Wet van 13 november 2008, houdende regeling van de vergoedingen voor adviescolleges en commissies (Wet vergoedingen adviescolleges en commissies)

Wet vergoedingen adviescolleges en commissies

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de regels met betrekking tot de vergoeding van de leden van adviescolleges en bij of krachtens wet, bij koninklijk besluit of bij ministerieel besluit ingestelde commissies te harmoniseren;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

5

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel

6

Deze wet wordt aangehaald als: Wet vergoedingen adviescolleges en commissies.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges, en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, G. ter Horst
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin