Verordening accountantsorganisaties

De ledenvergadering van het Nederlands Instituut van Registeraccountants,
Stelt de volgende verordening vast.

Hoofdstuk

1

Definities

Artikel

1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    accountantsorganisatie: onderneming of instelling die bedrijfsmatig wettelijke controles verricht, dan wel een organisatie waarin zodanige ondernemingen of instellingen met elkaar zijn verbonden, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, van de wet, waaraan een vergunning als bedoeld in artikel 5 van de wet, is verleend, uitsluitend ter zake van de werkingssfeer van de wet;

  • b.

    besluit: Besluit toezicht accountantsorganisaties;

  • c.

    bestuur: bestuur van het Nederlands Instituut van Registeraccountants;

  • d.

    compliance officer: persoon als bedoeld in artikel 23, eerste lid, van het besluit;

  • e.

    controlecliënt: onderneming of instelling als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel d, van de wet;

  • f.

    externe accountant: persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e, van de wet;

  • g.

    financieel belang: een financieel belang in een controlecliënt, gehouden door een persoon die zich in de positie bevindt van waaruit hij invloed kan uitoefenen op de uitkomsten van de wettelijke controle bij die controlecliënt;

  • h.

    gezinslid: een financieel afhankelijk persoon of een andere persoon met wie samen een huishouding wordt gevoerd;

  • i.

    indirect financieel belang: een financieel belang in een entiteit, ongeacht of deze wel of geen controlecliënt is van de accountantsorganisatie, welke entiteit een financieel belang in een controlecliënt heeft;

  • j.

    intern kwaliteitsonderzoek: procedures opgezet door de accountantsorganisatie gericht op het vaststellen dat afgeronde wettelijke controles voldoen aan de daaraan gestelde eisen;

  • k.

    medewerker: persoon als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van het besluit;

  • l.

    naaste verwant: een niet-financieel afhankelijke eerste- of tweedegraadsbloedverwant of aanverwant of stiefkind;

  • m.

    netwerk: samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van het besluit;

  • n.

    onafhankelijkheidsfunctionaris: persoon belast met de uitvoering van de onafhankelijkheidsregeling, bedoeld in artikel 20, eerste lid;

  • o.

    organisatie van openbaar belang: organisatie als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel h, van de wet;

  • p.

    persoon die deel uitmaakt van de hiërarchische structuur: een persoon die binnen de accountantsorganisatie een toezichthoudende of leidinggevende functie heeft ten aanzien van de uitvoering van een wettelijke controle of de persoon die de evaluatie van de prestatie van een bij de wettelijke controle betrokken medewerker voorbereidt, beoordeelt of hierop directe invloed uitoefent of anderszins de beloning van deze medewerker vaststelt;

  • q.

    verbonden derde: natuurlijk of rechtspersoon die feitelijk beleidsbepalend is in de controlecliënt, dan wel invloed van betekenis kan uitoefenen op het zakelijke en financiële beleid van die controlecliënt, alsmede de entiteit waarin de controlecliënt feitelijk beleidsbepalend is, dan wel invloed van betekenis kan uitoefenen op het zakelijke en financiële beleid;

  • r.

    vestiging: een onderdeel van een accountantsorganisatie of van haar netwerk dat wordt onderscheiden op basis van vastgelegde geografische criteria of op grond van vastgelegde criteria die betrekking hebben op de aard van de werkzaamheden en activiteiten en waarbinnen een externe accountant hoofdzakelijk werkzaam is;

  • s.

    wet: Wet toezicht accountantsorganisaties;

  • t.

    wettelijke controle: controle als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel j, van de wet.

Hoofdstuk

2

Stelsel van kwaliteitsbeheersing

§ 2.1

De interne organisatie van de accountantsorganisatie

Artikel

2

De accountantsorganisatie besteedt in haar kwaliteitsbeleid en het daarop gebaseerde stelsel van kwaliteitsbeheersing ten minste aandacht aan:

  • a.

    de verantwoordelijkheid van de personen die het dagelijks beleid van de accountantsorganisatie bepalen voor het kwaliteitsbeleid en het daarop gebaseerde stelsel van kwaliteitsbeheersing;

  • b.

    de gedragsregels;

  • c.

    het aanvaarden en voortzetten van de relatie met een controlecliënt en van een specifieke opdracht;

  • d.

    het personeelsbeleid;

  • e.

    de uitvoering van de wettelijke controle;

  • f.

    de naleving van het stelsel van kwaliteitsbeheersing;

  • g.

    de continuïteit van de beroepsuitoefening.

§ 2.2

De verantwoordelijkheid van de personen die het dagelijks beleid van de accountantsorganisatie bepalen

Artikel

3

De personen die het dagelijks beleid van de accountantsorganisatie bepalen zorgen ervoor dat het kwaliteitsbeleid van de accountantsorganisatie leidt tot een bedrijfscultuur waarin wettelijke controles worden uitgevoerd overeenkomstig vooraf vastgestelde kwaliteitseisen.

Artikel

4

§ 2.3

Het personeelsbeleid

Artikel

5

Artikel

6

De accountantsorganisatie zorgt ervoor dat:

  • a.

    de naam van de voor de uitvoering van een wettelijke controle aangewezen externe accountant wordt bekendgemaakt aan het leidinggevende orgaan en het toezichthoudende orgaan van de controlecliënt;

  • b.

    de aangewezen externe accountant over de voor de uitvoering van de aan hem toegewezen wettelijke controle vereiste vakbekwaamheid beschikt;

  • c.

    de taken en bevoegdheden van de aangewezen externe accountant met hem worden besproken en vastgelegd.

§ 2.4

De uitvoering van de wettelijke controle

Artikel

7

§ 2.5

De naleving van het stelsel van kwaliteitsbeheersing

Artikel

8

Artikel

9

De accountantsorganisatie stelt regels vast ter zake van de uitvoering van periodiek intern kwaliteitsonderzoek van afgeronde opdrachten tot het verrichten van een wettelijke controle.

Artikel

10

§ 2.6

De continuïteit van de beroepsuitoefening

Artikel

11

Artikel

12

Artikel

13

Artikel

14

De accountantsorganisatie treft zodanige voorzieningen dat in geval van het overlijden van een bij haar werkzame of aan haar verbonden externe accountant een juiste afwikkeling van de beroepsuitoefening is gewaarborgd.

Hoofdstuk

3

Onafhankelijkheid

§ 3.1

De interne organisatie van de accountantsorganisatie

Artikel

16

Artikel

17

Artikel

18

Artikel

19

De accountantsorganisatie maakt de bij of krachtens de wet en de Wet op de Registeraccountants vigerende regels inzake onafhankelijkheid bekend aan haar medewerkers en aan anderen die aan deze regels zijn onderworpen.

Artikel

20

§ 3.2

Een grote mate van vertrouwdheid of vertrouwen

Artikel

21

De accountantsorganisatie stelt regels vast die voorzien in het treffen van waarborgen die de bedreiging voor haar onafhankelijkheid als gevolg van een grote mate van vertrouwdheid of vertrouwen in het geval dat één en dezelfde leidinggevende medewerker gedurende een lange periode wordt ingezet bij een wettelijke controle wegnemen, dan wel tot een aanvaardbaar niveau terugbrengen.

§ 3.3

Financiële, zakelijke en andere relaties

Artikel

22

Artikel

23

De accountantsorganisatie stelt regels vast die erin voorzien dat zijzelf of een ander onderdeel van haar netwerk geen wettelijke controles uitvoert ten behoeve van:

  • a.

    een eigenaar van de accountantsorganisatie;

  • b.

    een met een eigenaar van de accountantsorganisatie verbonden derde, indien deze eigenaar in een zodanige positie verkeert dat hij de besluitvorming van de accountantsorganisatie met betrekking tot het uitvoeren van de wettelijke controle bij die derde kan beïnvloeden;

  • c.

    een onderneming of instelling waarbij een persoon met een bestuurlijke of toezichthoudende functie werkzaam is of daaraan is verbonden in een zodanige positie verkeert dat hij de besluitvorming binnen de accountantsorganisatie met betrekking tot het uitvoeren van de wettelijke controle bij die onderneming of instelling kan beïnvloeden.

Artikel

24

Artikel

25

Artikel

26

Artikel

27

De accountantsorganisatie stelt regels vast die erin voorzien dat een bedreiging voor haar onafhankelijkheid wordt beoordeeld en dat adequate waarborgen worden getroffen in geval een bij een controlecliënt betrokken medewerker een naaste verwant heeft die:

  • a.

    een hoge bestuursfunctie bekleedt bij die controlecliënt, indien hij vanuit die positie directe invloed op het object van onderzoek van de wettelijke controle kan uitoefenen;

  • b.

    bij die controlecliënt in een zodanige positie verkeert dat hij directe invloed kan uitoefenen op het object van onderzoek van die wettelijke controle;

  • c.

    een financieel belang heeft in die controlecliënt, tenzij het belang van te verwaarlozen betekenis is;

  • d.

    met die controlecliënt een zakelijke relatie onderhoudt, tenzij deze relatie past in het kader van de gewone bedrijfsuitoefening en slechts een te verwaarlozen bedreiging inhoudt voor de onafhankelijkheid van deze persoon.

Artikel

28

Artikel

29

§ 3.4

De samenloop met overige diensten

Artikel

30

Hoofdstuk

4

Integere bedrijfsvoering

Artikel

31

De accountantsorganisatie maakt de bij of krachtens de Wet op de Registeraccountants gestelde regels ter zake van de integere bedrijfsvoering bekend aan haar medewerkers.

Artikel

32

Artikel

33

De personen die het dagelijks beleid van de accountantsorganisatie bepalen zorgen ervoor dat vanaf het moment dat de accountantsorganisatie ophoudt te bestaan:

  • a.

    de gegevens die de accountantsorganisatie op grond van het bepaalde bij of krachtens de wet, het besluit of deze verordening moet bewaren, bewaard blijven gedurende de in die regelingen voorgeschreven periode;

  • b.

    de vertrouwelijkheid van de in artikelen 20 en 26, eerste lid, van de wet bedoelde gegevens gewaarborgd blijft.

Hoofdstuk

5

Slotbepalingen

Artikel

34

Artikel

35

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2007.

Artikel

36

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening accountantsorganisaties.