Besluit van 1 juni 2010, houdende regels voor de huisvesting en verzorging van vleeskuikens (Vleeskuikenbesluit 2010)

Vleeskuikenbesluit 2010

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 19 maart 2010, nr. 121480, Directie Juridische Zaken;
Gelet op richtlijn nr. 2007/43/EG van de Raad van de Europese Unie van 28 juni 2007 tot vaststelling van minimumvoorschriften voor de bescherming van vleeskuikens (PbEU L 182) en de artikelen 3, 35, 38, 40, tweede lid, onderdeel c, 45 en 111 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;
De Raad van State gehoord (advies van 29 april 2010, no. W11.10.0094/IV);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 27 mei 2010, nr. 130824, Directie Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§

1

Algemeen

Artikel

1

Artikel

2

Dit besluit is niet van toepassing op:

  • a.

    pluimveebedrijven met minder dan 500 vleeskuikens;

  • b.

    pluimveebedrijven met alleen vermeerderingsdieren;

  • c.

    broederijen;

  • d.

    vleeskuikens in extensieve scharrel- en vrije-uitloophouderijen als bedoeld in bijlage V onder b, c, d en e, bij verordening (EG) nr. 543/2008 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 16 juni 2008 houdende uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van de Europese Unie wat betreft de handelsnormen voor vlees van pluimvee (PbEU L 157);

  • e.

    vleeskuikens gehouden overeenkomstig regels vastgesteld op grond van artikel 11, derde lid, van de verordening, genoemd in onderdeel d, en

  • f.

    vleeskuikens gehouden overeenkomstig verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad van de Europese Unie van 28 juni 2007 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2092/91 (PbEU L 198).

Artikel

3

Artikel

4

Vleeskuikens worden gehouden, gehuisvest en verzorgd overeenkomstig de punten 1 tot en met 10 van bijlage I van richtlijn nr. 2007/43/EG.

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot het verzamelen en verstrekken van gegevens die noodzakelijk zijn voor het bepalen van de bezettingsdichtheid.

Artikel

8

§

2

Voorwaarden voor het houden van vleeskuikens met een bezettingsdichtheid hoger dan 33 kg/m2

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

11

De eigenaar of houder rust elke stal van zijn pluimveebedrijf uit met een ventilatiesysteem en met koel- of verwarmingssystemen, die zo zijn ontworpen en gebouwd en die zo functioneren dat:

  • a.

    de concentratie van ammoniak niet hoger is dan 20 ppm en de concentratie van kooldioxide niet hoger is dan 3000 ppm, gemeten ter hoogte van de kop van de vleeskuikens;

  • b.

    de binnentemperatuur de buitentemperatuur met niet meer dan 3°C overschrijdt wanneer het buiten in de schaduw warmer is dan 30°C, en

  • c.

    de gemiddelde relatieve vochtigheidsgraad in de stal over een periode van 48 uur niet hoger is dan 70% bij een buitentemperatuur van minder dan 10°C.

Artikel

12

§

3

Aanvullende voorwaarden voor het houden van vleeskuikens met een bezettingsdichtheid hoger dan 39 kg/m2

Artikel

13

Artikel

14

Artikel

15

De eigenaar of houder maakt bij de bedrijfsvoering gebruik van gidsen voor goede praktijken, die aanbevelingen bevatten voor de naleving van dit besluit.

Artikel

16

Artikel

17

Artikel

18

§

4

Overig

Artikel

19

Artikel

20

§

5

Slotbepalingen

Artikel

21

Wijzigt het Besluit welzijn productiedieren.

Artikel

22

Wijzigt het Ingrepenbesluit.

Artikel

23

De artikelen van dit besluit treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. Laatstbedoeld besluit wordt niet genomen voordat 30 dagen zijn verstreken nadat het onderhavige besluit is overgelegd aan beide kamers der Staten-Generaal, en evenmin indien binnen die termijn door of namens een der kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijke aantal leden van een der kamers te kennen wordt gegeven dat de inwerkingtreding van dit besluit bij wet wordt geregeld.

Artikel

24

Dit besluit wordt aangehaald als: Vleeskuikenbesluit 2010.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, G. Verburg
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin