Artikel
I
Wijzigt de Vreemdelingenwet 2000.
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Wijzigt de Vreemdelingenwet 2000.
Wijzigt de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.
Wijzigt de Wet op het voortgezet onderwijs.
Wijzigt de Wet op de expertisecentra.
Wijzigt de Wet educatie en beroepsonderwijs.
Wijzigt de Wet op het onderwijstoezicht.
Wijzigt de Handelsregisterwet 2007.
Wijzigt de Vreemdelingenwet 2000.
Wijzigt deze wet.
Wijzigt deze wet.
Op het tijdstip waarop deze wet in werking treedt, wordt als referent in de zin van artikel 2c van de Vreemdelingenwet 2000 erkend de onderneming of rechtspersoon waarmee Onze Minister voor de inwerkingtreding van deze wet een convenant met betrekking tot de uitvoering van de Vreemdelingenwet 2000 heeft gesloten, voor zover in de periode van een jaar direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet ter uitvoering van dat convenant een machtiging tot voorlopig verblijf of een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 14 van de Vreemdelingenwet 2000 is verleend.
Met Onze Minister gesloten convenanten als bedoeld in het eerste lid zijn met ingang van het tijdstip waarop deze wet in werking treedt, beëindigd.
Voor de toepassing van het eerste lid wordt met convenant gelijk gesteld de verklaring, bedoeld in artikel 1d, eerste lid, van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen.
Op het tijdstip waarop deze wet in werking treedt, wordt de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen persoon of organisatie referent van de houder van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 14 van de Wet.
Gedurende vijf jaren na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet is het eerste lid niet van toepassing, indien de aanvraag tot het verlenen of wijzigen van de verblijfsvergunning is ingediend voor een bij algemene maatregel van bestuur vastgesteld tijdstip, met dien verstande dat de kosten van uitzetting, bedoeld in artikel 66 van de Vreemdelingenwet 2000, kunnen worden verhaald op de persoon of organisatie, bedoeld in het eerste lid, die in de periode van vijf jaar voordat deze kosten zijn gemaakt, ten behoeve van het verblijf van de vreemdeling een garantverklaring heeft ondertekend.
Het tweede lid is niet van toepassing, indien de referent voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet een convenant als bedoeld in artikel XI, eerste lid, van deze wet heeft gesloten, dan wel een verklaring als bedoeld in artikel XI, derde lid, heeft afgelegd.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de invoering van deze wet.
Onze Minister zendt vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet en vervolgens na vijf jaar aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten in de praktijk van de onderdelen van deze wet.
De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen en onderdelen daarvan en voor de verschillende verblijfsdoelen verschillend kan zijn.
Deze wet wordt aangehaald als: Wet modern migratiebeleid.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.