Wet zorginstellingen BES

Wet zorginstellingen BES

Hoofdstuk

1

Begripsbepalingen

Artikel

1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    bestuurscollege : het bestuurscollege van elk der openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

  • b.

    eilandelijke Raad voor de Volksgezondheid: de desbetreffende eilandelijke Raad voor de Volksgezondheid, bedoeld in artikel 20 van de Landsverordening raden voor de volksgezondheid (P.B. 2005, no. 50);

  • c.

    gedraging: enig handelen of nalaten alsmede het nemen van een besluit dat gevolgen heeft voor een patiënt;

  • d.

    Inspectie: de Inspectie voor de Volksgezondheid, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet inspectie voor de Volksgezondheid BES;

  • e.

    medisch apparaat: een apparaat bestemd voor diagnostiek of therapie en alle daarmee verbonden toestellen, dat wordt gebruikt of bestemd is te worden gebruikt in een zorginstelling;

  • f.

    Onze Minister: Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

  • g.

    patiënt: een natuurlijk persoon aan wie een zorgaanbieder zorg verleent of heeft verleend;

  • h.

    Raad voor de Volksgezondheid: de Raad voor de Volksgezondheid, bedoeld in artikel 2 van de Landsverordening raden voor de volksgezondheid (P.B. 2005, no. 50);

  • i.

    zorg: het handelen van medische beroepsbeoefenaren, waaronder het verrichten van onderzoek, het stellen van diagnose of het behandelen, verplegen of verzorgen van een persoon met ziekten of gebreken in intramuraal, semimuraal of extramuraal verband;

  • j.

    zorgaanbieder:

    • 1°.

      de natuurlijke- of rechtspersoon die een zorginstelling in stand houdt;

    • 2°.

      de natuurlijke- of rechtspersonen die gezamenlijk een zorginstelling vormen;

  • k.

    zorginstelling: een organisatorisch verband dat strekt tot verlening van zorg, met uitzondering van een organisatorisch verband waar zorg wordt verleend als deel van de in een ander organisatorisch verband verleende zorg;

  • l.

    ziekenhuisvoorziening: een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen zorginstelling.

Artikel

2

In geval sprake is van een zorgaanbieder als bedoeld in artikel 1, onderdeel j, onder 2°, richten de uit deze wet voortvloeiende verplichtingen zich tot ieder van de in dat onderdeel bedoelde personen.

Hoofdstuk

2

Vergunningstelsel

Artikel

3

Onverminderd uit hoofde van andere wet- of regelgeving vereiste vergunningen, is het verboden zonder een daartoe strekkende vergunning van het bestuurscollege:

  • a.

    een zorginstelling te bouwen, verbouwen of aan te bouwen;

  • b.

    een bestaand bouwwerk in gebruik te nemen als zorginstelling;

  • c.

    een zorginstelling te exploiteren;

  • d.

    wijziging te brengen in de bestemming van een zorginstelling of een onderdeel daarvan;

  • e.

    in een zorginstelling medisch onderzoek of behandeling, verpleging of verzorging dan wel daarmee samenhangende prestaties te verrichten of te doen verrichten;

  • f.

    medische apparaten aan te schaffen voor een zorginstelling of in een zorginstelling te gebruiken dan wel te doen gebruiken die een nader bij ministeriële beschikking met algemene werking vast te stellen bedrag overschrijden.

  • 2.

    Een vergunning wordt verleend op een daartoe strekkende aanvraag van de verzoeker. Aan de vergunning kunnen voorschriften worden verbonden ten aanzien van functie en omvang van een zorginstelling of een medisch apparaat. Een vergunning kan onder beperkingen worden verleend. Deze voorschriften kunnen mede betrekking hebben op de in een zorginstelling of de bij het gebruik van een medisch apparaat te betrachten veiligheid. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld ten aanzien van de in dit lid bedoelde voorschriften en beperkingen.

  • 3.

    Een aanvraag om een vergunning wordt door de verzoeker bij het bestuurscollege ingediend.

  • 4.

    Geen vergunning is vereist indien een medisch apparaat dient ter vervanging van bestaande apparatuur en die vervanging geen verhoging van het voor het gebruik van het desbetreffende apparaat in rekening te brengen tarief tot gevolg heeft. Een zodanige vervanging wordt door de zorginstelling binnen drie maanden nadat de vervanging plaatsvond, gemeld aan het bestuurscollege.

  • 5.

    Bij ministeriële regeling worden regels gesteld, inhoudende welke gegevens met het oog op de vergunning, bedoeld in het eerste lid, dienen te worden verstrekt. Daarbij kunnen regels worden gesteld betreffende de wijze van indienen van die gegevens.

  • 6.

    De aanvrager is voor de behandeling van de aanvraag om een vergunning een bij ministeriële regeling vast te stellen vergoeding verschuldigd.

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Het bestuurscollege draagt zorg dat zo spoedig mogelijk doch in ieder geval binnen vier weken na de vaststelling van de krachtens de artikelen 3, eerste lid, en 5, tweede lid, vastgestelde beschikkingen:

  • a.

    deze in afschrift worden gezonden aan de Inspectie en aan de instanties, genoemd in artikel 4, die advies hebben uitgebracht;

  • b.

    deze worden bekendgemaakt in de Staatscourant.

Artikel

7

Bij ministeriële regeling worden, gehoord de desbetreffende eilandelijke raad voor de volksgezondheid, richtlijnen vastgesteld ten aanzien van de behoefte aan zorginstellingen en de wijze waarop in die behoefte kan worden voorzien.

Hoofdstuk

3

Zorginstellingen

§

1

Kwaliteit van de zorg

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

11

Een zorginstelling richt de administratie, waaronder in ieder geval de medische- en de financiële administratie, op zodanige wijze in, dat te allen tijde inzicht kan worden verkregen in het functioneren van de zorginstelling.

Artikel

12

Artikel

13

§

2

Klachtenregeling

Artikel

14

§

3

Ziekenhuisvoorzieningen

Artikel

15

Artikel

16

Artikel

17

§

4

Beroepsuitoefening in ziekenhuisvoorzieningen

Artikel

18

Onderzoek en behandeling in een ziekenhuisvoorziening worden verleend door geneeskundigen, in samenwerking met verpleegkundigen, paramedische beroepsbeoefenaren en deskundigen uit andere disciplines.

  • 2.

    Een ziekenhuisvoorziening draagt zorg dat elke geneeskundige de ziektegeschiedenis van iedere onder zijn behandeling zijnde patiënt bijhoudt. De gegevens van een patiënt zijn voor zover zij voor de medebehandeling of de overname van de behandeling van belang zijn, toegankelijk voor andere in de ziekenhuisvoorziening werkzame geneeskundigen.

  • 3.

    De in een ziekenhuisvoorziening aangeboden medische specialismen worden slechts uitgeoefend door geneeskundigen die over de daarvoor vereiste deskundigheid beschikken.

  • 4.

    De in een ziekenhuisvoorziening werkzame geneeskundigen worden in de desbetreffende ziekenhuisvoorziening toegelaten op basis van een overeenkomst waarin de rechten en plichten van de geneeskundige zijn neergelegd.

  • 5.

    Elke in een ziekenhuisvoorziening werkzame geneeskundige is gehouden deel te nemen aan de in de ziekenhuisvoorziening ontwikkelde of nog te ontwikkelen activiteiten ter zake van kwaliteitsbewaking.

Artikel

19

Artikel

20

De verpleegafdelingen alsmede de op medisch gebied assisterende afdelingen in een ziekenhuisvoorziening functioneren volgens door het dagelijks bestuur schriftelijk vastgelegde en goedgekeurde regels inzake de organisatie van deze afdelingen. Deze regels bevatten mede voorschriften ten aanzien van de kwaliteitsbewaking.

Artikel

21

§

5

Laboratoria

Artikel

22

Een laboratorium wordt slechts toegelaten tot het verlenen van zorgondersteunende werkzaamheden en mag deze werkzaamheden slechts verrichten indien wordt voldaan aan bij algemene maatregel van bestuur te stellen criteria.

Hoofdstuk

4

Toezicht en opsporing

Hoofdstuk

5

Strafbepalingen

Artikel

25

Hoofdstuk

6

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

26

Een ieder die is betrokken bij de uitvoering van deze wet en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit.

Artikel

27

Artikel

28

Bij algemene maatregel van bestuur kan, met betrekking tot daarbij aan te wijzen zorginstellingen worden bepaald, dat een of meer bepalingen van deze wet, al dan niet tijdelijk, niet van toepassing is of zullen zijn op die zorginstellingen.

Artikel

29

Artikel 3, eerste lid, vindt geen toepassing ten aanzien van zorginstellingen en medische apparaten die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet reeds aanwezig en in gebruik zijn, behoudens latere wijzigingen of aanschaffingen.

Artikel

30

Zorginstellingen waarvan de statuten, de inrichting of de structuur niet voldoen aan het bepaalde bij of krachtens deze wet, dragen zorg dat binnen ten hoogste zes maanden na het in werking treden van deze wet de vereiste aanpassingen worden aangebracht.

Artikel

31

[wijzigt de Landsverordening Organisatie Landsoverheid (P.B. 2001, no. 75)]

Artikel

31a

[wijzigt de Tijdelijke wet beperking vestiging medische beroepsbeoefenaren (P.B. 2005, no. 69)]

Artikel

32

Deze wet treedt in werking op een bij landsbesluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel

33

Deze wet wordt aangehaald als: Wet zorginstellingen BES.