Wet van 11 februari 2010, houdende bepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening (Wet veiligheidsregio’s)

Wet veiligheidsregio’s

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening, met behoud van lokale verankering bestuurlijk en operationeel op regionaal niveau te integreren, teneinde een doelmatige en slagvaardige hulpverlening te verzekeren, mede op basis van een gecoördineerde voorbereiding, en daartoe veiligheidsregio’s in te stellen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

In deze wet en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • Onze Minister: Onze Minister van Veiligheid en Justitie;

  • veiligheidsregio: een openbaar lichaam als bedoeld in artikel 9;

  • ramp: een zwaar ongeval of een andere gebeurtenis waarbij het leven en de gezondheid van veel personen, het milieu of grote materiële belangen in ernstige mate zijn geschaad of worden bedreigd en waarbij een gecoördineerde inzet van diensten of organisaties van verschillende disciplines is vereist om de dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken;

  • rampenbestrijding: het geheel van maatregelen en voorzieningen, met inbegrip van de voorbereiding daarop, dat het gemeentebestuur of het bestuur van een veiligheidsregio treft met het oog op een ramp, het voorkomen van een ramp en het beperken van de gevolgen van een ramp;

  • crisis: een situatie waarin een vitaal belang van de samenleving is aangetast of dreigt te worden aangetast;

  • crisisbeheersing: het geheel van maatregelen en voorzieningen, met inbegrip van de voorbereiding daarop, dat het gemeentebestuur of het bestuur van een veiligheidsregio in een crisis treft ter handhaving van de openbare orde, indien van toepassing in samenhang met de maatregelen en voorzieningen die op basis van een bij of krachtens enige andere wet toegekende bevoegdheid ter zake van een crisis worden getroffen;

  • geneeskundige hulpverlening: geneeskundige hulpverlening in het kader van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing door daartoe aangesteld personeel, als onderdeel van een gecoördineerde inzet van diensten en organisaties van verschillende disciplines, door tussenkomst van een meldkamer;

  • meldkamer: een meldkamer als bedoeld in artikel 25a, eerste lid, van de Politiewet 2012;

  • GHOR: de geneeskundige hulpverleningsorganisatie in de regio, belast met de coördinatie, aansturing en regie van de geneeskundige hulpverlening en met de advisering van andere overheden en organisaties op dat gebied;

  • Regionale Ambulancevoorziening: de rechtspersoon, bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de Wet ambulancezorgvoorzieningen;

  • Veiligheidsberaad: de voorzitters van de veiligheidsregio’s gezamenlijk;

  • korpschef: de korpschef, bedoeld in artikel 27 van de Politiewet 2012;

  • milieubelastende activiteit: milieubelastende activiteit als bedoeld in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet.

§

2

De gemeente

Artikel

2

Het college van burgemeester en wethouders is belast met de organisatie van:

  • a.

    de brandweerzorg;

  • b.

    de rampenbestrijding en de crisisbeheersing;

  • c.

    de geneeskundige hulpverlening.

Artikel

3

Artikel

3a

De gemeenteraad stelt ten minste eenmaal in de vier jaar de doelen vast die de gemeente betreffende de brandveiligheid en de werkwijze en kwaliteit van de brandweerzorg nastreeft.

Artikel

4

Artikel

5

De burgemeester heeft het opperbevel in geval van een ramp of van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan. Degenen die aan de bestrijding van een ramp deelnemen, staan onder zijn bevel.

Artikel

6

De burgemeester kan de Regionale Ambulancevoorziening in de regio waarvan zijn gemeente deel uitmaakt, aanwijzingen geven indien dat naar zijn oordeel noodzakelijk is uit een oogpunt van openbare orde.

Artikel

7

§

3

De veiligheidsregio

Artikel

8

Het Nederlandse grondgebied is verdeeld in regio’s, overeenkomstig de bij deze wet behorende bijlage, die kan worden gewijzigd bij algemene maatregel van bestuur.

Artikel

9

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten die behoren tot een regio als bedoeld in artikel 8, treffen een gemeenschappelijke regeling, waarbij een openbaar lichaam wordt ingesteld met de aanduiding: veiligheidsregio.

Artikel

10

Bij de regeling, bedoeld in artikel 9, worden aan het bestuur van de veiligheidsregio de volgende taken en bevoegdheden overgedragen:

  • a.

    het inventariseren van risico’s van branden, rampen en crises;

  • b.

    het adviseren van het bevoegd gezag over risico’s van branden, rampen en crises in de bij of krachtens de wet aangewezen gevallen alsmede in de gevallen die in het beleidsplan zijn bepaald;

  • c.

    het adviseren van het college van burgemeester en wethouders over de taak, bedoeld in artikel 3, eerste lid;

  • d.

    het voorbereiden op de bestrijding van branden en het organiseren van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing;

  • e.

    het instellen en in stand houden van een brandweer;

  • f.

    het instellen en in stand houden van een GHOR;

  • g.

    het voorzien in de meldkamerfunctie;

  • h.

    het aanschaffen en beheren van gemeenschappelijk materieel;

  • i.

    het inrichten en in stand houden van de informatievoorziening binnen de diensten van de veiligheidsregio en tussen deze diensten en de andere diensten en organisaties die betrokken zijn bij de onder d, e, f, en g genoemde taken.

Artikel

11

Artikel

12

Artikel

13

De commissaris van de Koning wordt uitgenodigd om bij de vergaderingen van het bestuur van de veiligheidsregio aanwezig te zijn. De commissaris kan zich laten vertegenwoordigen.

Artikel

14

Artikel

15

Artikel

16

Artikel

17

Artikel

18

Artikel

19

Artikel

20

Artikel

21

Artikel

22

De besturen van de veiligheidsregio’s dragen gemeenschappelijk zorg voor de inrichting van een uniforme informatie- en communicatievoorziening, daaronder begrepen het vaststellen van de informatiebehoefte en het vaststellen van kaders, standaarden en kwaliteitseisen met het oog op de informatie-uitwisseling binnen en tussen de in artikel 10, onder i, bedoelde organisaties.

Artikel

23

Het bestuur van de veiligheidsregio hanteert een kwaliteitszorgsysteem.

Artikel

24

§

4

De brandweer

Artikel

25

Artikel

26

Vervallen

Artikel

27

Vervallen

Artikel

28

Vervallen

Artikel

29

Vervallen

Artikel

30

Artikel

31

§

5

De GHOR

Artikel

32

Artikel

33

Artikel

34

§

6

De meldkamerfunctie

Artikel

35

§

7

Coördinerend functionaris

Artikel

36

Het bestuur van de veiligheidsregio wijst een functionaris aan die is belast met de coördinatie van de maatregelen en voorzieningen die de gemeenten treffen met het oog op een ramp of crisis.

§

8

Landelijke doelstellingen

Artikel

37

Artikel

38

Onze Minister voert, mede met het oog op eventueel vast te stellen landelijke doelstellingen als bedoeld in artikel 37, periodiek overleg met het Veiligheidsberaad.

§

9

Bovenlokale rampen en crises

Artikel

39

Artikel

40

Artikel

41

Artikel

42

Artikel

43

De voorzitters van de veiligheidsregio’s en de commissarissen van de Koning en Onze Minister verstrekken elkaar de nodige inlichtingen ten behoeve van hun rol bij de toepassing van de artikelen 41 en 42.

Artikel

44

§

10

Informatie en communicatie

Artikel

45

Artikel

46

Artikel

47

Artikel

48

Artikel

49

Artikel

50

§

11

Bijstand

Artikel

51

§

12

Buitengewone omstandigheden

Artikel

52

Artikel

53

Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.

Artikel

54

Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.

Onze Minister kan, indien het algemeen belang zulks dringend eist, bevoegdheden van de commissaris van de Koning en van de burgemeester op grond van deze wet geheel of ten dele aan zich trekken dan wel een andere autoriteit daarmee geheel of ten dele belasten.

§

13

Financiële bepalingen

Artikel

55

Artikel

56

§

14

Toezicht

Artikel

57

Artikel

58

Artikel

59

Artikel

60

De voorzitters van de veiligheidsregio’s geven de commissaris van de Koning alle inlichtingen die hij voor de uitoefening van het toezicht nodig heeft.

Artikel

61

§

15

Binnentreden

Artikel

62

§

16

Sancties

Artikel

63

Artikel

64

Artikel

65

§

17

Het Instituut Fysieke Veiligheid

Artikel

66

Artikel

67

Artikel

68

Artikel

69

Het bestuur van het Instituut Fysieke Veiligheid kan in opdracht van een of meer besturen van de veiligheidsregio’s werkzaamheden uitvoeren ten behoeve van de veiligheidsregio’s, waaronder het ondersteunen bij de uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 22.

Artikel

70

Artikel

71

Artikel

72

Artikel

73

Artikel

74

Artikel

75

§

18

Evaluatie

Artikel

75a

Onze Minister zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van de artikelen 66 tot en met 75 aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze artikelen in de praktijk.

§

19

Invoerings- en overgangsbepalingen

Artikel

76

Ten aanzien van de in deze wet opgenomen verplichtingen geldt dat:

  • a.

    de gemeenschappelijke regeling, bedoeld in artikel 9, wordt getroffen uiterlijk drie maanden na inwerkingtreding van deze wet;

  • b.

    het beleidsplan, bedoeld in artikel 14, uiterlijk negen maanden na inwerkingtreding van deze wet voor de eerste keer wordt vastgesteld;

  • c.

    het risicoprofiel, bedoeld in artikel 15, uiterlijk zes maanden na inwerkingtreding van deze wet voor de eerste keer wordt vastgesteld;

  • d.

    het crisisplan, bedoeld in artikel 16, uiterlijk twaalf maanden na inwerkingtreding van deze wet voor de eerste keer wordt vastgesteld

Artikel

78

Artikel

79

Vervallen

§

20

Slotbepalingen

Artikel

81

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel

82

Deze wet wordt aangehaald als: Wet veiligheidsregio’s.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, G. ter Horst
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin

Bijlage

bij artikel 8

  • De naam van elke regio is onderstreept

  • Een regio beslaat het grondgebied van de onder de regionaam vermelde gemeenten

Groningen

Eemsdelta, Groningen, Het Hogeland, Midden-Groningen, Oldambt, Pekela, Stadskanaal, Veendam, Westerkwartier, Westerwolde.

Fryslân

Achtkarspelen, Ameland, Dantumadiel, De Fryske Marren, Harlingen, Heerenveen, Leeuwarden, Noardeast-Fryslân, Ooststellingwerf, Opsterland, Schiermonnikoog, Smallingerland, Súdwest-Fryslân, Terschelling, Tytsjerksteradiel, Vlieland, Waadhoeke, Weststellingwerf.

Drenthe

Aa en Hunze, Assen, Borger-Odoorn, Coevorden, Emmen, Hoogeveen, Meppel, Midden-Drenthe, Noordenveld, Tynaarlo, Westerveld, De Wolden.

IJsselland

Dalfsen, Deventer, Hardenberg, Kampen, Olst-Wijhe, Ommen, Raalte, Staphorst, Steenwijkerland, Zwartewaterland, Zwolle.

Twente

Almelo, Borne, Dinkelland, Enschede, Haaksbergen, Hellendoorn, Hengelo, Hof van Twente, Losser, Oldenzaal, Rijssen-Holten, Tubbergen, Twenterand, Wierden.

Noord- en Oost-Gelderland

Aalten, Apeldoorn, Berkelland, Bronckhorst, Brummen, Doetinchem, Elburg, Epe, Ermelo, Heerde, Harderwijk, Hattem, Lochem, Montferland, Nunspeet, Oldebroek, Oost Gelre, Oude IJsselstreek, Putten, Voorst, Winterswijk, Zutphen.

Gelderland-Midden

Arnhem, Barneveld, Doesburg, Duiven, Ede, Lingewaard, Nijkerk, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rozendaal, Scherpenzeel, Wageningen, Westervoort, Zevenaar.

Gelderland-Zuid

Berg en Dal, Beuningen, Buren, Culemborg, Druten, Heumen, Maasdriel, Neder-Betuwe, Nijmegen, Tiel, West Betuwe, West Maas en Waal, Wijchen, Zaltbommel.

Utrecht

Amersfoort, Baarn, De Bilt, Bunnik, Bunschoten, Eemnes, Houten, IJsselstein, Leusden, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Renswoude, Rhenen, De Ronde Venen, Soest, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Vijfheerenlanden, Wijk bij Duurstede, Woerden, Woudenberg, Zeist.

Flevoland

Almere, Dronten, Lelystad, Noordoostpolder, Urk, Zeewolde.

Noord-Holland-Noord

Alkmaar, Bergen, Castricum, Den Helder, Dijk en Waard, Drechterland, Enkhuizen, Heiloo, Hollands Kroon, Hoorn, Koggenland, Medemblik, Opmeer, Schagen, Stede Broec, Texel.

Zaanstreek-Waterland

Edam-Volendam, Landsmeer, Oostzaan, Purmerend, Waterland, Wormerland, Zaanstad.

Kennemerland

Beverwijk, Bloemendaal, Haarlem, Haarlemmermeer, Heemskerk, Heemstede, Uitgeest, Velsen, Zandvoort.

Amsterdam-Amstelland

Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Diemen, Ouder-Amstel, Uithoorn.

Gooi en Vechtstreek

Blaricum, Gooise Meren, Hilversum, Huizen, Laren, Wijdemeren.

Haaglanden

Delft, ’s-Gravenhage, Leidschendam-Voorburg, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Midden-Delfland, Wassenaar, Westland, Zoetermeer.

Hollands Midden

Alphen aan den Rijn, Bodegraven-Reeuwijk, Gouda, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Krimpenerwaard, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Oegstgeest, Teylingen, Voorschoten, Waddinxveen, Zoeterwoude, Zuidplas.

Rotterdam-Rijnmond

Albrandswaard, Barendrecht, Capelle aan den IJssel, Goeree-Overflakkee, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Maassluis, Nissewaard, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen, Voorne aan Zee.

Zuid-Holland-Zuid

Alblasserdam, Dordrecht, Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Hoeksche Waard, Molenlanden, Papendrecht, Sliedrecht, Zwijndrecht.

Zeeland

Borsele, Goes, Hulst, Kapelle, Middelburg, Noord-Beveland, Reimerswaal, Schouwen-Duiveland, Sluis, Terneuzen, Tholen, Veere, Vlissingen.

Midden- en West-Brabant

Alphen-Chaam, Altena, Baarle-Nassau, Bergen op Zoom, Breda, Dongen, Drimmelen, Etten-Leur, Geertruidenberg, Gilze en Rijen, Goirle, Halderberge, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Moerdijk, Oisterwijk, Oosterhout, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen, Tilburg, Waalwijk, Woensdrecht, Zundert.

Brabant-Noord

Bernheze, Boekel, Boxtel, ’s-Hertogenbosch, Heusden, Land van Cuijk, Maashorst, Meierijstad, Oss, Sint-Michielsgestel, Vught.

Brabant-Zuidoost

Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Heeze-Leende, Helmond, Laarbeek, Nuenen, Gerwen en Nederwetten, Oirschot, Reusel-De Mierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven, Waalre.

Limburg-Noord

Beesel, Bergen, Echt-Susteren, Gennep, Horst aan de Maas, Leudal, Maasgouw, Mook en Middelaar, Nederweert, Peel en Maas, Roerdalen, Roermond, Venlo, Venray, Weert.

Limburg-Zuid

Beek, Beekdaelen, Brunssum, Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Maastricht, Meerssen, Simpelveld, Sittard-Geleen, Stein, Vaals, Valkenburg aan de Geul, Voerendaal.