Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 22 en 24 maart 2009, nr. WJZ/9055953, tot uitgifte van de kavels A7 en A8 voor landelijke commerciële radio-omroep in de FM-band (Tijdelijke regeling uitgifte kavels A7 en A8)

Tijdelijke regeling uitgifte kavels A7 en A8

De Staatssecretaris van Economische Zaken en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Besluiten:

§

1

Beschikbare frequentieruimte

Artikel

1

Beschikbare frequentieruimte

§

2

Aanvraag

Artikel

2

Indiening aanvraag

Artikel

3

Waarborg betaling financieel instrument

Artikel

4

Verzuimherstel

Paragraaf

3

Eisen aan de aanvrager

Artikel

5

Eisen aan de hoedanigheid van de aanvrager

Artikel

6

Eisen aan kennis en ervaring van de aanvrager

Artikel

7

Hoedanigheid van commerciële omroep

De aanvrager beschikt over de vereiste toestemming van het Commissariaat voor de Media, bedoeld in artikel 3.1 van de Mediawet 2008.

Paragraaf

4

Verlenen vergunning

Artikel

8

Verlenen vergunning

Paragraaf

5

Eenmalig bedrag

Artikel

9

Eenmalig bedrag kavel A7

De verkrijger of houder van een vergunning voor kavel A7 is voor het gebruik van frequentieruimte tot 1 september 2011 een eenmalig bedrag verschuldigd. De hoogte van het eenmalig bedrag wordt bepaald overeenkomstig de volgende tabel:

mei 2009

1.266.793

juni 2009

1.218.923

juli 2009

1.171.258

augustus 2009

1.123.797

september 2009

1.076.538

oktober 2009

1.029.480

november 2009

982.621

december 2009

935.962

januari 2010

889.500

februari 2010

843.235

maart 2010

797.165

april 2010

751.289

mei 2010

705.605

juni 2010

660.114

juli 2010

614.813

augustus 2010

569.702

september 2010

524.780

oktober 2010

480.044

november 2010

435.495

december 2010

391.130

Artikel

10

Eenmalig bedrag kavel A8

De verkrijger of houder van een vergunning voor kavel A8 is voor het gebruik van frequentieruimte tot 1 september 2011 een eenmalig bedrag verschuldigd. De hoogte van het eenmalig bedrag wordt bepaald overeenkomstig de volgende tabel:

mei 2009

133.254

juni 2009

128.219

juli 2009

123.205

augustus 2009

118.212

september 2009

113.241

oktober 2009

108.291

november 2009

103.362

december 2009

98.454

januari 2010

93.567

februari 2010

88.700

maart 2010

83.854

april 2010

79.028

mei 2010

74.223

juni 2010

69.438

juli 2010

64.672

augustus 2010

59.927

september 2010

55.202

oktober 2010

50.496

november 2010

45.810

december 2010

41.143

Artikel

11

Aanwending bankgarantie

Paragraaf

5

Wijziging andere regelingen

§

10

Slotbepalingen

Artikel

14

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

15

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke regeling uitgifte kavels A7 en A8.

Deze regeling zal met de bijlagen en de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag
De Staatssecretaris van Economische Zaken, F.Heemskerk
Den Haag
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H.A.Plasterk

Bijlage

I

: Model vergunningaanvraag als bedoeld in artikel 2, tweede lid

De aanvrager voor een vergunning voor kavel A7 of A8 volgt de indeling van deze bijlage.

1

Algemene informatie

1

Algemene gegevens en bescheiden

  • a.

    naam;

  • b.

    rechtsvorm met vermelding van het recht van het land dat deze rechtsvorm beheerst;

  • c.

    vestigingsplaats, en als deze niet dezelfde zijn, de statutaire zetel en de zetel van het hoofdbestuur;

  • d.

    statuten van:

  • e.

    een beschrijving van het doel en van de feitelijke werkzaamheden van de aandeelhouders van de aanvrager, voor zover deze aandeelhouders rechtspersonen zijn;

  • f.

    een uittreksel uit het handelsregister dat niet ouder is dan één maand gerekend vanaf de datum van indiening van de aanvraag:

2

Hoedanigheid als commerciële omroep

De aanvrager verstrekt een kopie van de toestemming van het Commissariaat voor de Media, bedoeld in artikel 3.1 van de Mediawet 2008.

3

Informatie over kennis en ervaring

De aanvrager beschrijft de kennis en ervaring waarover hij kan beschikken, bedoeld in artikel 6 van deze regeling. In deze beschrijving vermeldt hij in elk geval door wie en op welke wijze die kennis en ervaring ter beschikking wordt gesteld, vergezeld van de daarop betrekking hebbende overeenkomsten.

Het gaat om kennis en ervaring waarover de aanvrager aantoonbaar kan beschikken. De aanvrager hoeft hier niet zelf over te beschikken, maar kan tevens afspraken hebben gemaakt en overeenkomsten hebben gesloten met derden die bereid zijn hun kennis en ervaring aan hem ter beschikking te stellen. De aanvrager geeft een korte beschrijving door wie en op welke wijze kennis en ervaring aan hem ter beschikking wordt gesteld. Dit kan bijvoorbeeld door inzicht te geven in:

  • de personele structuur (redactie, programmamakers);

  • de regeling van de interne onderlinge verantwoordelijkheden in een programmastatuut;

  • intentieverklaringen/overeenkomsten met derden voor de inzet van expertise en dienstverlening voor de productie van programma’s;

  • intentieverklaringen/overeenkomsten met derden voor de verwerving van uitzendrechten van programmaonderdelen.

4

Informatie voor de beoordeling van verbondenheid

Beschrijving

De aanvraag bevat een opsomming van alle rechtspersonen, vennootschappen en natuurlijke personen die direct of indirect zeggenschap of feitelijke invloed op het beleid van de aanvrager alsmede een beschrijving van de wijze waarop zij die invloed kunnen uitoefenen, zodat kan worden nagegaan of er een zodanige verbondenheid is dat er sprake is van eenzelfde instelling in de zin van artikel 6.24, tweede lid, van de Mediawet 2008.

De beschrijving bevat in elk geval gegevens over:

  • a.

    de grootte van het aandelenkapitaal, de samenstelling in soorten aandelen, zoals gewone, preferente, converteerbare of prioriteitsaandelen, en de verdeling over de aandeelhouders;

  • b.

    het vreemde vermogen van de aanvrager, zoals obligatieleningen, achtergestelde leningen, en leningen waarvoor een hypotheek- of pandrecht is verstrekt, wie de financiële middelen ter beschikking hebben gesteld en aan wie de aanvrager zekerheidsrechten heeft verleend;

  • c.

    de wijze van besluitvorming binnen het bestuur, de raad van commissarissen en de vergadering van aandeelhouders onder meer bij benoeming, schorsing of ontslag van leden van het bestuur of de raad van commissarissen;

  • d.

    aan wie en onder welke condities en beperkingen doorlopende volmachten zijn gegeven om de aanvrager te vertegenwoordigen (procuratie);

  • e.

    bestaande en voorgenomen overeenkomsten met andere rechtspersonen, vennootschappen, of natuurlijke personen, die direct of indirect radioprogramma’s via de ether verzorgen of van plan zijn dat te doen.

Bescheiden

De aanvrager voegt de volgende documenten bij de aanvraag (voor zover van toepassing):

  • a.

    een kopie van het aandeelhoudersregister die niet ouder is dan een maand gerekend vanaf de datum van aanvraag;

  • b.

    een kopie van verleende geldige volmachten;

  • c.

    kopieën van overeenkomsten tussen en volmachten van stemgerechtigden in de algemene vergadering van aandeelhouders van de aanvrager en in de algemene vergadering van aandeelhouders van de moedermaatschappij van de aanvrager;

  • d.

    kopieën van documenten inzake beschermingsconstructies van de aanvrager en de moedermaatschappij van de aanvrager, in het bijzonder beschermingsconstructies met betrekking tot plaatsing van preferente aandelen of prioriteitsaandelen bij een rechtspersoon of een natuurlijk persoon.

5

Schriftelijke verklaringen

Aanvrager

Bij de aanvraag is gevoegd: een schriftelijke en ondertekende verklaring van de aanvrager waarin zonder enig voorbehoud wordt verklaard dat de informatie in de aanvraag juist en volledig is.

Verklaring notaris

Bij de aanvraag is gevoegd een verklaring die voldoet aan het volgende model:

Verklaring notaris

Ondergetekende, notaris te ..... (plaatsnaam)

verklaart zonder voorbehoud dat de informatie die in het kader van de aanvraag is verstrekt ter uitvoering van de onderdelen 1 en 2 door hem zijn geverifieerd en juist en volledig is bevonden en verklaart zonder voorbehoud dat de informatie die in het kader van de aanvraag is verstrekt ter uitvoering van de onderdelen 3 en 4 door hem naar best kunnen zijn geverifieerd en naar zijn oordeel juist en volledig is.

Bijlage

II

Als bedoeld in artikel 3

Model bankgarantie

I

De ondergetekende

.... (naam van een bank die is gevestigd in een van de lidstaten van de Europese Unie of in een van de overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte)*, statutair gevestigd te ...., mede kantoorhoudende te ...., hierna te noemen: ‘de Bank’;

In aanmerking nemende:

  • A.

    dat artikel 3.3, eerste lid, van de Telecommunicatiewet bepaalt dat voor het gebruik van frequentieruimte een vergunning is vereist van de Minister van Economische Zaken (hierna: ‘de Minister’);

  • B.

    dat ..... (naam aanvrager), rechtspersoon naar ..... (het recht van een van de lidstaten van de Europese Unie of van een van de overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte) recht, statutair gevestigd te ....., kantoorhoudende te ....., hierna te noemen: ‘de Aanvrager’, op grond van artikel 3 van de Tijdelijke regeling uitgifte kavels A7 en A8 verplicht is een bedrag ter grootte van 1.266.793 euro voor de vergunning voor kavel A7 te storten of een bedrag ter grootte van 133.254 euro voor de vergunning voor kavel A8 te storten dan wel voor die bedragen een bankgarantie te verstrekken;

  • C.

    dat de Minister met betrekking tot de verlening van een vergunning regels heeft gesteld. Deze regels zijn vastgelegd in de Tijdelijke regeling uitgifte kavels A7 en A8;

  • D.

    dat de Minister op grond van deze regels van de Aanvrager verlangt dat deze een bankgarantie doet stellen ter zekerheid van al hetgeen de Aanvrager ter zekerheid verschuldigd is, hierna te noemen: ‘de Vordering’, aan de Staat der Nederlanden, rechtspersoon naar Nederlands recht, waarvan de statutaire zetel is gevestigd te ’s-Gravenhage, hierna te noemen: ‘de Staat’;

  • E.

    dat de Aanvrager de Bank heeft verzocht een onherroepelijke en onafhankelijke bankgarantie te stellen ten behoeve van de Staat, welke op eerste verzoek van de Staat betaalbaar is;

II

Verbindt zich tot het navolgende:

  • 1.

    De Bank stelt zich bij wijze van zelfstandige verbintenis tot een bedrag van ..... (zegge: .....), onherroepelijk garant jegens de Staat voor de betaling van al hetgeen de Staat blijkens een schriftelijke verklaring van de Staat ter zake van de Vordering van de Aanvrager te vorderen heeft, aldus dat de Bank zich verbindt het gevorderde bedrag als eigen verplichting aan de Staat te voldoen.

  • 2.

    De Bank verbindt zich om als eigen schuld op eerste verzoek en op de enkele schriftelijke mededeling van de Staat zonder overlegging van enig ander document of opgaaf van redenen te verlangen, aan de Staat te voldoen het bedrag dat de Staat verklaart ter zake van de Vordering van de Aanvrager te vorderen te hebben, met dien verstande dat de Bank nimmer gehouden is aan de Staat meer te voldoen dan het hiervoor vermelde maximumbedrag.

  • 3.

    Deelberoepen onder deze bankgarantie zijn mogelijk. Het maximumbedrag van deze bankgarantie wordt met een bedrag gelijk met dat van elk deelberoep verlaagd.

  • 4.

    Deze bankgarantie vervalt na ontvangst door de Bank van een per aangetekende brief gezonden schriftelijke verklaring van de Staat dat de bankgarantie vervalt en in ieder geval één jaar na datum van ondertekening van deze garantie, tenzij de Bank ten minste één maand voor de einddatum van de garantie per aangetekende brief een schriftelijke verklaring van of namens de Minister heeft ontvangen dat deze bankgarantie niet vervalt, in welk geval de garantie telkens voor een nieuwe termijn van een jaar geldig is.

  • 5.

    Deze bankgarantie wordt beheerst door Nederlands recht. Geschillen ter zake van deze bankgarantie kunnen uitsluitend worden voorgelegd aan de bevoegde Nederlandse rechter te ’s-Gravenhage.

  • 6.

    Na verval van deze bankgarantie kan de Staat geen enkele aanspraak meer maken jegens de Bank uit hoofde van deze bankgarantie tenzij de Bank voorafgaande aan het moment waarop deze bankgarantie zou vervallen een mededeling ontving als bedoeld onder 2 waaraan de Bank nog niet voldeed. Op verzoek van de Bank zal de Staat deze bankgarantie nadat deze is vervallen retourneren aan de Bank.

Plaats: .....

Datum: .....

Naam bank en ondertekening .....

.....

* hetgeen in het bovenstaande cursief is gedrukt moet door de Bank worden ingevuld.