomst gesloten, die minimaal de eisen, als opgenomen in bijlage VII, hoofdstuk B, deel 2, onder 2, van Verordening (EG) nr. 999/2001, bevat.

Artikel

10

Een erkende instelling of fokkerijvereniging rapporteert jaarlijks vóór 1 februari aan de voorzitter over:

  • a.

    de resultaten van de genotyperingen, onderscheiden naar geslacht (ooi of ram) en leeftijd (< 1 jaar of > 1 jaar);

  • b.

    de resultaten van de steekproeven, als bedoeld in Bijlage VII, hoofdstuk B, deel 1, onder 4, van Verordening (EG) nr. 999/2001 ;

  • c.

    het aantal bij de erkende instelling of fokkerijvereniging aangesloten deelnemers.

3b

De aanvraag

Artikel

11

Artikel

12

4

Voorwaarden en procedure voor erkenning van de TSE-resistente status en afgifte van het bedrijfscertificaat

4a

Erkenning

Artikel

13

4b

Bedrijfscertificaat

Artikel

14

Artikel

15

Het bedrijfscertificaat kan verstrekt worden voor de volgende typen bedrijven van deelnemers:

a.

Niveau I:

alle schapen op het bedrijf van de deelnemer hebben genotype ARR/ARR;

b.

Niveau II:

alle voor de fok of vermeerdering gebruikte rammen op het bedrijf van de deelnemer hebben genotype ARR/ARR;

c.

Niveau III:

op het bedrijf van de deelnemer zijn geen schapen aanwezig met een VRQ-allel;

d.

Niveau IV:

op het bedrijf van de deelnemer worden voor de fok of vermeerdering geen rammen gebruikt met een VRQ-allel.

5

Tegemoetkoming in de genotyperingskosten

Artikel

16

Artikel

17

Artikel

18

6

Bijzondere bepalingen

Artikel

19

Artikel

20

Een in een andere lidstaat van de Europese Unie op voet van Verordening (EG) nr. 999/2001 uitgevoerde certificering wordt gelijkgesteld met de certificering op grond van artikel 7.

7

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

22

Zoetermeer
J.E. Klijn plv. voorzitter
S.B.M. Jongerius secretaris