Artikel
1
1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
-
a.
afzonderlijke watervoorziening: een voorziening ter zake van drinkwater dat niet afkomstig is van een openbare of een interne watervoorziening dan wel geleverd wordt in het kader van een commerciële - of openbare activiteit;
-
b.
drinkwater: alle voor menselijke consumptie bestemd water dat onbehandeld of na behandeling bestemd is voor drinken, koken, voedselbereiding of andere huishoudelijke doeleinden;
-
c.
gebouw: elk pand in gebruik voor bewoning of bedrijfsuitoefening;
-
d.
inspecteur: inspecteur als bedoeld in artikel 24, eerste lid;
-
e.
intern leidingnet: een samenstel van leidingen, fittingen en toestellen bestemd voor de distributie van drinkwater binnen één gebouw of een aantal in elkaars directe nabijheid liggende en door dat leidingnet met elkaar verbonden gebouwen, die de verbinding vormt tussen een interne watervoorziening, een afzonderlijke watervoorziening of een openbaar leidingnet en een of meer tappunten in dat gebouw respectievelijk die gebouwen;
-
f.
interne watervoorziening: de al dan niet voor openbaar gebruik bestemde productie van drinkwater en de distributie daarvan via een intern leidingnet;
-
g.
Onze Minister: Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;
-
h.
openbaar leidingnet: een samenstel van leidingen, fittingen en toestellen bestemd voor de distributie van drinkwater afkomstig van een openbare watervoorziening, dat ieder die daarop is aangesloten tegen betaling aan tappunten kan afnemen;
-
i.
openbare watervoorziening: de voor openbaar gebruik bestemde productie van drinkwater en de distributie daarvan via een openbaar leidingnet;
-
j.
Raad: de Raad voor het drinkwater, bedoeld in artikel 19;
-
k.
tappunt: plaats in of aan een gebouw of een andere voor het publiek toegankelijke plaats waar drinkwater voor direct gebruik beschikbaar is;
-
l.
toezichthouder: de door het bestuurscollege aangewezen eilandelijke dienst belast met het toezicht.