Wet toezicht beleggingsinstellingen en administrateurs BES
Wet toezicht beleggingsinstellingen en administrateurs BES
Hoofdstuk
I
Begripsbepalingen
Artikel
1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a.
beleggingsmaatschappij: een rechtspersoon die gelden of andere goederen ter collectieve belegging vraagt of heeft verkregen teneinde de deelnemers in de opbrengst van de beleggingen te doen delen;
b.
beleggingsfonds: een niet in een rechtspersoon ondergebracht vermogen waarin ter collectieve belegging gevraagde of verkregen gelden of andere goederen zijn of worden opgenomen teneinde de deelnemers in de opbrengst van de beleggingen te doen delen;
c.
beleggingsinstelling: beleggingsmaatschappij of beleggingsfonds;
d.
deelnemer: de aandeelhouder in een beleggingsmaatschappij dan wel de deelgerechtigde in een beleggingsfonds;
e.
beheerder: de beleggingsmaatschappij respectievelijk degene die geheel of ten dele belast is met het beheer van het beleggingsfonds;
f.
bewaarder: degene die belast is met de bewaring van de activa van de beleggingsinstelling;
g.
administratieve diensten: het al dan niet tegen vergoeding verlenen van diensten ten behoeve van beleggingsinstellingen, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
1.
het voeren van het bestuur van beleggingsinstellingen, waaronder in ieder geval, het beschikbaar stellen van natuurlijke personen of rechtspersonen als directeur, vertegenwoordiger of andere leidinggevende functionaris van een beleggingsinstelling die onder meer belast zijn met het nemen van beslissingen;
2.
het administreren, waaronder in ieder geval, het voeren van boekhouding alsmede het verkrijgen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen of doen functioneren van een beleggingsinstelling;
3.
het verlenen van domicilie en kantoorfaciliteiten ten behoeve van beleggings-instellingen;
h.
administrateur: een rechtspersoon die het verrichten van administratieve diensten ten doel heeft;
gerecht: Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba;
k.
Onze Minister: Onze Minister van Financiën;
l.
openbaar lichaam: het openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba.
Hoofdstuk
II
Algemene bepaling
Artikel
2
De bepalingen van deze wet en de daarop berustende bepalingen ten aanzien van een beleggingsinstelling die een beleggingsfonds is, zijn gericht tot de beheerder.
Hoofdstuk
III
Het vergunningsstelsel voor beleggingsinstellingen
§
1
De vergunning
Artikel
3
Het is een ieder verboden in of vanuit een openbaar lichaam, gelden of andere goederen ter deelneming in een beleggingsinstelling waaraan geen vergunning is verleend door de Autoriteit Financiële Markten, te vragen of te verkrijgen dan wel rechten van deelneming in een dergelijke beleggingsinstelling aan te bieden.
Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op de aanbieding van rechten van deelneming door natuurlijke personen anders dan in de uitoefening van hun beroep of bedrijf.
§
2
Vergunningsvereisten
Artikel
4
1
De Autoriteit Financiële Markten verleent een beleggingsinstelling op verzoek een vergunning, indien de aanvrager aantoont dat de beleggingsinstelling en de bewaarder, indien aan de beleggingsinstelling verbonden, voldoen aan bij ministeriële regeling te stellen eisen met betrekking tot:
a.
deskundigheid en integriteit;
b.
financiële waarborgen;
c.
bedrijfsvoering; en
d.
aan de deelnemers in de beleggingsinstelling en aan het publiek te verstrekken informatie.
Deze voorschriften houden tevens in dat het dagelijks beleid van de beleggingsinstelling door niet minder dan twee natuurlijke personen wordt bepaald en dat, indien aanwezig, de Raad van Commissarissen uit ten minste drie leden bestaat.
2
Indien een vergunning voor een beleggingsfonds wordt gevraagd, dient de aanvrager bovendien aan te tonen dat:
a.
de beheerder een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid is;
b.
de activa van het beleggingsfonds in bewaring worden gegeven bij een van de beheerder onafhankelijke bewaarder; en
c.
de activa van het beleggingsfonds worden afgescheiden van het vermogen van de beheerder, van de bewaarder alsmede van elke natuurlijke persoon of andere rechtspersoon.
3
De Autoriteit Financiële Markten neemt een beslissing omtrent het verzoek tot vergunning binnen 60 dagen na ontvangst van de volledige aanvraag en deelt deze bij aangetekende brief mede.
4
De Autoriteit Financiële Markten kan aan een aanvrager een vergunning verlenen indien de aanvrager aantoont dat redelijkerwijs niet volledig kan worden voldaan aan eisen gesteld bij of krachtens het eerste en tweede lid, en hij tevens aantoont dat de doeleinden die deze wet beoogt te bereiken anderszins voldoende bereikt zijn.
Artikel
5
Aan een vergunning kunnen te allen tijde beperkingen worden gesteld en voorschriften worden verbonden met het oog op een adequate werking van de financiële markten en de positie van de beleggers op die markten, indien feiten en omstandigheden die betrekking hebben op degene voor wie de vergunning geldt dit vereisen.
Artikel
6
Als bewaarder mag slechts optreden een rechtspersoon die in belangrijke mate zijn bedrijf maakt van het bewaren en administreren van beleggingsobjecten ten behoeve van derden.
Artikel
7
Indien de Autoriteit Financiële Markten van oordeel is dat van de in een openbaar lichaam gevoerde of te voeren naam van de beleggingsinstelling gevaar voor verwarring is te duchten, verlangt zij van de beleggingsinstelling een verklarende vermelding aan de naam toe te voegen.
§
3
Rapportage aan de Autoriteit Financiële Markten/Voorschriften voor beleggingsinstellingen
Artikel
8
1
Iedere beleggingsinstelling is verplicht jaarlijks binnen een bij ministeriële regeling te bepalen termijn een jaarrekening, ten minste bevattend een balans en een verlies- en winstrekening, met bijbehorende toelichting over het afgelopen boekjaar in een bij ministeriële regeling vast te stellen vorm bij de Autoriteit Financiële Markten in te dienen. Hierbij dient ook een verklaring van de externe deskundige als bedoeld in artikel 121 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek BES en de directiebrieven te zijn gevoegd.
2
Iedere beleggingsinstelling is verplicht bij de Autoriteit Financiële Markten periodiek binnen de daartoe vastgestelde termijnen rapportagestaten nopens haar bedrijf in te dienen.
3
De vorm waarin de in het tweede lid bedoelde staten worden opgemaakt, de achtereenvolgende tijdstippen waarop zij betrekking hebben, en de termijnen binnen welke zij moeten worden ingediend, worden bij ministeriële regeling bepaald.
4
Indien de Autoriteit Financiële Markten zulks in het belang van een doelmatig toezicht nodig acht, kan zij een beleggingsinstelling opdragen:
a)
staten als bedoeld in het tweede lid, bij haar in te dienen die betrekking hebben op tijdstippen met een kortere tussenpoos of op kortere termijnen dan ingevolge het tweede lid is bepaald;
Het is de beleggingsinstelling waaraan een vergunning is verleend, verboden haar statuten of reglementen te wijzigen zonder voorafgaande toestemming van de Autoriteit Financiële Markten.
6
Een wijziging van de statuten of reglementen, in strijd met het verbod bedoeld in het vijfde lid, is nietig. Op verzoek van de Autoriteit Financiële Markten benoemt het gerecht een bewindvoerder met de macht om de gevolgen van de nietige handeling ongedaan te maken.
7
Bij het ongedaan maken van de nietige handeling dient de bewindvoerder mede te handelen in het belang van de deelnemers in de beleggingsinstelling.
Artikel
9
1
Een beleggingsinstelling waaraan een vergunning is verleend, en de bewaarder, indien aan de instelling verbonden, zijn verplicht zich te houden aan bij ministeriële regeling te stellen voorschriften met betrekking tot deskundigheid, integriteit, financiële waarborgen, bedrijfsvoering en informatieverschaffing.
2
Het is de beleggingsinstelling verboden zonder voorafgaande toestemming van de Autoriteit Financiële Markten personen die het dagelijks beleid van de beleggingsinstelling bepalen en, indien aanwezig, de leden van de Raad van Commissarissen te benoemen.
3
De Autoriteit Financiële Markten kan op verzoek van de beleggingsinstelling bepalen, dat zij of de bewaarder, indien aan de instelling verbonden, niet behoeft te voldoen aan alle in het eerste lid bedoelde regels indien zij aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet volledig kan worden voldaan en dat de doeleinden die deze wet beoogt te bereiken anderszins voldoende bereikt zijn. De Autoriteit Financiële Markten kan een beschikking als hiervoor bedoeld wijzigen of intrekken indien naar zijn oordeel de omstandigheden waaronder de beschikking is gegeven zodanig zijn gewijzigd dat de doeleinden die deze wet beoogt te bereiken niet langer worden bereikt.
4
De externe deskundige als bedoeld in artikel 121 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek BES, die op grond van de regels, bedoeld in het eerste lid, de jaarrekening van een beleggingsinstelling van een verklaring moet voorzien, meldt de Autoriteit Financiële Markten zo spoedig mogelijk elke omstandigheid waarvan hij bij de uitvoering van zijn desbetreffende werkzaamheden kennis heeft gekregen en die:
a)
in strijd is met de eisen die voor het verkrijgen van de vergunning zijn gesteld;
b)
in strijd is met de bij of krachtens deze wet opgelegde verplichtingen;
c)
het voortbestaan van de beleggingsinstelling bedreigt; of
d)
de afgifte van een goedkeurende verklaring omtrent de getrouwheid in gevaar zou kunnen brengen.
4
De externe deskundige als bedoeld in artikel 121 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek BES bedoeld in het vierde lid zendt onverwijld aan de Autoriteit Financiële Markten een afschrift van het verslag als bedoeld in artikel 121, vijfde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek BES, van de directiebrieven en van de correspondentie die rechtstreeks betrekking heeft op de verklaring als bedoeld in artikel 121 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek BES bij de jaarrekening respectievelijk van enige periodiek bij de Autoriteit Financiële Markten in te dienen staten, indien en voor zover de Autoriteit Financiële Markten bij deze staten een verklaring als bedoeld in artikel 121 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek BES nodig acht. Indien de Autoriteit Financiële Markten zulks noodzakelijk acht geeft de externe deskundige als bedoeld in artikel 121 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek BES de Autoriteit Financiële Markten een mondelinge toelichting op de jaarrekening en deze stukken.
6
Op de externe deskundige als bedoeld in artikel 121 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek BES, bedoeld in het vierde lid, die naast zijn werkzaamheden voor de beleggingsinstelling ook werkzaamheden uitvoert voor een andere onderneming of instelling, is de meldingsplicht, bedoeld in het vierde lid, van overeenkomstige toepassing indien de beleggingsinstelling dochtermaatschappij is van die andere onderneming of instelling, dan wel indien die andere onderneming of instelling dochtermaatschappij is van de beleggingsinstelling.
7
De externe deskundige als bedoeld in artikel 121 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek BES die op grond van het vierde of zesde lid tot een melding aan de Autoriteit Financiële Markten is overgegaan, is niet aansprakelijk voor schade die een derde dientengevolge lijdt, tenzij aannemelijk wordt gemaakt dat, gelet op alle feiten en omstandigheden, in redelijkheid niet tot melding had mogen worden overgegaan.
§
4
Vrijstelling of ontheffing
Artikel
10
1
De Autoriteit Financiële Markten kan ontheffing verlenen van het in artikel 3 vervatte verbod.
2
Aan een ontheffing als bedoeld in het eerste lid kunnen beperkingen worden gesteld en voorschriften worden verbonden met het oog op een adequate werking van de financiële markten en de positie van de beleggers op die markten. De beperkingen kunnen uitsluitend worden gesteld ten aanzien van de reikwijdte van de ontheffing.
Artikel
10a
1
Onze Minister kan ten aanzien van beleggingsinstellingen, gevestigd in een ander deel van het Koninkrijk of een andere Staat, vrijstelling verlenen van de bij of krachtens dit hoofdstuk gestelde regels, indien de belangen die deze wet beoogt te beschermen, in voldoende mate gewaarborgd worden door het toezicht dat in dat andere deel van het Koninkrijk, onderscheidenlijk die andere Staat, ten aanzien van beleggingsinstellingen wordt uitgeoefend.
2
Aan de vrijstelling kunnen voorschriften worden verbonden en beperkingen worden gesteld.
§
5
De intrekking van de vergunning
Artikel
11
De Autoriteit Financiële Markten kan een vergunning slechts intrekken:
a)
op verzoek van de houder;
b)
indien de gegevens of bescheiden die zijn verstrekt ter verkrijging van de vergunning zodanig onjuist of onvolledig blijken dat op het verzoek een andere beslissing zou zijn genomen als bij de beoordeling van het verzoek de juiste omstandigheden volledig bekend waren geweest;
c)
indien zich omstandigheden voordoen of feiten bekend worden op grond waarvan zo zij voor het tijdstip waarop de vergunning werd verleend zich hadden voorgedaan, of bekend waren geweest, de vergunning zou zijn geweigerd;
d)
indien de vergunninghouder of de aan de beleggingsinstelling verbonden bewaarder kennelijk de in artikel 3 bedoelde werkzaamheden niet meer uitvoert;
e)
indien de beleggingsinstelling of de daaraan verbonden bewaarder niet meer voldoet aan de bij of krachtens deze wet gestelde eisen, regels, beperkingen of gegeven voorschriften of andere wettelijke verplichtingen;
f)
indien de beleggingsinstelling of de daaraan verbonden bewaarder niet of niet genoegzaam uitvoering heeft gegeven aan een aanwijzing of een aanzegging van de Autoriteit Financiële Markten als bedoeld in artikel 33 respectievelijk artikel 34 of
g)
indien de beleggingsinstelling niet binnen een door de Autoriteit Financiële Markten vast te stellen termijn met haar bedrijf daadwerkelijk een aanvang heeft gemaakt.
De intrekking wordt door de Autoriteit Financiële Markten bij deurwaardersexploot aan de betrokkene betekend.
Artikel
12
1
Een beleggingsmaatschappij waarvan de vergunning is ingetrokken wordt op verzoek van de Autoriteit Financiële Markten door het gerecht ontbonden. Het gerecht wijst één of meer vereffenaars aan.
2
Het vermogen van een beleggingsfonds waarvan de vergunning is ingetrokken moet worden vereffend binnen een door de Autoriteit Financiële Markten te bepalen termijn. Het gerecht wijst op verzoek van de Autoriteit Financiële Markten één of meer vereffenaars aan.
3
De Autoriteit Financiële Markten kan ten aanzien van het beleggingsfonds waaraan op grond van artikel 4 een vergunning is verleend ontheffing verlenen van het bepaalde in het tweede lid, indien de werkzaamheden van het fonds worden voortgezet in een besloten kring. Aan een ontheffing kunnen in het belang van de deelnemers beperkingen worden gesteld en voorschriften worden verbonden.
4
De Autoriteit Financiële Markten brengt onverwijld verslag uit aan Onze Minister omtrent een beleggingsinstelling van welke de vergunning is ingetrokken.
Artikel
13
Indien een beleggingsinstelling de inkoop van haar rechten van deelneming opschort, stelt zij de Autoriteit Financiële Markten onverwijld daarvan op de hoogte.
Hoofdstuk
IV
Het vergunningsstelsel voor administrateurs
§
1
De vergunning
Artikel
14
Het is een ieder verboden in of vanuit een openbaar lichaam het bedrijf van administrateur uit te oefenen zonder voorafgaande vergunning van de Autoriteit Financiële Markten.
§
2
Vergunningsvereisten
Artikel
15
1
De Autoriteit Financiële Markten verleent een administrateur op verzoek een vergunning, indien de aanvrager aantoont te voldoen aan bij ministeriële regeling te stellen eisen met betrekking tot:
a)
deskundigheid en integriteit; en
b)
bedrijfsvoering.
Deze voorschriften houden tevens in dat het dagelijks beleid van de administrateur door niet minder dan twee personen wordt bepaald en dat, indien aanwezig, de Raad van Commissarissen uit ten minste drie leden bestaat.
2
De Autoriteit Financiële Markten verleent vergunning bij aangetekende brief binnen 60 dagen na ontvangst van een volledige aanvraag.
3
De Autoriteit Financiële Markten kan een aanvrager een vergunning verlenen indien de aanvrager aantoont dat redelijkerwijs niet volledig kan worden voldaan aan eisen gesteld bij of krachtens het eerste lid, en hij tevens aantoont dat de doeleinden die deze wet beoogt te bereiken anderszins voldoende bereikt zijn.
Artikel
16
Aan de vergunning kunnen te allen tijde beperkingen worden gesteld en voorschriften worden verbonden met het oog op een adequate werking van de financiële markten en de positie van de beleggers op die markten, indien feiten en omstandigheden die betrekking hebben op degene voor wie de vergunning geldt dit vereist.
§
3
Rapportage aan de Autoriteit Financiële Markten/Voorschriften voor administrateurs
Artikel
17
1
Iedere administrateur is verplicht jaarlijks binnen een bij ministeriële regeling te bepalen termijn een jaarrekening, ten minste bevattende een balans en een verlies- en winstrekening, met bijbehorende toelichting over het afgelopen boekjaar in een bij ministeriële regeling vast te stellen vorm bij de Autoriteit Financiële Markten in te dienen. Hierbij dient ook een verklaring van de externe deskundige als bedoeld in artikel 121 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek BES en de directiebrieven te zijn gevoegd.
2
Iedere administrateur is verplicht bij de Autoriteit Financiële Markten periodiek binnen de daartoe vastgestelde termijnen een schriftelijk compliance rapport nopens haar bedrijf in te dienen.
3
De vorm waarin het in het tweede lid bedoelde rapport wordt opgemaakt, de achtereenvolgende tijdstippen waarop het betrekking heeft, en de termijnen binnen welke het moet worden ingediend, worden bij ministeriële regeling bepaald.
4
Indien de Autoriteit Financiële Markten zulks in het belang van een doelmatig toezicht nodig acht, kan zij een administrateur opdragen het schriftelijke rapport als bedoeld in het tweede lid, bij haar in te dienen op tijdstippen met een kortere tussenpoos of op kortere termijnen dan ingevolge het tweede lid is bepaald.
5
Het is een administrateur waaraan een vergunning is verleend, verboden zijn statuten of reglementen te wijzigen zonder voorafgaande toestemming van de Autoriteit Financiële Markten.
6
Een wijziging van de statuten of reglementen, als bedoeld in het vijfde lid, is nietig. Op verzoek van de Autoriteit Financiële Markten benoemt het gerecht een bewindvoerder met de macht om de gevolgen van de nietige handeling ongedaan te maken.
7
Bij het ongedaan maken van de nietige handeling dient de bewindvoerder mede te handelen in het belang van de belanghebbenden.
Artikel
18
1
Een administrateur waaraan een vergunning is verleend, is verplicht zich te blijven houden aan bij ministeriële regeling te stellen voorschriften met betrekking tot deskundigheid, integriteit en bedrijfsvoering.
2
Het is de administrateur verboden zonder voorafgaande toestemming van de Autoriteit Financiële Markten personen die het dagelijks beleid van de administrateur bepalen en indien aanwezig de leden van de Raad van Commissarissen te benoemen.
3
De Autoriteit Financiële Markten kan op verzoek van de administrateur bepalen, dat de administrateur niet behoeft te voldoen aan alle in het eerste lid bedoelde regels indien hij aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet volledig kan worden voldaan en dat de doeleinden die deze wet beoogt te bereiken anderszins voldoende bereikt zijn. De Autoriteit Financiële Markten kan een beschikking als hiervoor bedoeld wijzigen of intrekken indien naar zijn oordeel de omstandigheden waaronder de beschikking is gegeven zodanig zijn gewijzigd dat de doeleinden die deze wet beoogt te bereiken niet langer worden bereikt.
4
De externe deskundige als bedoeld in artikel 121 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek BES, die op grond van de regels, bedoeld in het eerste lid, de jaarrekening van een administrateur van een verklaring moet voorzien, meldt de Autoriteit Financiële Markten zo spoedig mogelijk elke omstandigheid waarvan hij bij de uitvoering van zijn desbetreffende werkzaamheden kennis heeft gekregen en die:
a)
in strijd is met de eisen die voor het verkrijgen van de vergunning zijn gesteld;
b)
in strijd is met de bij of krachtens deze wet opgelegde verplichtingen;
c)
het voortbestaan van de administrateur bedreigt; of
d)
de afgifte van een goedkeurende verklaring omtrent de getrouwheid in gevaar zou kunnen brengen.
5
De externe deskundige als bedoeld in artikel 121 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek BES bedoeld in het vierde lid zendt onverwijld aan de Autoriteit Financiële Markten een afschrift van het verslag als bedoeld in artikel 121, vijfde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek BES, van de directiebrieven en van de correspondentie die rechtstreeks betrekking heeft op de verklaring als bedoeld in artikel 121 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek BES bij de jaarrekening respectievelijk van enige periodiek bij de Autoriteit Financiële Markten in te dienen staten, indien en voor zover de Autoriteit Financiële Markten bij deze staten een verklaring als bedoeld in artikel 121 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek BES nodig acht. Indien de Autoriteit Financiële Markten zulks noodzakelijk acht geeft de externe deskundige als bedoeld in artikel 121 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek BES de Autoriteit Financiële Markten een mondelinge toelichting op de jaarrekening en deze stukken.
6
Op de externe deskundige als bedoeld in artikel 121 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek BES, bedoeld in het vierde lid, die naast zijn werkzaamheden voor de administrateur ook werkzaamheden uitvoert voor een andere onderneming of instelling, is de meldingsplicht, bedoeld in het vierde lid, van overeenkomstige toepassing indien de administrateur dochtermaatschappij is van de andere onderneming of instelling, dan wel indien de andere onderneming of instelling dochtermaatschappij is van de administrateur.
7
De externe deskundige als bedoeld in artikel 121 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek BES die op grond van het vierde of zesde tot een melding aan de Autoriteit Financiële Markten is overgegaan, is niet aansprakelijk voor schade die een derde dientengevolge lijdt, tenzij aannemelijk wordt gemaakt dat, gelet op alle feiten en omstandigheden, in redelijkheid niet tot melding had mogen worden overgegaan.
Artikel
19
Een administrateur dient te allen tijde te bewaken dat binnen de beleggingsinstellingen waarvoor hij administratieve diensten verricht, voldoende deskundigheid aanwezig is en dat de bestuurders die de beleggingsinstellingen vertegenwoordigen of het beleid van de beleggingsinstellingen bepalen, alsmede anderen die het beleid mede bepalen, integer zijn conform de krachtens artikel 18 gestelde voorschriften. De administrateur dient tevens er voor zorg te dragen dat in redelijkheid de beleggingsinstellingen waarvoor zij administratieve diensten verrichten niet in overtreding zijn van de op hen rustende wettelijke verplichtingen.
Artikel
20
Een administrateur stelt de Autoriteit Financiële Markten onmiddellijk op de hoogte indien zij van oordeel is of reden heeft om aan te nemen dat een beleggingsinstelling waarvoor hij administratieve diensten verricht:
a)
niet in staat is of zal zijn aan haar verplichtingen te voldoen;
b)
voorschriften krachtens deze wet of andere wet- en regelgevingen die van toepassing zijn op de beleggingsinstellingen niet naleeft; of
c)
haar bedrijf uitoefent op een manier dat schade toebrengt of kan toebrengen aan de belangen van haar deelnemers of andere deelgerechtigden.
§
4
Vrijstelling of ontheffing
Artikel
21
1
De Autoriteit Financiële Markten kan ontheffing verlenen van het in artikel 14 vervatte verbod.
2
Aan een ontheffing als bedoeld in het eerste lid kunnen beperkingen worden gesteld en voorschriften worden verbonden met het oog op een adequate werking van de financiële markten en de positie van de beleggers op die markten. De beperkingen kunnen uitsluitend worden gesteld ten aanzien van de reikwijdte van de ontheffing.
Artikel
21a
1
Onze Minister kan administrateurs, gevestigd in een ander deel van het Koninkrijk of een andere Staat, vrijstelling verlenen van de bij of krachtens dit hoofdstuk gestelde regels, indien de belangen die deze wet beoogt te beschermen, in voldoende mate gewaarborgd worden door het toezicht dat in dat andere deel van het Koninkrijk, onderscheidenlijk die andere Staat, op die administrateurs wordt uitgeoefend.
2
Aan de vrijstelling kunnen voorschriften worden verbonden en beperkingen worden gesteld.
§
5
De intrekking van de vergunning
Artikel
22
1
De Autoriteit Financiële Markten kan een vergunning slechts intrekken:
a)
op verzoek van de houder;
b)
indien de gegevens of bescheiden die zijn verstrekt ter verkrijging van de vergunning zodanig onjuist of onvolledig blijken dat op het verzoek een andere beslissing zou zijn genomen als bij de beoordeling van het verzoek de juiste omstandigheden volledig bekend waren geweest;
c)
indien zich omstandigheden voordoen of feiten bekend worden op grond waarvan zo zij voor het tijdstip waarop de vergunning werd verleend zich hadden voorgedaan, of bekend waren geweest, de vergunning zou zijn geweigerd;
d)
indien de administrateur kennelijk niet meer voldoet aan de in artikel 1 onder h gegeven definitie;
e)
indien de administrateur niet meer voldoet aan de bij of krachtens deze wet gestelde eisen, regels, beperkingen of gegeven voorschriften of andere wettelijke verplichtingen;
f)
indien de administrateur niet of niet genoegzaam uitvoering heeft gegeven aan een aanwijzing of een aanzegging van de Autoriteit Financiële Markten als bedoeld in artikel 33 respectievelijk artikel 34; of
g)
indien de administrateur niet binnen een door de Autoriteit Financiële Markten vast te stellen termijn met zijn bedrijf daadwerkelijk een aanvang heeft gemaakt.
2
De intrekking wordt door de Autoriteit Financiële Markten bij deurwaardersexploot aan de betrokkene betekend.
Artikel
23
1
Een administrateur waarvan de vergunning is ingetrokken wordt op verzoek van de Autoriteit Financiële Markten door het gerecht ontbonden. Het gerecht wijst één of meer vereffenaars aan.
2
De Autoriteit Financiële Markten brengt desgevraagd verslag uit aan Onze Minister omtrent een administrateur van welke de vergunning is ingetrokken.
Hoofdstuk
V
Het register voor beleggingsinstellingen en administrateurs
Artikel
24
1
De Autoriteit Financiële Markten houdt een register voor beleggingsinstellingen en administrateurs, waarvan de inrichting in twee hoofdafdelingen als volgt is vastgesteld:
–
Afdeling I – Beleggingsinstellingen
–
Afdeling II – Administrateurs
De Autoriteit Financiële Markten kan de hoofdafdelingen onderverdelen in onderafdelingen voor de door de Autoriteit Financiële Markten te onderscheiden categorieën beleggingsinstellingen en administrateurs.
Een beleggingsinstelling of administrateur waarvan krachtens artikel 3, respectievelijk artikel 14 een vergunning is verleend, wordt door de Autoriteit Financiële Markten per gelijke datum als waarop de vergunning is verleend, door de Autoriteit Financiële Markten ingeschreven in het register. Inschrijving in meer dan in hoofdafdeling onderscheidenlijk onderafdeling vindt niet plaats.
2
De inschrijving van een beleggingsinstelling of administrateur waarvan de vergunning is ingetrokken wordt doorgehaald.
3
De inschrijving van een beleggingsinstelling of administrateur alsmede de doorhaling worden binnen twee weken na de dag, waarop zij heeft plaatsgehad, medegedeeld in de Staatscourant.
4
De Autoriteit Financiële Markten kan bepalen dat de in het derde lid bedoelde mededeling van een doorhaling tot een nader door haar te bepalen tijdstip wordt aangehouden indien openbaarmaking ernstige schade aan de belangen van de deelnemers of belanghebbenden zou kunnen toebrengen.
5
In de maand januari van elk jaar wordt een lijst van de ingeschreven beleggingsinstellingen en administrateurs naar de stand per 31 december van het voorafgaande jaar in de Staatscourant geplaatst.
6
De Autoriteit Financiële Markten houdt een afschrift van het register voor een ieder kosteloos ter inzage.
Hoofdstuk
VI
Geheimhoudingsplicht en uitwisseling van gegevens of inlichtingen betreffende beleggingsinstellingen en administrateurs
Artikel
25
1
Het is aan een ieder die uit hoofde van de toepassing van deze wet of krachtens deze wet genomen besluiten enige taak vervult, verboden van gegevens of inlichtingen, ingevolge deze wet verstrekt of van een instantie als bedoeld in artikel 28, ontvangen, of van gegevens of inlichtingen, bij het onderzoek van boeken, bescheiden of andere informatiedragers, verkregen, verder of anders gebruik te maken of daaraan verder of anders bekendheid te geven dan voor de uitoefening van zijn taak of door deze wet wordt geëist.
2
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid is de Autoriteit Financiële Markten bevoegd ter handhaving van een gezonde financiële sector aangifte te doen van een vermoeden van een strafbaar feit. In de gevallen waarin door de Autoriteit Financiële Markten aangifte is gedaan, dan wel in de gevallen waarin de Autoriteit Financiële Markten wordt geroepen om als getuige of deskundige op te treden, is de Autoriteit Financiële Markten bevoegd in het kader van de opsporing, het gerechtelijk vooronderzoek of de behandeling ter terechtzitting, inlichtingen te verschaffen.
Artikel
26
Met het oog op een adequate werking van de financiële markten en de positie van de beleggers op die markten, kan de Autoriteit Financiële Markten, voor zover nodig in afwijking van artikel 25, ter openbare kennis brengen:
a.
zijn weigering om een aangevraagde vergunning te verlenen wanneer deze weigering niet meer in beroep kan worden getroffen; of
b.
het feit dat een beleggingsinstelling of administrateur die naar haar oordeel onder het verbod van artikel 3, respectievelijk artikel 14 valt, niet over een vergunning beschikt.
Artikel
27
De Autoriteit Financiële Markten kan, in afwijking van artikel 25, periodiek met gebruikmaking van gegevens of inlichtingen verkregen bij de vervulling van de haar ingevolge deze wet opgedragen taak mededeling doen van de voornaamste gegevens, mits deze niet worden herleid tot afzonderlijke beleggingsinstellingen of afzonderlijke administrateurs. Met schriftelijke toestemming van de beleggingsinstelling of de administrateur die het aangaat, worden gegevens met betrekking tot afzonderlijke beleggingsinstellingen of administrateurs wel gepubliceerd.
Artikel
28
De Autoriteit Financiële Markten is, in afwijking van artikel 25, bevoegd om gegevens of inlichtingen verkregen bij de vervulling van de haar ingevolge deze wet opgedragen taak, te verstrekken aan het bevoegd gezag dat in de openbare lichamen, andere delen van het Koninkrijk of in andere Staten is belast met het toezicht op financiële markten of op natuurlijke personen en rechtspersonen die op die markten werkzaam zijn, tenzij:
a.
het doel waarvoor de gegevens of inlichtingen zullen worden gebruikt onvoldoende bepaald is;
b.
het beoogde gebruik van de gegevens of inlichtingen niet past in het kader van het toezicht op financiële markten of op natuurlijke personen en rechtspersonen die op die markten werkzaam zijn;
c.
de verstrekking van de gegevens of inlichtingen zich niet zou verdragen met de wet of de openbare orde onderscheidenlijk betrekking hebben op individuele beleggers;
d.
de geheimhouding van de gegevens of inlichtingen niet in voldoende mate is gewaarborgd;
e.
de verstrekking van de gegevens of inlichtingen redelijkerwijs in strijd is of zou kunnen komen met de belangen die deze wet beoogt te beschermen; of
f.
onvoldoende is gewaarborgd dat de gegevens of inlichtingen niet zullen worden gebruikt voor een ander doel dan waarvoor deze worden verstrekt.
Artikel
29
De Autoriteit Financiële Markten is bevoegd, in het kader van toezicht uitoefening onderzoeken van buitenlandse instanties die met het toezicht op beleggingsinstellingen of administrateurs zijn belast, toe te laten bij in de openbare lichamen gevestigde beleggingsinstellingen of administrateurs die onder geconsolideerd toezicht staan van genoemde toezichthouders. De Autoriteit Financiële Markten zal in voorkomend geval tevoren voorwaarden stellen aan onderscheidenlijk aanwijzingen geven voor de uitvoering van deze toezichtwerkzaamheden. De functionarissen van de buitenlandse instanties die met het toezicht op beleggingsinstellingen of administrateurs zijn belast, zijn gehouden de aanwijzingen van de Autoriteit Financiële Markten stipt te volgen.
Hoofdstuk
VII
Bepalingen van bijzondere aard betreffende beleggingsinstellingen en administrateurs
Artikel
30
De Autoriteit Financiële Markten kan bepalen dat een vergunning op grond van deze wet wordt geweigerd of ingetrokken, of dat aan de vergunning beperkingen worden gesteld en voorschriften worden verbonden, dan wel dat de eerder gestelde beperkingen en gegeven voorschriften worden gewijzigd, indien:
a)
de beleggingsinstelling of haar beheerder of de administrateur zijn zetel heeft in een Staat, waar in de openbare lichamen gevestigde financiële instellingen niet worden toegelaten of aan onredelijke beperkingen worden onderworpen; of
b)
een natuurlijke persoon of rechtspersoon met de nationaliteit van een onder a bedoelde Staat rechtstreeks of middellijk overwegende zeggenschap kan uitoefenen in de beleggingsinstelling of de administrateur.
Artikel
31
[Vervallen]
Artikel
32
1
De aanvrager van een besluit op grond van deze wet is voor het in behandeling nemen van de aanvraag een vergoeding verschuldigd van de met de behandeling van de aanvraag verband houdende kosten.
2
Bij ministeriële regeling worden de tarieven vastgesteld ter vergoeding van de in het eerste lid bedoelde kosten.
3
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de doorberekening van kosten, verband houdend met de uitvoering van deze wet.
Hoofdstuk
VIII
Uitvoering, Toezicht en Opsporing
Artikel
33
Indien de beleggingsinstelling waaraan een vergunning is verleend of de bewaarder, indien aan de beleggingsinstelling verbonden, respectievelijk de administrateur niet blijkt te voldoen aan de bij en krachtens deze wet gestelde eisen, regels, beperkingen of gegeven voorschriften, kan de Autoriteit Financiële Markten aan de beleggingsinstelling instelling of de bewaarder respectievelijk de administrateur een aanwijzing geven om binnen een door haar te stellen termijn daaraan alsnog te voldoen.
Artikel
34
1
Indien bijzondere gebeurtenissen een adequate functionering van de beleggingsinstelling of de bewaarder respectievelijk de administrateur in gevaar brengen en naar het oordeel van de Autoriteit Financiële Markten versterking van de organen van de beleggingsinstelling of de bewaarder respectievelijk de administrateur wenselijk maken, kan de Autoriteit Financiële Markten schriftelijk aanzeggen dat vanaf een bepaald tijdstip alle of bepaalde organen van de beleggingsinstelling of van de bewaarder respectievelijk de administrateur hun bevoegdheden slechts mogen uitoefenen na goedkeuring door één of meer door de Autoriteit Financiële Markten aangewezen personen en met inachtneming van de opdrachten van deze personen.
2
Indien de Autoriteit Financiële Markten meent dat de bijzondere gebeurtenissen onverwijld ingrijpen noodzakelijk maakt kan zij in afwijking van het bepaalde in het eerste lid onmiddellijk aan de beleggingsinstelling of de bewaarder respectievelijk de administrateur een met redenen omklede aanzegging doen die terstond van kracht wordt.
3
Met betrekking tot de in het eerste en tweede lid bedoelde aanzegging is het volgende van toepassing:
a)
de organen zijn verplicht de door de Autoriteit Financiële Markten aangewezen personen alle medewerking te verlenen;
b)
de Autoriteit Financiële Markten kan de organen toestaan bepaalde handelingen zonder toestemming te verrichten;
c)
de Autoriteit Financiële Markten kan de aangewezen personen te allen tijde door andere vervangen;
d)
voor schade ten gevolge van handelingen welke zijn verricht in strijd met een aanzegging als bedoeld in het eerste lid zijn degenen, die deze handelingen als orgaan van de beleggingsinstelling of van de bewaarder respectievelijk de administrateur verrichten, persoonlijk aansprakelijk tegenover de beleggingsinstelling of de bewaarder respectievelijk de administrateur. De beleggingsinstelling of de bewaarder respectievelijk de administrateur kan de ongeldigheid van deze handelingen inroepen, indien de wederpartij wist, dat de vereiste goedkeuring ontbrak of daarvan niet onkundig kon zijn; en
e)
de aanzegging blijft van kracht totdat de in het eerste lid bedoelde omstandigheden niet langer aanwezig zijn, doch voor ten hoogste twee jaar.
Artikel
35
1
De Autoriteit Financiële Markten kan degene die niet of niet tijdig voldoet aan zijn uit deze wet voortvloeiende verplichtingen, een boete opleggen.
2
De hoogte van de boete voor de verscheidene overtredingen wordt bepaald bij algemene maatregel van bestuur, met dien verstande dat de boete voor een afzonderlijke overtreding ten hoogste USD 25.000 bedraagt.
3
Alvorens over te gaan tot oplegging van een boete stelt de Autoriteit Financiële Markten betrokkene schriftelijk op de hoogte van het voornemen hem een boete op te leggen, onder vermelding van de gronden waarop dat voornemen berust.
Artikel
36
1
Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze wet bepaalde zijn belast de daartoe bij besluit van de Autoriteit Financiële Markten aangewezen personen.
2
Van een besluit als bedoeld in het eerste lid wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.
Met de opsporing van de in deze wet strafbaar gestelde feiten zijn, naast de in artikel 184 van het Wetboek van Strafvordering BES bedoelde ambtenaren, belast de daartoe bij besluit van Onze Minister van Justitie in overeenstemming met Onze Minister aangewezen ambtenaren.
2
Van een besluit als bedoeld in het eerste lid wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.
Opzettelijk handelen in strijd met de voorschriften bedoeld in het eerste lid, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste vier jaar en een geldboete van de vijfde categorie, dan wel met één van deze straffen.
3
De in het eerste lid strafbaar gestelde feiten zijn overtredingen. De in het tweede lid strafbaar gestelde feiten zijn misdrijven.
Hoofdstuk
X
Slotbepalingen
Artikel
39
1
De Autoriteit Financiële Markten stelt jaarlijks een begroting, een jaarrekening en een jaarverslag op terzake van de haar op grond van deze wet opgedragen taken en de daaruit voortvloeiende werkzaamheden. De artikelen 1:30 tot en met 1:33, 1:35 en 1:36 van de Wet op het financieel toezicht zijn van overeenkomstige toepassing.
2
Tegen besluiten van Onze Minister inzake instemming met de begroting of de jaarrekening staat geen beroep open.
Artikel
40
De Autoriteit Financiële Markten verstrekt Onze Minister desgevraagd de gegevens of inlichtingen die deze behoeft om zich over de uitvoering van deze wet in de praktijk of over de uitvoerbaarheid van beleidsvoornemens of voorgenomen wettelijke voorschriften een oordeel te vormen.
Artikel
41
Deze wet wordt aangehaald als: Wet toezicht beleggingsinstellingen en administrateurs BES.