Wet arbeid vreemdelingen BES

Wet arbeid vreemdelingen BES

Hoofdstuk

I

Begripsbepalingen

Artikel

1

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt verstaan onder:

  • a.

    Onze Minister: Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

  • b.

    werkgever:

    • 1.

      degene die in de uitoefening van een beroep of bedrijf een ander arbeid laat verrichten;

      of

    • 2.

      de natuurlijke persoon die een ander huishoudelijke of persoonlijke diensten laat verrichten;

  • c.

    tewerkstellingsvergunning: de vergunning welke de werkgever moet aanvragen bij Onze Minister voor het laten verrichten van arbeid door een vreemdeling;

  • d.

    verblijfsvergunning: de verblijfsvergunning voor bepaalde tijd of voor onbepaalde tijd, bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Wet toelating en uitzetting BES;

  • e.

    vreemdeling: een persoon die op grond van de bepalingen van de Wet toelating en uitzetting BES hetzij van rechtswege toelating heeft tot verblijf in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, hetzij voor toelating een verblijfsvergunning behoeft;

  • f.

    lokale arbeidsmarkt: de arbeidsmarkten van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba samen.

Hoofdstuk

II

De Tewerkstellingsvergunning

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

2

Artikel

3

Het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste lid, is niet van toepassing met betrekking tot een vreemdeling:

  • a.

    die ingevolge artikel 3 van de Wet toelating en uitzetting BES van rechtswege toelating tot verblijf in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba heeft;

  • b.

    [vervallen]

  • c.

    ten aanzien van wie, ingevolge bepalingen vastgesteld bij overeenkomsten met andere mogendheden dan wel bij een voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba verbindend besluit van een volkenrechtelijke organisatie, een tewerkstellingsvergunning niet mag worden verlangd;

  • d.

    die beschikt over een door of namens Onze Minister van Justitie afgegeven verblijfsvergunning voor het verrichten van arbeid als zelfstandige in het desbetreffende eilandgebied, voor zover deze vreemdeling arbeid verricht als zelfstandige;

  • e.

    die behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie, die per openbaar lichaam kan verschillen, dan wel bij een algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie van werkzaamheden verricht, welke categorie per openbaar lichaam kan verschillen.

§

2

Het aanvragen van de tewerkstellingsvergunning

Artikel

4

Onze Minister is bevoegd tot het verlenen, verlengen en intrekken van tewerkstellingsvergunningen.

Artikel

5

§

3

Beperkingen en voorschriften

Artikel

6

§

4

Geldigheidsduur van de tewerkstellingsvergunning

Artikel

7

§

5

Het weigeren van de tewerkstellingsvergunning

Artikel

8

Artikel

9

Een tewerkstellingsvergunning kan worden geweigerd:

  • a.

    indien de werkgever niet kan aantonen voldoende inspanningen te hebben verricht de arbeidsplaats te doen vervullen door arbeidskrachten die op de lokale arbeidsmarkt beschikbaar zijn;

  • b.

    indien er in de arbeidsvoorwaarden, arbeidsverhoudingen of arbeidsomstandigheden beletselen zijn gelegen voor vervulling van de arbeidsplaats door arbeidskrachten die op de lokale arbeidsmarkt beschikbaar zijn;

  • c.

    indien voorzienbaar is dat binnen een redelijke termijn voor de desbetreffende arbeidsplaats lokale arbeidkrachten beschikbaar zullen komen;

  • d.

    wegens het niet in acht nemen van een beperking waaronder een eerdere vergunning is verleend of wegens het niet naleven van een daaraan verbonden voorschrift;

  • e.

    op andere bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen gronden die per openbaar lichaam kunnen verschillen.

§

6

Het intrekken van de tewerkstellingsvergunning

Artikel

10

Een tewerkstellingsvergunning wordt ingetrokken:

  • a.

    indien de voor verkrijging verstrekte gegevens zodanig onjuist of onvolledig zijn geweest, dat op de aanvraag een andere beslissing zou zijn genomen als bij de beoordeling daarvan de juiste omstandigheden volledig bekend waren geweest;

  • b.

    indien blijkt dat aan de vreemdeling verder verblijf in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba is geweigerd;

  • c.

    indien de vreemdeling wordt ontslagen;

  • d.

    indien de werkgever in staat van faillissement wordt verklaard.

Artikel

11

Onverminderd het bepaalde in artikel 10 kan intrekking van een tewerkstellingsvergunning slechts geschieden wegens het niet in acht nemen van een beperking waaronder de vergunning is verleend, of wegens het niet naleven van een daaraan verbonden voorschrift.

Hoofdstuk

III

Bezwaar

Artikel

12

Degene die rechtstreeks in zijn belang is getroffen door een beschikking ter zake van een tewerkstellingsvergunning kan hiertegen binnen vier weken na de dag waarop deze is gegeven bezwaar indienen bij Onze Minister. Onder beschikking wordt mede begrepen het niet beslissen door Onze Minister binnen de in artikel vijf, tiende lid, genoemde termijn. Het bezwaar heeft schorsende werking.

Artikel

12a

[vervallen]

Hoofdstuk

IV

Toezicht en Opsporing

Artikel

13

Artikel

14

Artikel

15

Artikel

16

Artikel

17

Hoofdstuk

V

Strafbepalingen

Artikel

19

Hoofdstuk

VI

Bijzondere bepalingen

Artikel

20

Indien een werkgever een vreemdeling arbeid doet verrichten in strijd met het bepaalde in artikel 2, eerste lid, wordt de vreemdeling vermoed gedurende tenminste zes maanden werkzaam te zijn voor die werkgever tegen een beloning en een arbeidsduur die in de betreffende bedrijfstak gebruikelijk is.

Hoofdstuk

VII

Overgang- en Slotbepalingen

Artikel

21

[vervallen]

Artikel

22

[vervallen]

Artikel

23

[vervallen]

Artikel

24

Deze wet wordt aangehaald als: Wet arbeid vreemdelingen BES.