Artikel
1
1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
-
a.
Onze Minister: Onze Minister van Verkeer en Waterstaat.
-
b.
loods: degene die krachtens deze wet bevoegd is als loods op te treden;
-
c.
loodsplichtige scheepvaartwegen: de scheepvaartwegen waarop krachtens deze wet de kapitein van een schip verplicht is gebruik te maken van de diensten van een loods;
-
d.
schip: een schip als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek, alsmede elk vaartuig, met inbegrip van een vaartuig zonder waterverplaatsing dat feitelijk wordt gebruikt of geschikt is om te worden gebruikt als middel tot verplaatsing te water, met inbegrip van een watervliegtuig, een draagvleugelboot, een luchtkussenvoertuig, een drijvend platform, een verplaatsbare boorinstallatie, een baggermolen, een drijvende kraan, een ponton en elk ander drijvend werktuig, drijvend voorwerp of drijvende inrichting van soortgelijke aard, gedurende de tijd dat het drijft, dan wel een samenstel van schepen of van een of meer schepen met een of meer andere vaartuigen, waarvan ten minste één schip deel uitmaakt dat ter voortbeweging gebruik maakt van zijn motor en dat dient voor het voortbewegen of het sturen van het samenstel;
-
e.
kapitein: degene die is belast met het gezag over een schip;
-
f.
scheepsbeheerder: degene die het beheer over een schip heeft, hetzij hij eigenaar, reder of boekhouder van de rederij van het schip is, hetzij het schip hem in gebruik is gegeven.
-
g.
haven: een binnenwater of een gedeelte daarvan dat bij eilandsverordening of eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, als haven is aangewezen;
-
h.
bestuurscollege: het bestuurscollege van het openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba;.
-
i.
bruto-inhoud van een schip: de op de zee- of meetbrief uitgedrukte maat of bij gebreke daarvan enig ander document waaruit de bruto inhoud blijkt.
2
Een kapitein van een schip die daarmede een haven van Bonaire, Sint Eustatius of Saba wil binnenkomen of uitgaan of daarin wil verhalen, is verplicht zich te bedienen van een loods wanneer deze door een bestuurscollege daartoe is ter beschikking gesteld. Tevens kunnen scheepvaartwegen in de territoriale zee of in de exclusieve economische zone, welke niet voeren van of naar bedoelde havens, bij eilandsverordening als loodsplichtige scheepvaartwegen worden aangewezen.