Artikel
1
1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
-
a.
Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken;
-
b.
college: het college, genoemd in artikel 2 van de Wet Onafhankelijke post- en telecommunicatieautoriteit;
-
c.
raad van bestuur van de mededingingsautoriteit: de raad van bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Mededingingswet;
-
d.
akten van de Wereldpostunie: de op 10 juli 1964 te Wenen tot stand gekomen Constitutie van de Wereldpostunie (Trb. 1965, 170) en de daarbij behorende voor Nederland bindende verdragen, reglementen en protocollen (Trb. 1965, 170 en Trb. 2002, 205);
-
e.
bestuurlijke boete: de bestraffende sanctie, inhoudende een onvoorwaardelijke verplichting tot betaling van een geldsom;
-
f.
overtreding: een gedraging die in strijd is met het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift;
-
g.
overtreder: degene die de overtreding pleegt of medepleegt.