Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 20 maart 2009, nr. TRCJZ/2009/331, houdende bepalingen over de landbouwtelling en de gecombineerde opgave
Regeling landbouwtelling en gecombineerde opgave 2009
De Minister Van Landbouw, Natuur En Voedselkwaliteit,
Gelet op Verordening (EG) Nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) (PbEU L 277);
Gelet op Verordening 1975/2006 van de Commissie van 7 december 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad met betrekking tot de toepassing van controleprocedures en van de randvoorwaarden in het kader van de steunmaatregelen voor plattelandsontwikkeling;
Dienst Regelingen: Dienst Regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
b.
beschrijvingsbiljet: formulier, waarvan het model als bijlagen I, II, III, en V bij deze regeling is opgenomen;
c.
opgaveplichtige: persoon die, anders dan in het kader van de teelt van griendhout, riet en biezen, in de landbouw zijn hoofdbestaan of een gedeelte van zijn bestaan vindt, voor zover aan hem een beschrijvingsbiljet, bedoeld in onderdeel b, dan wel anderszins een oproep voor de landbouwtelling is uitgereikt of toegezonden;
d.
probleemgebiedenvergoeding: betaling als bedoeld in artikel 36, onderdeel a, subonderdelen i) en ii), van Verordening (EG) Nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) (PbEU L 277);
e.
de Minister: de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
Artikel
2
In het tijdvak dat loopt van 1 april 2009 tot en met 15 mei 2009 wordt een landbouwtelling gehouden als bedoeld in de artikelen 24 en 25 van de Landbouwwet.
Artikel
3
1
Ten behoeve van de telling, bedoeld in artikel 2, wordt een beschrijvingsbiljet uitgereikt of verzonden door de Minister.
De opgaveplichtige verstrekt de ten aanzien van de veestapel gevraagde gegevens naar de toestand op 1 april 2009.
2
De opgaveplichtige verstrekt de ten aanzien van de oppervlakten gevraagde gegevens naar de verwachte toestand op 15 mei 2009. Indien een beteelde oppervlakte op 15 mei 2009 nog niet zal zijn beteeld, wordt de eerstvolgende geplande teelt opgegeven.
3
Onverminderd het eerste en tweede lid, verstrekt de opgaveplichtige de op het beschrijvingsbiljet gevraagde gegevens naar de toestand op de datum van verzending, tenzij op het biljet anders is aangegeven, en neemt daarbij de overige op het biljet of door Dienst Regelingen gegeven aanwijzingen in acht.
Artikel
5
1
Voor de bepaling van de bedrijfsomvang geldt dat één Nederlandse grootte-eenheid gelijk is aan 1420 eenheden bruto standaardsaldo.
2
De bruto standaardsaldi respectievelijk de Nederlandse grootte-eenheid worden vastgesteld als vermeld in bijlage IV bij deze regeling.
3
Bruto-standaardsaldi worden overeenkomstig bijlage IV omgerekend in Nederlandse grootte-eenheden.
Artikel
6
Onverminderd het bepaalde in artikel 4 maakt de uit dien hoofde opgaveplichtige die tevens gehouden is:
gegevens te verstrekken met betrekking tot de aanvraag voor probleemgebiedenvergoeding, voor het verstrekken van alle onderscheiden gegevens gebruik van het beschrijvingsbiljet.
Paragraaf
2
Elektronische indiening
Artikel
7
De opgave ten behoeve van de telling, bedoeld in artikel 2 van deze regeling, de aanvragen, bedoeld in artikel 6, onder a, b en d, van deze regeling en de verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 6, onder c, van deze regeling, kunnen gezamenlijk elektronisch worden ingediend.
Artikel
8
1
De gezamenlijke elektronische indiening geschiedt met het daartoe bestemde elektronische formulier.
2
Het formulier wordt elektronisch ondertekend met een door de Minister aan de ondertekenaar ter beschikking gestelde eenmalig bruikbare tancode.
3
De Minister bevestigt de ontvangst van een elektronisch ingediend formulier.
Artikel
9
Een tancode wordt uitsluitend overeenkomstig deze regeling gebruikt voor het doel waarvoor en door degene aan wie de tancode is verstrekt.
Artikel
10
De Minister verstrekt op een met redenen omkleed verzoek van de aanvrager een set tancodes ten behoeve van de elektronische handtekening, ingeval
a.
deze geen tancodes heeft ontvangen;
b.
de verstrekte tancodes zijn gebruikt, of
c.
van verlies van eerder verstrekte tancodes.
Artikel
11
De Minister kan besluiten een set tancodes niet te verstrekken of in te trekken, indien de indiener of een met hem geassocieerd bedrijf of organisatie in het verleden een tancode heeft gebruikt in strijd met deze regeling of op andere wijze de integriteit van een verstrekte handtekening heeft geschonden.
Artikel
12
1
Een belanghebbende kan de aan hem verstrekte tancodes doen gebruiken door een gemachtigde als bedoeld in artikel 2:1 van de Algemene wet bestuursrecht ten behoeve van het indienen van een elektronische formulier namens belanghebbende.
2
De gemachtigde maakt bij het indienen van de aanvraag, de opgave onderscheidenlijk de verstrekking als bedoeld in artikel 8 slechts gebruik van de aan de gemachtigde ter beschikking gestelde toegangscodes tot het elektronische formulier.
Paragraaf
3
Bijzondere bepalingen over de behandeling van een elektronisch formulier
Artikel
13
1
De Minister kan een elektronisch formulier weigeren, indien dit niet overeenkomstig deze regeling is ingediend.
2
De Minister kan een elektronisch verzonden bericht weigeren voor zover de betrouwbaarheid of vertrouwelijkheid van dit bericht onvoldoende is gewaarborgd, gelet op de aard en de inhoud van het bericht en het doel waarvoor het wordt gebruikt.
3
De Minister deelt een weigering op grond van dit artikel zo spoedig mogelijk aan de afzender mede.
Artikel
14
Als tijdstip waarop een elektronisch formulier door de Minister elektronisch is ontvangen, geldt het tijdstip waarop alle vereiste bescheiden als bedoeld in artikel 12 van Verordening (EG) nr. 796/2004 van de Commissie van 21 april 2004 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de randvoorwaarden, de modulatie en het geïntegreerd beheers- en controlesysteem waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (PbEU L 141) zijn ontvangen.
Artikel
15
De Minister kan besluiten de elektronische aanvraag, opgave onderscheidenlijk verstrekking niet te behandelen, indien het elektronisch formulier geheel of gedeeltelijk is geweigerd op grond van artikel 11. Artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing.