Wet voorkoming van verontreiniging door schepen BES

Wet voorkoming van verontreiniging door schepen BES

Hoofdstuk

I

Begripsomschrijvingen

Artikel

1

Hoofdstuk

II

Toepassing

Artikel

2

[vervallen]

Artikel

3

Het bij of krachtens deze wet bepaalde is niet van toepassing op oorlogsschepen, schepen in gebruik als marinehulpschepen of andere schepen in eigendom van of in beheer bij een staat ten tijde dat zij uitsluitend worden gebruikt in dienst van de overheid voor andere dan handelsdoeleinden.

Artikel

4

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen categorieën van schepen geheel of gedeeltelijk van een of meer bij of krachtens deze wet gegeven regels en voorschriften worden uitgezonderd.

Artikel

5

Hoofdstuk

III

Algemene bepalingen

§

1

Lozingsverbod en voorzieningen

Artikel

6

Artikel

7

§

2

Regelen voor schepen

[Vervallen]

§

3

Verplichtingen van de kapitein

Artikel

13

Artikel

14

§

4

Verlaten van een haven

Artikel

15

Het is verboden met een buitenlands schip dat ingevolge een of meer van de verdragen voorzien moet zijn van een geldig certificaat, een haven in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba te verlaten, zonder dat bedoeld certificaat aan boord is.

Hoofdstuk

IV

Toezicht en aanhouding

§

1

Toezicht

Artikel

16

Artikel

17

[vervallen]

Artikel

18

De kapitein is verplicht de ambtenaren van de Inspectie Verkeer en Waterstaat en de andere ambtenaren en personen, bedoeld in artikel 16 tweede lid desgevraagd behoorlijke en veilige toegang tot het schip en zijn ruimten te verschaffen. Voorts stelt de kapitein op een daartoe strekkend verzoek van een zodanige ambtenaar, alle personele middelen en hulpmiddelen ter beschikking, welke naar het oordeel van de ambtenaar redelijkerwijs nodig zijn voor de uitvoering van het onderzoek aan boord.

Artikel

19

Artikel

20

Artikel

21

Een buitenlands schip kan in een haven in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba worden onderworpen aan een onderzoek door een ambtenaar van de Inspectie Verkeer en Waterstaat, teneinde na te gaan of in strijd met een of meer van de verdragen schadelijke stoffen zijn geloosd in zee of in de binnenwateren of uitgestoten in de lucht.

§

2

Aanhouding

Artikel

22

[vervallen]

Artikel

23

Artikel

24

Artikel

25

Artikel

26

De ambtenaren van de Inspectie Verkeer en Waterstaat, zijn bevoegd ter uitvoering en handhaving van de aanhouding de nodige maatregelen te nemen en de nodige aanwijzingen te geven.

Artikel

27

Artikel

28

Van de aanhouding, bedoeld in de artikelen 24 en 26, en de opheffing daarvan, bedoeld in artikel 27, wordt tevens de consul of de diplomatieke vertegenwoordiger en, bij diens afwezigheid, de regering van de Staat waarvan het schip de vlag voert, onverwijld op de hoogte gesteld.

Hoofdstuk

V

Verdere bepalingen

§

1

Bezwaar

Artikel

29

Artikel

30

§

2

Onderzoek van voorvallen

[vervallen]

§

3

Medewerking en geheimhouding

Artikel

32

Artikel

33

Een ieder die betrokken is bij de fabricage, de invoer, de opslag, het vervoer, het lozen of de uitstoot van schadelijke stoffen is verplicht aan de ambtenaren, bedoeld in artikel 16, alle medewerking te verlenen en inlichtingen te verstrekken die zij bij de uitvoering van de hun op grond van deze wet opgedragen taak behoeven.

Artikel

34

Zij die uit hoofde van hun stand, beroep of ambt tot geheimhouding verplicht zijn kunnen zich verschonen van het verschaffen van inlichtingen, doch uitsluitend voorzover het betreft hetgeen hun in hun hoedanigheid is toevertrouwd. Zij kunnen voorts het verlenen van medewerking weigeren, voor zover hun plicht tot geheimhouding zich daartoe uitstrekt.

Artikel

35

Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van deze wet en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift terzake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van deze wet de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.

§

4

Ontheffing

[vervallen]

Hoofdstuk

VI

Strafbepalingen en borgsom

Artikel

37a

Artikel

38

Artikel

39

Artikel

40

[vervallen]

Hoofdstuk

VII

Slotbepalingen

Artikel

41

Bij regeling van Onze Minister kunnen de vergoedingen worden geregeld, verschuldigd door degenen, ten behoeve van wie:

  • a.

    werkzaamheden of diensten door de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba zijn verricht;

  • b.

    werkzaamheden of diensten zijn verricht door andere personen, aan wie op grond van deze wet die werkzaamheden of diensten zijn overgedragen.

Artikel

42

[vervallen]

Artikel

43

[vervallen]

Artikel

44

Deze wet wordt aangehaald als: Wet voorkoming van verontreiniging door schepen BES.