Wet sociale kanstrajecten jongeren BES

Hoofdstuk

1

Begripsbepalingen

Artikel

1

In deze wet wordt verstaan onder:

  • Onze minister: Onze minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

  • jongere: een ingezetene van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba die de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt, maar nog niet de leeftijd van 25 jaar;

  • deelnemer: de jongere die zich bij een uitvoerende instantie heeft ingeschreven voor het volgen van het voor hem vastgestelde kanstraject;

  • jongerenregister: het geautomatiseerde bestand, waarin de jongeren en deelnemers aan de kanstrajecten staan ingeschreven;

  • persoonsbestand: de gegevens met betrekking tot een jongere, zoals opgenomen in het jongerenregister;

  • sociale vormingsplicht: de verplichting van iedere jongere tot het volgen van een kanstraject in geval hij niet beschikt over een beroepskwalificatie niveau 1;

  • raamplan kanstrajecten: een plan als bedoeld in artikel 9;

  • kanstraject: een traject als bedoeld in artikel 10;

  • beroepskwalificatie niveau 1: het niveau van een assistent-beroepsbeoefenaar, die in staat is onder begeleiding routinematige arbeid uit te voeren, welk niveau overeenkomt met het diploma assistent opleiding of een diploma voorbereidend secundair beroepsonderwijs (vsbo).

  • oproepingsinstantie: de met de uitvoering van deze wet belaste dienst of afdeling van een openbaar lichaam, die is belast met de oproeping;

  • uitvoerende instantie: een instantie die een raamplan kanstrajecten opstelt, de kanstrajecten en de daarmee samenhangende begeleiding verzorgt en krachtens artikel 26 een bijdrage van het bestuurscollege van het desbetreffende openbaar lichaam hiervoor ontvangt;

  • Inspecteur: Inspecteur, bedoeld in de Wet op het onderwijstoezicht.

Hoofdstuk

2

Oproeping en melding

Artikel

2

Artikel

3

De educatieve intake heeft tot doel te onderzoeken de mate waarin de jongere beschikt over de kennis en vaardigheden voor een beroepskwalificatie niveau 1.

Hoofdstuk

3

Vrijstelling en ontheffing van de sociale vormingsplicht

Artikel

4

Onze Minister verleent de jongere vrijstelling van de sociale vormingsplicht indien:

  • a.

    uit bij de aanvraag verschafte gegevens en bescheiden blijkt dat de jongere op grond van lichamelijke of geestelijke onbekwaamheid nooit in staat zal zijn aan enige krachtens deze wet voor hem geldende verplichting te voldoen, of

  • b.

    de jongere ten minste in het bezit is van een diploma beroepsvoorbereidend onderwijs b.v.o.) variant B of D, een diploma voorbereidend secundair beroepsonderwijs (v.s.b.o.) theoretisch kadergerichte leerweg of praktisch kadergerichte leerweg, middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (m.a.v.o.), hoger algemeen voortgezet onderwijs (h.a.v.o.) voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (v.w.o.) dan wel een diploma van een door Onze Minister aangewezen gelijkwaardige, erkende opleiding.

Artikel

5

Onze Minister verleent op verzoek van de jongere ontheffing van het volgen van een kanstraject:

  • a.

    wegens vervulling van de werkelijke dienst, bedoeld in artikel 1 van de Dienstplichtwet BES;

  • b.

    indien hij een opleiding volgt aan:

    • een dagschool, avondschool of dag-avondschool voor voorbereidend wetenschappelijke onderwijs (v.w.o.), hoger algemeen voortgezet onderwijs (h.a.v.o.), of voorbereidend secundair beroepsonderwijs (v.s.b.o);

    • een door Onze Minister aangewezen instelling;

  • c.

    indien hij op grond van lichamelijke of geestelijke onbekwaamheid tijdelijk niet in staat is aan enige bij deze wet gestelde verplichting te voldoen;

  • d.

    indien hij wegens persoonlijke omstandigheden tijdelijk niet in staat is aan enige bij deze wet gestelde verplichting te voldoen.

Artikel

6

Hoofdstuk

4

Jongerenregister

Artikel

7

Artikel

8

Hoofdstuk

5

Vaststelling raamplan kanstrajecten

Artikel

9

Hoofdstuk

6

Kanstraject

Artikel

10

Artikel

11

De jongere is verplicht aanwezig en verleent zijn medewerking aan alle onderdelen van het voor hem vastgestelde kanstraject en de daarmee samenhangende begeleiding.

Artikel

12

Nadat de deelnemer alle modules van het voor hem vastgestelde dan wel gewijzigde kanstraject met succes heeft afgerond, ontvangt hij een certificaat of een diploma, afhankelijk van de aard van het traject.

Hoofdstuk

7

Geheimhoudingsplicht

Artikel

13

Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van deze wet en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van deze wet de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.

Hoofdstuk

8

[vervallen]

Hoofdstuk

9

Administratieve boeten

Artikel

19

Artikel

20

Hoofdstuk

10

Strafbepalingen

Artikel

21

Artikel

22

Artikel

23

Hij die op grond van de bij of krachtens deze wet vastgestelde bepalingen gehouden is inlichtingen of gegevens te verstrekken en daarbij opzettelijk een valse opgave doet dan wel opzettelijk in strijd met bedoelde gehoudenheid iets verzwijgt wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes maanden, een geldboete van ten hoogste USD 8.400 of met beide straffen. Het in de eerste volzin strafbaar gestelde feit is een misdrijf.

Artikel

24

Hij die op andere wijze dan door het valselijk opmaken of vervalsen van een geschrift, dat bestemd is tot bewijs van enig feit te dienen opzettelijk een opgave doet in strijd met de waarheid, zulks met het oogmerk om de verlening van vrijstelling of ontheffing van de sociale vormingsplicht te verkrijgen, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes maanden, een geldboete van ten hoogste USD 8.400 of met beide straffen. Het in de eerste volzin strafbaar gestelde feit is een misdrijf.

Hoofdstuk

11

Kanstrajecttoelage

Artikel

25

Hoofdstuk

12

Bekostiging raamplan kanstrajecten

Artikel

26

Artikel

27

Artikel

28

Artikel

29

Artikel

30

Artikel

31

De eilandsraad kan op voorstel van het bestuurscollege de vastgestelde bijdrage binnen een periode van vijf jaar, gerekend vanaf de dag waarop het verzoek tot bekostiging was ingewilligd intrekken of ten nadele van de uitvoerende instantie wijzigen:

  • a.

    op grond van feiten of omstandigheden waarvan de eilandsraad bij de vaststelling van de bijdrage redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn en op grond waarvan de bijdrage lager zou zijn vastgesteld;

  • b.

    indien de vaststelling van de bijdrage onjuist was en de uitvoerende instantie dit wist of behoorde te weten;

  • c.

    indien de uitvoerende instantie na de vaststelling van de bijdrage niet heeft voldaan aan het bepaalde in deze wet.

Artikel

32

Onze Minister kan de vastgestelde rijksbijdrage aan een openbaar lichaam binnen een periode van vijf jaar, gerekend vanaf de dag waarop het verzoek tot bekostiging was ingewilligd intrekken of ten nadele van een openbaar lichaam wijzigen:

  • a.

    op grond van feiten of omstandigheden waarvan Onze Minister bij de vaststelling van de bijdrage redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn en op grond waarvan de bijdrage lager zou zijn vastgesteld;

  • b.

    indien de vaststelling van de bijdrage onjuist was en het openbaar lichaam dit wist of behoorde te weten;

  • c.

    indien het openbaar lichaam na de vaststelling van de landsbijdrage niet heeft voldaan aan het bepaalde in deze wet.

Artikel

33

Hoofdstuk

13

Rapportage en evaluatie

Artikel

34

Artikel

35

[vervallen]

Hoofdstuk

14

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

36

Onze Minister verleent aan een ieder aan wie geen kanstraject kan worden aangeboden ontheffing van de verplichting tot het volgen van een kanstraject.

Artikel

37

De jongere die op het tijdstip van inwerkingtreding van de Landsverordening sociale vormingsplicht de leeftijd van 16 jaar en één maand reeds heeft bereikt maar nog niet de leeftijd van 25 jaar wordt binnen één maand na bedoeld tijdstip door de oproepingsinstantie van het openbaar lichaam waarvan hij ingezetene is opgeroepen.

Artikel

38

Artikel

39

[vervallen]

Artikel

40

Deze wet wordt aangehaald als: Wet sociale kanstrajecten jongeren BES.