Arbeidswet 2000 BES

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Het is verboden arbeid te laten verrichten in strijd met de bepalingen van deze wet of de daarop berustende bepalingen.

Artikel

5

De ouder of de voogd van het kind dat of de jeugdige die onder zijn ouderlijke macht respectievelijk voogdij staat, dan wel het hoofd van het gezin, waarin het kind of de jeugdige wordt opgevoed, zorgt ervoor dat het betreffende kind of de betreffende jeugdige geen arbeid verricht die bij of krachtens deze wet wordt verboden.

Artikel

6

Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen kunnen meerdere werkgevers jegens de werknemer als één werkgever worden aangemerkt door Onze Minister, indien de eigendom van de ondernemingen grotendeels in handen is van dezelfde natuurlijke persoon of rechtspersoon, dan wel indien de feitelijke bestuursbevoegdheid of enige vorm van leiding in handen is van dezelfde natuurlijke persoon of rechtspersoon.

Artikel

7

Van het bepaalde bij of krachtens deze wet kan niet ten nadele van de werknemer worden afgeweken, tenzij dit uitdrukkelijk in de wet bepaald is.

Hoofdstuk

2

Algemene bepalingen ten aanzien van de arbeidsduur, werktijden en rusttijden

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

11

Artikel

12

Artikel

13

Indien de werknemer in opdracht van de werkgever zijn werkzaamheden moet aanvangen op een tijdstip dat meer dan een uur afwijkt van de voor de werknemer geldende of gebruikelijke werktijd als aangegeven op de arbeidslijst bedoeld in artikel 28, dan wel indien de werkgever voorziet dat de werknemer langer zal moeten werken dan de op die lijst aangeven arbeidsduur of dat van de op die lijst aangegeven tijdstippen zal moeten worden afgeweken anders dan bij wijze van overwerk, is de werkgever verplicht die opdracht tenminste twee maal 24 uren voorafgaand aan dat afwijkende tijdstip aan de werknemer kenbaar te maken.

Hoofdstuk

3

Overwerk

Artikel

14

Artikel

15

Artikel

16

Artikel

17

Onze Minister is bevoegd het laten verrichten van overwerk binnen een bepaalde onderneming, al dan niet ten aanzien van een bepaalde werknemer of groep van werknemers, te verbieden, aan een maximum omvang te verbinden of hieraan voorwaarden te verbinden, indien hem dat met het oog op de gezondheid of het welzijn van die werknemer of werknemers wenselijk voorkomt, dan wel indien hij oordeelt, dat de behoefte aan overwerk binnen die onderneming het gevolg is van een structureel tekort aan werknemers binnen die onderneming.

Hoofdstuk

4

Verbod van kinderarbeid

Artikel

18

Het is verboden kinderen, al dan niet tegen betaling en al dan niet op grond van een arbeidsovereenkomst, arbeid te laten verrichten.

Artikel

19

Hoofdstuk

5

Arbeid door jeugdigen

Artikel

20

Het is verboden jeugdigen arbeid te laten verrichten gedurende de tijd voorafgaand aan 7.00 uur en volgend op 19.00 uur.

Artikel

21

Hoofdstuk

6

Feestdagen

Artikel

22

Artikel

23

Hoofdstuk

7

Bijzondere bepalingen

Artikel

24

Artikel

25

Artikel

26

Artikel

27

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen ten aanzien van een bepaalde bedrijfstak of ten aanzien van een bepaalde soort arbeid nadere of afwijkende regels worden gesteld ten aanzien van de artikelen 8 tot en met 16.

Hoofdstuk

8

Administratieve bepalingen

Artikel

28

Artikel

29

De werkgever overlegt op verzoek van Onze Minister een personeelsregister, waarin de namen, geboortedata en nationaliteiten van de werknemers in de onderneming vermeld staan. Van werknemers, die niet van rechtswege zijn toegelaten in het openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba, wordt het nummer en de datum van afgifte van de verblijfsvergunning vermeld.

Artikel

30

De werkgever overlegt op verzoek van Onze Minister een register van het binnen zijn onderneming verrichte overwerk over ten hoogste de afgelopen twaalf maanden. Het register geeft een overzicht van de namen van de werknemers, die overwerk hebben verricht, de data waarop het overwerk is verricht, de duur van het verrichte overwerk per werknemer en de voor het overwerk gegeven compensatie.

Hoofdstuk

9

Bezwaar en beroep

Artikel

31

[vervallen]

Artikel

32

[vervallen]

Hoofdstuk

10

Artikel

33

Artikel

34

Artikel

35

Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van deze wet en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit.

Hoofdstuk

11

Strafbepalingen

Artikel

36

Hoofdstuk

12

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

37 t/m 41

[Vervallen]

Artikel

42

Alle ten gevolge van deze wet opgemaakte, overgelegde en over te leggen stukken zijn vrij van zegel en worden, indien registratie verplicht is gesteld, kosteloos geregistreerd.

Artikel

43

[vervallen]

Artikel

44

[vervallen]

Artikel

45

Deze wet wordt aangehaald als: Arbeidswet 2000 BES.