Wet van 7 juli 2010 tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 en enkele andere wetten in verband met de versterking van de positie van de referent in het reguliere vreemdelingenrecht en versnelling van de vreemdelingenrechtelijke procedure (Wet modern migratiebeleid)

Wet modern migratiebeleid

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is de positie van de referent in het reguliere vreemdelingenrecht te versterken en de reguliere vreemdelingenrechtelijke procedure te versnellen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

I

Wijzigt de Vreemdelingenwet 2000.

Artikel

II

Wijzigt de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.

Artikel

III

Wijzigt de Wet op het voortgezet onderwijs.

Artikel

IV

Wijzigt de Wet op de expertisecentra.

Artikel

V

Wijzigt de Wet educatie en beroepsonderwijs.

Artikel

VI

Wijzigt de Wet op het onderwijstoezicht.

Artikel

VII

Wijzigt de Handelsregisterwet 2007.

Artikel

VIII

Wijzigt de Vreemdelingenwet 2000.

Artikel

IX

Wijzigt deze wet.

Artikel

X

Wijzigt deze wet.

Artikel

XI

Artikel

XII

Artikel

XIII

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de invoering van deze wet.

Artikel

XIV

Onze Minister zendt vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet en vervolgens na vijf jaar aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten in de praktijk van de onderdelen van deze wet.

Artikel

XV

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen en onderdelen daarvan en voor de verschillende verblijfsdoelen verschillend kan zijn.

Artikel

XVI

Deze wet wordt aangehaald als: Wet modern migratiebeleid.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin