Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 22 en 24 maart 2009, nr. WJZ/9055953, tot uitgifte van de kavels A7 en A8 voor landelijke commerciële radio-omroep in de FM-band (Tijdelijke regeling uitgifte kavels A7 en A8)
Tijdelijke regeling uitgifte kavels A7 en A8
De Staatssecretaris van Economische Zaken en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën,
Het eerste lid geldt niet voor zover toepassing wordt gegeven aan artikel 8, tweede lid.
§
2
Aanvraag
Artikel
2
Indiening aanvraag
1
Een aanvraag voor een vergunning voor kavel A7 of A8 wordt vanaf de dag van inwerkingtreding van deze regeling ingediend en wordt uiterlijk op 24 april 2009 om 14.00 uur per post ontvangen op dan wel door middel van persoonlijke overhandiging ingediend op het volgende adres:
De Minister van Economische Zaken
p/a werkgroep kavels A7 en A8
Agentschap Telecom
Emmasingel 1
9726 AH Groningen
2
Een aanvraag voor een vergunning voor kavel A7 of A8 bevat de gegevens en bescheiden, bedoeld in de bij deze regeling behorende bijlage I en wordt overeenkomstig het model in die bijlage ingedeeld.
3
Een aanvrager dient slechts één aanvraag in voor een of beide vergunningen. Met elkaar verbonden instellingenals bedoeld in artikel 6.24, tweede lid, van de Mediawet 2008 dienen maar één aanvraag in.
4
De aanvraag is in de Nederlandse taal gesteld.
5
Met de gegevens en bescheiden, bedoeld in het tweede lid, worden gelijkgesteld zodanige gegevens en bescheiden krachtens het recht van een van de andere lidstaten van de Europese Unie of een van de andere staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.
6
De gegevens en bescheiden, bedoeld in het vijfde lid, mogen in afwijking van het vierde lid, in een van de officiële talen van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte worden gesteld. In dat geval worden die gegevens en bescheiden vergezeld van een Nederlandse vertaling van die gegevens en bescheiden.
Artikel
3
Waarborg betaling financieel instrument
1
De aanvrager van een vergunning voor kavel A7 zorgt ervoor dat uiterlijk op 24 april 2009, 14:00 uur, een bedrag van 1.266.793 euro als waarborgsom is ontvangen op bankrekeningnummer 19.23.23.806, ten name van de Staat der Nederlanden onder vermelding van ‘Ministerie van Economische Zaken/Agentschap Telecom, kavel A7’ of een bankgarantie is verstrekt volgens het model, bedoeld in bijlage II. De bankgarantie maakt onderdeel uit van de aanvraag.
2
De aanvrager van een vergunning voor kavel A8 zorgt ervoor dat uiterlijk op 24 april 2009, 14:00 uur, een bedrag van 133.254 euro als waarborgsom is ontvangen op bankrekeningnummer 19.23.23.806, ten name van de Staat der Nederlanden onder vermelding van ‘Ministerie van Economische Zaken/Agentschap Telecom, Kavel A8’ of een bankgarantie is verstrekt volgens het model, bedoeld in bijlage II. De bankgarantie maakt onderdeel uit van de aanvraag.
Artikel
4
Verzuimherstel
1
Indien de aanvrager niet heeft voldaan aan de in artikel 2, eerste lid, gestelde eisen, wordt de vergunning die aangevraagd is, geweigerd.
De aanvrager heeft gedurende vijf werkdagen, te rekenen vanaf de dag nadat de mededeling, bedoeld in het tweede lid, is verstuurd, de gelegenheid het verzuim te herstellen.
4
De gegevens of bescheiden ten behoeve van het verzuimherstel, bedoeld in het tweede lid, worden per post ontvangen op dan wel door middel van persoonlijke overhandiging ingediend op het adres, vermeld in artikel 2, eerste lid, binnen de in het derde lid genoemde termijn.
5
Indien het verzuim, bedoeld in het tweede lid, binnen de termijn vermeld in het derde lid en op de wijze vermeld in het vierde lid, niet is hersteld of de aanvraag na herstel niet voldoet aan de in artikel 2, tweede tot en met zesde lid, of artikel 3 gestelde eisen, wordt de aanvraag overeenkomstig artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht niet in behandeling genomen.
Paragraaf
3
Eisen aan de aanvrager
Artikel
5
Eisen aan de hoedanigheid van de aanvrager
1
De aanvrager is een privaatrechtelijke rechtspersoon naar Nederlands recht of het equivalent daarvan naar het recht van een van de overige lidstaten van de Europese Unie of een van de overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en heeft zijn statutaire zetel, zijn hoofdbestuur of zijn hoofdvestiging binnen de Europese Economische Ruimte.
2
De aanvrager voldoet voorts aan de volgende eisen:
1°.
de aanvrager verkeert niet in staat van faillissement of liquidatie;
2°.
de aanvrager is geen surseance van betaling verleend, noch is door de aanvrager surseance van betaling aangevraagd; en
3°.
er is geen beslag gelegd op het vermogen dan wel op een of meer bedrijfsmiddelen van de aanvrager die een aanmerkelijk deel van het vermogen van de aanvrager vormen.
3
Met de eisen van het tweede lid, onder 1, 2 en 3, worden gelijkgesteld zodanige eisen volgens het recht van een van de andere lidstaten van de Europese Unie of een van de andere staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.
Artikel
6
Eisen aan kennis en ervaring van de aanvrager
1
De aanvrager van een vergunning voor kavel A7 beschikt aantoonbaar over kennis en ervaring met betrekking tot de productie en exploitatie van een radioprogramma.
2
De aanvrager van een vergunning voor kavel A8 beschikt aantoonbaar over kennis en ervaring met betrekking tot de productie en exploitatie van een radioprogramma dat overwegend bestaat uit klassieke muziek, moderne klassieke muziek daaronder begrepen, of jazz muziek.
3
De aanvrager bedoeld in het eerste en tweede lid beschikt aantoonbaar over de technische middelen met betrekking tot de productie en exploitatie van een radioprogramma.
Artikel
7
Hoedanigheid van commerciële omroep
De aanvrager beschikt over de vereiste toestemming van het Commissariaat voor de Media, bedoeld in artikel 3.1 van de Mediawet 2008.
Indien de toepassing van het eerste lid niet leidt tot verlening van een vergunning voor kavel A7 of A8, worden de gevraagde vergunningen geweigerd.
Paragraaf
5
Eenmalig bedrag
Artikel
9
Eenmalig bedrag kavel A7
De verkrijger of houder van een vergunning voor kavel A7 is voor het gebruik van frequentieruimte tot 1 september 2011 een eenmalig bedrag verschuldigd. De hoogte van het eenmalig bedrag wordt bepaald overeenkomstig de volgende tabel:
mei 2009
1.266.793
juni 2009
1.218.923
juli 2009
1.171.258
augustus 2009
1.123.797
september 2009
1.076.538
oktober 2009
1.029.480
november 2009
982.621
december 2009
935.962
januari 2010
889.500
februari 2010
843.235
maart 2010
797.165
april 2010
751.289
mei 2010
705.605
juni 2010
660.114
juli 2010
614.813
augustus 2010
569.702
september 2010
524.780
oktober 2010
480.044
november 2010
435.495
december 2010
391.130
Artikel
10
Eenmalig bedrag kavel A8
De verkrijger of houder van een vergunning voor kavel A8 is voor het gebruik van frequentieruimte tot 1 september 2011 een eenmalig bedrag verschuldigd. De hoogte van het eenmalig bedrag wordt bepaald overeenkomstig de volgende tabel:
de waarborgsom, bedoeld in artikel 3, aangewend voor betaling van het eenmalig bedrag, bedoeld in de artikelen 9 of 10;
b.
betaalt de aanvrager aan wie een vergunning wordt verleend en die een bankgarantie had gesteld, binnen twee weken na vergunningverlening het eenmalig bedrag, bedoeld in de artikelen 9 of 10, door overmaking van dat bedrag op het bankrekeningnummer, genoemd in artikel 3, eerste of tweede lid, onder vermelding van ‘Ministerie van Economische Zaken, kavels A7/A8’.
2
Indien een vergunninghouder niet binnen de termijn, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, het eenmalig bedrag, bedoeld in de artikelen 9 of 10, volledig heeft betaald, wordt de door hem overgelegde bankgarantie voor betaling aangewend.
3
De Minister van Economische Zaken stort de waarborgsom van de aanvrager aan wie geen vergunning wordt verleend, terug.
4
Indien de waarborgsom van een aanvrager meer bedraagt dan het eenmalig bedrag dat op grond van de artikelen 9 en 10 is verschuldigd, wordt het deel van de waarborgsom dat resteert, teruggestort.
5
De Minister van Economische Zaken vergoedt de rente over de gestorte waarborgsom vanaf de dag waarop hij de waarborgsom heeft ontvangen op het bankrekeningnummer, genoemd in artikel 3, eerste of tweede lid, met dien verstande dat de rente wordt vergoed tot en met de dag:
a.
voorafgaand aan de dag waarop de waarborgsom door de Minister van Economische Zaken wordt teruggestort: voor de aanvrager aan wie geen vergunningen worden verleend, of
b.
waarop de vergunning voor kavel A7 of A8 wordt verleend.
6
De Minister van Economische Zaken vergoedt voorts aan een aanvrager van wie de waarborgsom meer bedraagt dan het bedrag dat ingevolge artikel 9 en 10 is verschuldigd, rente over het restant over de periode vanaf de dag na de dag dat de vergunning is verleend tot en met de dag voorafgaand aan de dag waarop het restant van de waarborgsom door de Minister van Economische Zaken wordt teruggestort, met dien verstande dat alleen rente wordt betaald over dat restant.
7
De rente wordt berekend volgens actual/360 op basis van de door de Europese Centrale Bank vastgestelde Euro Overnight Index Average, minus 4 basispunten.
een beschrijving van het doel en van de feitelijke werkzaamheden van de aandeelhouders van de aanvrager, voor zover deze aandeelhouders rechtspersonen zijn;
f.
een uittreksel uit het handelsregister dat niet ouder is dan één maand gerekend vanaf de datum van indiening van de aanvraag:
De aanvrager verstrekt een kopie van de toestemming van het Commissariaat voor de Media, bedoeld in artikel 3.1 van de Mediawet 2008.
3
Informatie over kennis en ervaring
De aanvrager beschrijft de kennis en ervaring waarover hij kan beschikken, bedoeld in artikel 6 van deze regeling. In deze beschrijving vermeldt hij in elk geval door wie en op welke wijze die kennis en ervaring ter beschikking wordt gesteld, vergezeld van de daarop betrekking hebbende overeenkomsten.
Het gaat om kennis en ervaring waarover de aanvrager aantoonbaar kan beschikken. De aanvrager hoeft hier niet zelf over te beschikken, maar kan tevens afspraken hebben gemaakt en overeenkomsten hebben gesloten met derden die bereid zijn hun kennis en ervaring aan hem ter beschikking te stellen. De aanvrager geeft een korte beschrijving door wie en op welke wijze kennis en ervaring aan hem ter beschikking wordt gesteld. Dit kan bijvoorbeeld door inzicht te geven in:
–
de personele structuur (redactie, programmamakers);
–
de regeling van de interne onderlinge verantwoordelijkheden in een programmastatuut;
–
intentieverklaringen/overeenkomsten met derden voor de inzet van expertise en dienstverlening voor de productie van programma’s;
–
intentieverklaringen/overeenkomsten met derden voor de verwerving van uitzendrechten van programmaonderdelen.
4
Informatie voor de beoordeling van verbondenheid
Beschrijving
De aanvraag bevat een opsomming van alle rechtspersonen, vennootschappen en natuurlijke personen die direct of indirect zeggenschap of feitelijke invloed op het beleid van de aanvrager alsmede een beschrijving van de wijze waarop zij die invloed kunnen uitoefenen, zodat kan worden nagegaan of er een zodanige verbondenheid is dat er sprake is van eenzelfde instelling in de zin van artikel 6.24, tweede lid, van de Mediawet 2008.
De beschrijving bevat in elk geval gegevens over:
a.
de grootte van het aandelenkapitaal, de samenstelling in soorten aandelen, zoals gewone, preferente, converteerbare of prioriteitsaandelen, en de verdeling over de aandeelhouders;
b.
het vreemde vermogen van de aanvrager, zoals obligatieleningen, achtergestelde leningen, en leningen waarvoor een hypotheek- of pandrecht is verstrekt, wie de financiële middelen ter beschikking hebben gesteld en aan wie de aanvrager zekerheidsrechten heeft verleend;
c.
de wijze van besluitvorming binnen het bestuur, de raad van commissarissen en de vergadering van aandeelhouders onder meer bij benoeming, schorsing of ontslag van leden van het bestuur of de raad van commissarissen;
d.
aan wie en onder welke condities en beperkingen doorlopende volmachten zijn gegeven om de aanvrager te vertegenwoordigen (procuratie);
e.
bestaande en voorgenomen overeenkomsten met andere rechtspersonen, vennootschappen, of natuurlijke personen, die direct of indirect radioprogramma’s via de ether verzorgen of van plan zijn dat te doen.
Bescheiden
De aanvrager voegt de volgende documenten bij de aanvraag (voor zover van toepassing):
a.
een kopie van het aandeelhoudersregister die niet ouder is dan een maand gerekend vanaf de datum van aanvraag;
b.
een kopie van verleende geldige volmachten;
c.
kopieën van overeenkomsten tussen en volmachten van stemgerechtigden in de algemene vergadering van aandeelhouders van de aanvrager en in de algemene vergadering van aandeelhouders van de moedermaatschappij van de aanvrager;
d.
kopieën van documenten inzake beschermingsconstructies van de aanvrager en de moedermaatschappij van de aanvrager, in het bijzonder beschermingsconstructies met betrekking tot plaatsing van preferente aandelen of prioriteitsaandelen bij een rechtspersoon of een natuurlijk persoon.
5
Schriftelijke verklaringen
Aanvrager
Bij de aanvraag is gevoegd: een schriftelijke en ondertekende verklaring van de aanvrager waarin zonder enig voorbehoud wordt verklaard dat de informatie in de aanvraag juist en volledig is.
Verklaring notaris
Bij de aanvraag is gevoegd een verklaring die voldoet aan het volgende model:
Verklaring notaris
Ondergetekende, notaris te ..... (plaatsnaam)
verklaart zonder voorbehoud dat de informatie die in het kader van de aanvraag is verstrekt ter uitvoering van de onderdelen 1 en 2 door hem zijn geverifieerd en juist en volledig is bevonden en verklaart zonder voorbehoud dat de informatie die in het kader van de aanvraag is verstrekt ter uitvoering van de onderdelen 3 en 4 door hem naar best kunnen zijn geverifieerd en naar zijn oordeel juist en volledig is.
.... (naam van een bank die is gevestigd in een van de lidstaten van de Europese Unie of in een van de overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte)*, statutair gevestigd te ...., mede kantoorhoudende te ...., hierna te noemen: ‘de Bank’;
dat ..... (naam aanvrager), rechtspersoon naar ..... (het recht van een van de lidstaten van de Europese Unie of van een van de overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte) recht, statutair gevestigd te ....., kantoorhoudende te ....., hierna te noemen: ‘de Aanvrager’, op grond van artikel 3 van de Tijdelijke regeling uitgifte kavels A7 en A8 verplicht is een bedrag ter grootte van 1.266.793 euro voor de vergunning voor kavel A7 te storten of een bedrag ter grootte van 133.254 euro voor de vergunning voor kavel A8 te storten dan wel voor die bedragen een bankgarantie te verstrekken;
C.
dat de Minister met betrekking tot de verlening van een vergunning regels heeft gesteld. Deze regels zijn vastgelegd in de Tijdelijke regeling uitgifte kavels A7 en A8;
D.
dat de Minister op grond van deze regels van de Aanvrager verlangt dat deze een bankgarantie doet stellen ter zekerheid van al hetgeen de Aanvrager ter zekerheid verschuldigd is, hierna te noemen: ‘de Vordering’, aan de Staat der Nederlanden, rechtspersoon naar Nederlands recht, waarvan de statutaire zetel is gevestigd te ’s-Gravenhage, hierna te noemen: ‘de Staat’;
E.
dat de Aanvrager de Bank heeft verzocht een onherroepelijke en onafhankelijke bankgarantie te stellen ten behoeve van de Staat, welke op eerste verzoek van de Staat betaalbaar is;
II
Verbindt zich tot het navolgende:
1.
De Bank stelt zich bij wijze van zelfstandige verbintenis tot een bedrag van ..... (zegge: .....), onherroepelijk garant jegens de Staat voor de betaling van al hetgeen de Staat blijkens een schriftelijke verklaring van de Staat ter zake van de Vordering van de Aanvrager te vorderen heeft, aldus dat de Bank zich verbindt het gevorderde bedrag als eigen verplichting aan de Staat te voldoen.
2.
De Bank verbindt zich om als eigen schuld op eerste verzoek en op de enkele schriftelijke mededeling van de Staat zonder overlegging van enig ander document of opgaaf van redenen te verlangen, aan de Staat te voldoen het bedrag dat de Staat verklaart ter zake van de Vordering van de Aanvrager te vorderen te hebben, met dien verstande dat de Bank nimmer gehouden is aan de Staat meer te voldoen dan het hiervoor vermelde maximumbedrag.
3.
Deelberoepen onder deze bankgarantie zijn mogelijk. Het maximumbedrag van deze bankgarantie wordt met een bedrag gelijk met dat van elk deelberoep verlaagd.
4.
Deze bankgarantie vervalt na ontvangst door de Bank van een per aangetekende brief gezonden schriftelijke verklaring van de Staat dat de bankgarantie vervalt en in ieder geval één jaar na datum van ondertekening van deze garantie, tenzij de Bank ten minste één maand voor de einddatum van de garantie per aangetekende brief een schriftelijke verklaring van of namens de Minister heeft ontvangen dat deze bankgarantie niet vervalt, in welk geval de garantie telkens voor een nieuwe termijn van een jaar geldig is.
5.
Deze bankgarantie wordt beheerst door Nederlands recht. Geschillen ter zake van deze bankgarantie kunnen uitsluitend worden voorgelegd aan de bevoegde Nederlandse rechter te ’s-Gravenhage.
6.
Na verval van deze bankgarantie kan de Staat geen enkele aanspraak meer maken jegens de Bank uit hoofde van deze bankgarantie tenzij de Bank voorafgaande aan het moment waarop deze bankgarantie zou vervallen een mededeling ontving als bedoeld onder 2 waaraan de Bank nog niet voldeed. Op verzoek van de Bank zal de Staat deze bankgarantie nadat deze is vervallen retourneren aan de Bank.
Plaats: .....
Datum: .....
Naam bank en ondertekening .....
.....
* hetgeen in het bovenstaande cursief is gedrukt moet door de Bank worden ingevuld.