Regeling van de Staatsecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 30 november 2009, nr. WJZ/172902 (2709), houdende regels voor het verstrekken van subsidie ten behoeve van het volgen van een certificeringsprocedure door gastouders kinderopvang (Subsidieregeling goed gastouderschap kinderopvang 2010)

Subsidieregeling goed gastouderschap kinderopvang 2010

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Besluit:

Hoofdstuk

1

Algemeen

Artikel

1

Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    minister: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

  • b.

    gastouderbureau: gastouderbureau waarop artikel 90a van de Wet kinderopvang van toepassing is;

  • c.

    gastouder: gastouder op wie artikel 90a van de Wet kinderopvang van toepassing is;

  • d.

    certificaat goed gastouderschap: bewijs van het met goed gevolg hebben doorlopen van een certificeringsprocedure goed gastouderschap waaruit blijkt dat de houder voor een voorziening voor gastouderopvang als bedoeld in de Wet kinderopvang voldoet aan de competenties, behorende bij de beroepsopleiding, bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdeel b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, specifiek gericht op gastouderopvang;

  • f.

    certificeringsprocedure: geheel van processtappen en gehanteerde instrumenten waarmee een aanbieder de verworven competenties van personen beoordeelt ten opzichte van een specifieke landelijke standaard, uitgevoerd conform de EVC-code;

  • g.

    aanbieder: erkende EVC-aanbieder, die volgens de principes en uitgangspunten van de EVC-code certificeringsprocedures aanbiedt en als zodanig is opgenomen in het register van erkende EVC-aanbieders, bedoeld in de EVC-code, of organisatie die in het kalenderjaar 2009 in dit register was opgenomen;

  • h.

    BKK: Stichting Bureau Kwaliteit Kinderopvang, gevestigd te Utrecht;

  • i.

    werkelijke kosten van de certificeringsprocedure: de netto kosten die het gastouderbureau betaalt aan de aanbieder voor de certificeringsprocedure, niet zijnde de vergoeding die de aanbieder betaalt aan het gastouderbureau of aan de gastouder voor activiteiten die door het gastouderbureau of de gastouder worden verricht in het kader van de certificeringsprocedure.

Artikel

2

Doelomschrijving

De minister verstrekt subsidie met als doel gastouders die op de datum van inwerkingtreding van deze regeling gastouder in de zin van de Wet kinderopvang zijn en als zodanig werkzaam zijn, in het jaar 2009 en 2010 tegemoet te komen in de kosten voor het kunnen voldoen aan de deskundigheidseisen op grond van de Wet kinderopvang zoals luidend met ingang van 1 januari 2010.

Artikel

3

Te subsidiëren activiteiten

Artikel

4

Subsidieaanvrager

Subsidie als bedoeld in artikel 3 wordt uitsluitend verleend aan gastouderbureaus.

Artikel

5

Tijdvak subsidiëring

De subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten die worden verricht tot en met 31 augustus 2010.

Artikel

6

Subsidiebedrag

De subsidie per gastouder bedraagt ten hoogste 75% van de werkelijke kosten van een certificeringsprocedure, met een maximum van 675 Euro.

Hoofdstuk

2

Subsidieaanvraag

Artikel

7

Subsidieaanvraag

De subsidie wordt op aanvraag verleend.

Artikel

8

Indiening aanvraag

Artikel

9

Vereisten subsidieaanvraag

Bij de subsidieaanvraag worden overgelegd:

  • a.

    een gewaarmerkte kopie van het gedagtekend bewijs van inschrijving van de gastouder voor de certificeringsprocedure van deze aanbieder, dat is ondertekend door de gastouder en de aanbieder, en

  • b.

    een kopie van het identiteitsbewijs, bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht, van de gastouder.

Hoofdstuk

3

Subsidieverlening

Artikel

10

Beslissing op de aanvraag

De minister beslist op een aanvraag als bedoeld in artikel 7 binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag.

Artikel

11

Aanvullende weigeringsgronden

Onverminderd de artikelen 4:5 en 4.35 van de Algemene wet bestuursrecht kan de minister subsidieverlening weigeren indien:

  • a.

    aan de aanvrager al eerder ten behoeve van dezelfde gastouder subsidie is verstrekt op grond van deze regeling,

  • b.

    aan de aanvrager subsidie of enigerlei andere vergoeding ten behoeve van een certificeringsprocedure is verstrekt op grond van een andere regeling, of

  • c.

    de aanvrager uit andere hoofde al een vergoeding voor de kosten van de certificeringsprocedure ontvangt of heeft ontvangen.

Hoofdstuk

4

Verplichtingen subsidieontvanger

Artikel

12

Informatieplicht

Hoofdstuk

5

Subsidievaststelling

Artikel

13

Aanvraag tot vaststelling

Artikel

14

Beslissing tot vaststelling

De minister neemt binnen dertien weken na de datum van ontvangst van de subsidieaanvraag een beschikking op de aanvraag.

Hoofdstuk

6

Betaling

Artikel

15

Betaling van de subsidie

Het subsidiebedrag wordt binnen een maand na de subsidievaststelling uitbetaald aan de subsidieontvanger.

Hoofdstuk

7

Terugvordering

Artikel

16

Terugvordering subsidie

De minister kan de subsidie terugvorderen voor zover het betreft een gastouder die met gebruikmaking van de op grond van deze regeling ontvangen subsidie een certificaat goed gastouderschap heeft behaald, voor 1 september 2012 tevens een diploma van een uit ’s Rijks kas bekostigde instelling als bedoeld in artikel 1.1.1, onderdeel b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs heeft verkregen ten bewijze dat hij voldoet aan de eisen, genoemd in artikel 3, eerste lid, onderdeel a.

Artikel

17

Mandaatverlening BBK

Aan het bestuur van BKK wordt mandaat verleend, met de bevoegdheid tot het verlenen van ondermandaat en met inachtneming van het gestelde in artikel 10:3, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht, om op grond van deze regeling namens de minister besluiten te nemen over:

  • a.

    het buiten behandeling laten van subsidieaanvragen, of

  • b.

    de verlening of weigering van subsidie, alsmede

  • c.

    de behandeling en beoordeling van bezwaarschriften tegen besluiten op grond van deze regeling.

Hoofdstuk

8

Toezicht

Artikel

18

Inspectie

Het toezicht op de activiteiten die in het kader van deze regeling worden verricht, wordt uitgeoefend door de Inspectie van het onderwijs of andere door de minister aan te wijzen ambtenaren.

Hoofdstuk

9

Slotbepalingen

Artikel

19

Hardheidsclausule

De minister kan voor bepaalde gevallen onderdelen van deze regeling buiten toepassing verklaren of daarvan afwijken voor zover deze toepassing, gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen, zal leiden tot onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel

20

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij is geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2020.

Artikel

21

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling goed gastouderschap kinderopvang 2010.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S.A.M.Dijksma