Artikel
I
Wijzigt de Wet inkomstenbelasting 2001.
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Wijzigt de Wet inkomstenbelasting 2001.
Artikel 10.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001 vindt geen toepassing bij het begin van het kalenderjaar 2010 op de bedragen, genoemd in de artikelen 5.3, 5.5, 5.6, 5.10, 5.13 en 5.16 van die wet.
Wijzigt de Wet inkomstenbelasting 2001.
Wijzigt de Wet inkomstenbelasting 2001.
Wijzigt de Wet inkomstenbelasting 2001.
Wijzigt de Wet op de loonbelasting 1964.
Wijzigt de Wet op de loonbelasting 1964.
Wijzigt de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.
Wijzigt de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.
Wijzigt de Wet op de dividendbelasting 1965.
Wijzigt de Wet op de omzetbelasting 1968.
Wijzigt de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994.
Wijzigt de Wet op de accijns.
De artikelen 10.1 en 10.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001 zijn van overeenkomstige toepassing op de in het eerste lid vermelde bedragen.
Wijzigt de Wet belastingen op milieugrondslag.
Artikel 27a van de Wet op de accijns vindt geen toepassing bij het begin van het kalenderjaar 2010 op de bedragen, genoemd in artikel 27, eerste lid, onderdeel d, en derde lid, 71e, tweede lid, 71f, tweede lid, en 71g, tweede lid, van de Wet op de accijns.
Artikel 84a van de Wet op de accijns vindt geen toepassing op de in artikel IX, onderdeel A, eerste en tweede lid, opgenomen verhoging van de accijns.
Artikel 84b van de Wet op de accijns vindt geen toepassing op de uit artikel XI voortvloeiende verlaging van de energiebelasting op halfzware olie, gasolie en vloeibaar gemaakt petroleumgas.
De bij de artikelen IX en XI van deze wet gewijzigde artikelen van de Wet op de accijns en de Wet belastingen op milieugrondslag zoals deze luidden onmiddellijk voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van deze wet, blijven van toepassing voor zover zij betrekking hebben op:
de heffing van accijns en energiebelasting waarvan de feiten die aanleiding geven tot het ontstaan van de verschuldigdheid van die accijns of energiebelasting zich hebben voorgedaan vóór de dag van de inwerkingtreding van deze wet;
strafbare feiten en feiten die aanleiding kunnen zijn tot het opleggen van een bestuurlijke boete welke zich hebben voorgedaan vóór de dag van de inwerkingtreding van deze wet.
Wijzigt de Algemene wet inzake rijksbelastingen.
Wijzigt de Algemene wet inzake rijksbelastingen.
Wijzigt de Invorderingswet 1990.
Wijzigt de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen.
Wijzigt de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen.
Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden
Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden
Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden
Wijzigt de Wet werk en bijstand.
Wijzigt de Mijnbouwwet.
Wijzigt het Belastingplan 2008.
Wijzigt de Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001.
Onze Minister zendt begin 2013 aan de Staten Generaal een verslag over het gebruik van de vergoedingen en verstrekkingen als eindheffingsbestanddelen (werkkostenregeling), bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f en onderdeel g, artikel 31a en artikel 39c van de Wet op de loonbelasting 1964.
Wijzigt de Wijzigingswet Wet op de accijns, enz. (Implementatie horizontale richtlijn accijns) en de Wet belastingen op milieugrondslag.
Met betrekking tot een op 31 december 2010 bestaande kapitaalverzekering die op grond van artikel 3.116 van de Wet inkomstenbelasting 2001, zoals dat artikel luidde op 31 december 2010, als kapitaalverzekering eigen woning wordt aangemerkt en op grond van artikel 3.116 van de Wet inkomstenbelasting 2001, zoals dat artikel luidt op 1 januari 2011, niet meer als kapitaalverzekering eigen woning wordt aangemerkt, blijft artikel 3.116, derde lid, onderdeel a, van de Wet inkomstenbelasting 2001 buiten toepassing indien de verzekering niet meer voldoet aan de voorwaarden van het tweede lid van dat artikel uitsluitend doordat degene met wie de belastingplichtige tot 1 januari 2011 een gezamenlijke huishouding voerde, vanaf 1 januari 2011 niet als partner als bedoeld in artikel 5a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen of artikel 1.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001 van de belastingplichtige wordt aangemerkt.
Artikel 3.119a, tweede lid, Wet inkomstenbelasting 2001, zoals dit luidde op 31 december 2009, blijft van toepassing indien:
de belastingplichtige krachtens een vóór 1 oktober 2009 gesloten schriftelijke overeenkomst de nieuwe woning, bedoeld in dat lid, heeft gekocht, en
de vorige eigen woning, bedoeld in dat lid, op enig tijdstip na 31 december 2009 voor de belastingplichtige de bestemming als eigen woning verliest.
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2010, met dien verstande dat:
artikel I, onderdelen S en T, voor het eerst toepassing vindt met betrekking tot belastingaanslagen inkomstenbelasting ter zake van tijdvakken die aanvangen op of na 1 januari 2010;
artikel XV, onderdelen A en B, voor het eerst toepassing vindt met betrekking tot inkomensgegevens over het kalenderjaar 2010;
artikel XV, onderdeel C, voor het eerst toepassing vindt met betrekking tot belastingaanslagen ter zake van tijdvakken die aanvangen op of na 1 januari 2010;
artikel XV, onderdeel D, en artikel XVII, onderdeel B, voor het eerst toepassing vinden met betrekking tot belastingaanslagen ter zake van tijdvakken die aanvangen op of na 1 januari 2010.
In afwijking van het eerste lid treden de artikelen XIX tot en met XXI in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen verschillend kan worden vastgesteld.
Deze wet wordt aangehaald als: Fiscale vereenvoudigingswet 2010.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.