Besluit van 23 augustus 1995, ter uitvoering van de Wet arbeid vreemdelingen

Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 19 december 1994, Directoraat-Generaal voor Algemene Beleidsaangelegenheden nr. ABA/AM/SCV/94/1957b;
De Raad van State gehoord (advies van 6 februari 1995, nr. W12.94.0767);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 17 augustus 1995, nr. AM/AAB/95/9326;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

Artikel

1a

Het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen, is niet van toepassing met betrekking tot een vreemdeling die:

Artikel

1b

Artikel

1d

Artikel

1e

Het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen is niet van toepassing met betrekking tot een vreemdeling die in het kader van grensoverschrijdende dienstverlening tijdelijk in Nederland arbeid verricht in dienst van een werkgever die buiten Nederland is gevestigd in een andere lidstaat van de Europese Unie, een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland, mits:

  • a.

    de vreemdeling voldoet aan alle voorschriften inzake verblijf, werkvergunning en sociale zekerheid om als werknemer van de werkgever arbeid te verrichten in het land waar de werkgever gevestigd is,

  • b.

    de vreemdeling arbeid verricht die gelijksoortig is aan de arbeid waartoe de vreemdeling gerechtigd is in het land waar de werkgever gevestigd is,

  • c.

    de vreemdeling slechts de vervanger is van een andere vreemdeling die gelijksoortige arbeid heeft verricht, indien de totale duur van de overeengekomen dienstverrichting niet wordt overschreden, en

  • d.

    de werkgever daadwerkelijk substantiële activiteiten verricht als bedoeld in artikel 6, derde lid, onderdeel a, van de Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie.

Artikel

1f

Artikel

1g

Het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen, is niet van toepassing op de vreemdeling die:

in Nederland een beroepsopleiding volgt bij een instelling als bedoeld in artikel 1.1.1, onder b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs of een instelling die een beroepsopleiding verzorgt waarvan op grond van artikel 1.4.1. Wet educatie en beroepsonderwijs aan de met goed gevolg afgelegde examens of onderdelen van examens een diploma of certificaat is verbonden, en in het kader van die beroepsopleiding te werk wordt gesteld op grond van een beroepspraktijkvormingsovereenkomst als bedoeld in artikel 7.2.8. van de Wet educatie en beroepsonderwijs, dan wel in Nederland in het kader van een opleiding aan een hogeschool in de zin van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek te werk wordt gesteld op de grond van een stageovereenkomst, gesloten tussen de hogeschool, de werkgever en hemzelf.

Artikel

1h

Artikel

1i

Artikel

1j

Het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen is voor een periode van maximaal één jaar niet van toepassing met betrekking tot een vreemdeling die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 14 van de Vreemdelingenwet 2000, onder de beperking «uitwisseling, al dan niet in het kader van een verdrag», bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000, indien:

  • a.

    het een au pair betreft die:

    • 1°.

      verblijft in een gastgezin, bestaande uit minimaal twee personen, tot wie de vreemdeling niet in familierechtelijke betrekking staat tot in de derde graad en voor wie deze niet eerder werkzaamheden heeft verricht,

    • 2°.

      kost en inwoning geniet van het gastgezin,

    • 3°.

      maximaal 8 uur per dag tot een maximum van 30 uur per week in het gastgezin slechts lichte ondersteunende huishoudelijke werkzaamheden mag verrichten, waarvoor een aantoonbaar alternatief voorhanden is,

    • 4°.

      minimaal 2 dagen per week vrij heeft,

    • 5°.

      een dagindeling met het gastgezin schriftelijk en in een voor de au pair begrijpelijke taal heeft vastgesteld op grond waarvan de au pair licht ondersteunende huishoudelijke werkzaamheden verricht, en

    • 6°.

      kan aantonen dat een verklaring is ondertekend, waaruit blijkt dat het gastgezin zich er van bewust is, dat de toezichthouders de bevoegdheid, bedoeld in artikel 17 van de wet, hebben;

  • b.

    er sprake is van werkzaamheden in het kader van een Working Holiday Scheme (WHS) of een Working Holiday Programme (WHP), dat in een Memorandum of Understanding geformuleerd is dat is goedgekeurd door Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Onze Minister van Veiligheid en Justitie;

  • c.

    er sprake is van werkzaamheden in het kader van een door het Nederlands Jeugdinstituut goedgekeurd European Voluntary Service-programme; of

  • d.

    er sprake is van deelname aan een door Onze Minister van Veiligheid en Justitie goedgekeurd uitwisselingsprogramma van een particuliere uitwisselingsorganisatie en verblijft in het gastgezin, bestaande uit minimaal 2 personen voor wie de vreemdeling niet eerder werkzaamheden heeft verricht.

Artikel

1k

Artikel

1l

Het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen is niet van toepassing met betrekking tot een vreemdeling die rechtmatig verblijf heeft op grond van artikel 8 van de Vreemdelingenwet 2000, en die:

Artikel

1m

Artikel

1n

Artikel

1o

Artikel

2

Een aantekening als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen wordt afgegeven aan:

Artikel

2a

Artikel

3

Een tewerkstellingsvergunning of gecombineerde vergunning wordt geweigerd voor werkzaamheden geheel of ten dele bestaande in het verrichten van seksuele handelingen met derden of voor derden.

Artikel

3a

Vervallen

Artikel

3b

Artikel

4

Het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen is gedurende zes en twintig weken na het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit niet van toepassing op een vreemdeling die reeds vóór de inwerkingtreding daarvan:

  • a.

    uitsluitend arbeid verricht op vervoermiddelen in het internationale verkeer;

  • b.

    als stagiaire hier te lande werkzaam is in het kader van een met een vreemde mogendheid gesloten overeenkomst;

  • c.

    optreedt als gastdocent aan een Nederlandse instelling voor wetenschappelijk onderwijs;

  • d.

    is aangesteld om in openbare dienst werkzaam te zijn;

  • e.

    arbeid verricht in dienst van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

Artikel

4a

Vervallen

Artikel

4b

Artikel

4d

Bij ministeriële regeling kan het aantal werkenden, bedoeld in artikel 4b, derde lid, worden aangepast.

Artikel

4e

Artikel

4f

Plaats en duur openbaarmaking

Artikel

4g

Inhoud openbare inspectiegegevens

Artikel

4h

Openbare gegevens omtrent opgelegde boetes en stilleggingen

Artikel

4i

Termijn waarbinnen openbaarmaking geschiedt

Artikel

4j

Reactie van belanghebbende

Artikel

4k

Rectificatie

Indien in verband met een beslissing op bezwaar, beroep of hoger beroep wordt vastgesteld dat de gegevens, die op grond van artikel 19g van de wet, en de artikelen 4g en 4h openbaar zijn gemaakt, niet meer juist of volledig zijn, worden deze gegevens aangepast, binnen tien werkdagen na ontvangst van de desbetreffende beslissing door Onze Minister.

Artikel

5

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Surabaya
Beatrix
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, A. P. W. Melkert
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager