Artikel
1
Verzoek tot deelname en beoordeling
1
Indien een gemeente wil deelnemen aan de pilot doet het college van burgemeester en wethouders van die gemeente een verzoek daartoe aan Onze Minister.
2
Het verzoek wordt gedaan binnen een bij ministeriële regeling vast te stellen periode door middel van een door Onze Minister ter beschikking gesteld aanvraagformulier. Toewijzing, dan wel afwijzing van verzoeken vindt plaats met inachtneming van het derde tot en met vijfde lid.
4
Onze Minister stelt vast tot welke regio en tot welke categorie de gemeenten behoren die een verzoek tot deelname hebben gedaan. De categorieën die worden gehanteerd, bestaan uit de combinaties van de volgende criteria:
-
a.
inwoneraantal van de gemeente;
-
b.
de mate waarin binnen een gemeente uitstroom plaatsvindt van rechthebbenden op grond van de Wet werk en bijstand; en
-
c.
de mate waarin een gemeente begeleid werken als bedoeld in artikel 7 van de Wet sociale werkvoorziening realiseert, dan wel werknemers in het kader van een arbeidsovereenkomst op grond van artikel 2 van de Wet sociale werkvoorziening ter beschikking stelt aan een derde om op grond van een met de gemeente afgesloten overeenkomst arbeid te verrichten onder toezicht en leiding van die derde.
5
Nadat het vierde lid is toegepast wijst Onze Minister met inachtneming van het derde lid de verzoeken van gemeenten zodanig toe dat een zo evenwichtige mogelijke verdeling wordt bereikt. Bij de toepassing van de vorige zin kunnen verzoeken van gemeenten met een grotere kring voorgaan op verzoeken van gemeenten met een kleinere kring.