Artikel
1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
-
a.
effecten:
-
1°.
aandeelbewijzen, schuldbrieven, winst- en oprichtersbewijzen, optiebewijzen, warrants en soortgelijke waardepapieren;
-
2°
rechten van deelgenootschap, opties, rechten op overdracht op termijn van zaken, inschrijvingen in aandelen- en schuldregisters en soortgelijke, al dan niet voorwaardelijke, rechten;
-
3°
rechten uit overeenkomsten tot verrekening van een koers- of prijsverschil en soortgelijke verhandelbare rechten en waarden;
-
4°
certificaten en recepissen van waarden als hiervoor bedoeld, met uitzondering van waarden die uitsluitend het karakter van betaalmiddel dragen en appartementsrechten;
-
1°.
-
b.
effectenbedrijf: de natuurlijke of rechtspersoon, die beroeps- of bedrijfsmatig bemiddelt of handelt in effecten, dan wel in het kader van vermogensbeheer voor rekening van een ander transacties in effecten verricht;
-
c.
effectenbeurs: een aan regels onderworpen markt die bestemd is voor het bijeenbrengen van vraag en aanbod van effecten;
-
d.
voorwetenschap: de bekendheid met een bijzonderheid omtrent de rechtspersoon, vennootschap of instelling waarop effecten betrekking hebben of omtrent de handel in effecten:
-
1°
die niet openbaar is gemaakt, en
-
2°
waarvan openbaarmaking, naar redelijkerwijs is te verwachten, invloed zou kunnen hebben op de koers van de effecten, ongeacht de richting van die koers;
-
1°
-
e.
Onze Minister: Onze Minister van Financiën;
-
f.
Autoriteit Financiële Markten: Stichting Autoriteit Financiële Markten.