Wet van 30 september 2010 tot invoering van een nieuw griffierechtenstelsel in burgerlijke zaken (Wet griffierechten burgerlijke zaken)

Wet griffierechten burgerlijke zaken

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet tarieven in burgerlijke zaken te vervangen door een nieuwe regeling en dat in verband hiermee ook enkele andere wetten dienen te worden gewijzigd;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goed gevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Artikel

2

De bedragen die genoemd zijn in deze wet en in de tabel die als bijlage bij deze wet is gevoegd, kunnen jaarlijks met ingang van 1 januari bij regeling van Onze Minister worden gewijzigd, voor zover de consumentenprijsindex daartoe aanleiding geeft.

Hoofdstuk

2

De heffing van griffierechten bij de rechtbanken, de gerechtshoven en de Hoge Raad

§

1

De griffierechten in zaken die bij dagvaarding of met een verzoekschrift worden ingeleid en in vorderingszaken en verzoekzaken bij de Hoge Raad

Artikel

3

Artikel

3a

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

9a

Artikel

10

Artikel

11

Artikel

12

Artikel

13

Artikel

14

Artikel

15

Artikel

16

Artikel

17

Artikel

18

Artikel

19

Artikel

19a

Artikel

20

Artikel

21

Artikel

22

§

2

De heffing van griffierechten voor inschrijving van de huwelijkse voorwaarden of de voorwaarden van een geregistreerd partnerschap, legalisatie van handtekeningen, afgifte van apostilles en voor beëdigingen

Artikel

23

Artikel

24

Geen griffierecht wordt geheven van openbare colleges en van ambtenaren van openbare lichamen voor de afgifte van afschriften of uittreksels van stukken, of de legalisaties van handtekeningen dan wel afgifte van apostilles als bedoeld in artikel 23, derde lid, voor zover zij deze stukken behoeven voor de waarneming van de dienst.

Artikel

25

Hoofdstuk

3

Reis- en verblijfkosten

Artikel

26

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen de bedragen worden vastgesteld, welke wegens werkzaamheden, tijdverzuim en daarmede verband houdende noodzakelijke kosten, en wegens reis- en verblijfkosten toekomen aan:

  • a.

    houders of bewaarders van stukken, die opgeroepen worden om stukken, welke onder hun berusting of bewaring zijn, voor de rechter te brengen;

  • b.

    deskundigen, en

  • c.

    getuigen.

Artikel

27

Verschotten voor advertenties, exploten en oproepingen anders dan per post die door de griffier vooruitbetaald zijn, worden door belanghebbenden terugbetaald.

Hoofdstuk

4

De betaling van de griffierechten en verschotten en het verzet tegen de beslissing tot heffing van griffierechten en verschotten

Artikel

28

Voor de voldoening van het griffierecht en de verschotten zijn medeaansprakelijk de advocaten of gemachtigden van de desbetreffende partijen of van de desbetreffende belanghebbenden.

Artikel

29

Artikel

30

Hoofdstuk

5

Intrekking van of wijzigingen in andere wetten

Artikel

32

Wijzigt het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

Artikel

33

Wijzigt de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften.

Artikel

34

Wijzigt de Advocatenwet.

Artikel

35

Wijzigt de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel

36

Wijzigt de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen.

Artikel

37

Wijzigt de Belemmeringenwet Landsverdediging.

Artikel

38

Wijzigt de Belemmeringenwet Privaatrecht.

Artikel

39

Wijzigt de Faillissementswet.

Artikel

40

Wijzigt de Gerechtsdeurwaarderswet.

Artikel

41

Wijzigt de Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Artikel

42

Wijzigt de Oorlogswet voor Nederland.

Artikel

43

Wijzigt de Reconstructiewet Midden-Delfland.

Artikel

44

Wijzigt de Uitvoeringswet EG-executieverordening.

Artikel

45

Wijzigt de Uitvoeringswet grondkamers.

Artikel

45a

Wijzigt de Uitvoeringswet verordening Europese betalingsbevelprocedure.

Artikel

45b

Wijzigt de Uitvoeringswet verordening Europese procedure voor geringe vorderingen.

Artikel

46

Wijzigt de Uitvoeringswet Verdrag Nederland-Duitsland ter verdere vereenvoudiging van het rechtsverkeer i.v.m. Rechtsvorderingsverdrag 1954.

Artikel

47

Wijzigt de Uitvoeringswet Verdrag Nederland-Oostenrijk tot vereenvoudiging van het rechtsverkeer in verband met het Rechtsvorderingsverdrag 1954.

Artikel

48

Wijzigt de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften.

Artikel

49

Wijzigt de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg.

Artikel

50

Wijzigt de Wet op de Parlementaire Enquête 2008.

Artikel

51

Wijzigt de Wet op de rechtsbijstand.

Artikel

52

Wijzigt de Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag.

Artikel

53

Wijzigt de Wet op het Notarisambt.

Artikel

54

Wijzigt de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie.

Artikel

54a

Wijzigt de Wet tijdelijk huisverbod.

Artikel

55

Wijzigt de Wet tarieven in strafzaken.

Artikel

56

Wijzigt het Wetboek van Strafvordering.

Hoofdstuk

5

Slotbepalingen

Artikel

56a

Vervallen

Artikel

57

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen dan wel subonderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel

58

Deze wet wordt aangehaald als: Wet griffierechten burgerlijke zaken.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin
De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten

Bijlage

behorend bij de wet

Griffierechten voor kantonzaken bij de rechtbank

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek:

– van onbepaalde waarde of

– met een beloop van niet meer dan € 500

€ 130

€ 87

€ 87

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 500 en niet meer dan € 1.500

€ 328

€ 218

€ 87

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 1.500 en niet meer dan € 2.500

€ 372

€ 248

€ 87

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 2.500 en niet meer dan € 5.000

€ 496

€ 248

€ 87

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 5.000 en niet meer dan € 12.500

€ 524

€ 248

€ 87

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 12.500

€ 1.409

€ 706

€ 87

Griffierechten voor andere zaken dan kantonzaken bij de rechtbank

Zaken als bedoeld in artikel 32a, eerste lid, eerste volzin, Rv:

€ 18.287

€ 18.287

n.v.t.

Zaken als bedoeld in artikel 32a, derde lid

Rv:

€ 9.143

€ 9.143

n.v.t.

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek van onbepaalde waarde

€ 688

€ 320

€ 87

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van niet meer dan € 100.000

€ 2.889

€ 1.325

€ 87

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 100.000 en niet meer dan € 1.000.000

€ 6.617

€ 2.626

€ 87

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 1.000.000

€ 9.825

€ 2.626

€ 87

Griffierechten bij de Gerechtshoven

Zaken als bedoeld in artikel 32a, eerste lid, eerste volzin, Rv en artikel 1064a, eerste lid,

tweede volzin, Rv:

€ 24.382

€ 24.382

n.v.t.

Zaken als bedoeld in artikel 32a, derde lid

Rv:

€ 12.191

€ 12.191

n.v.t.

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek:

– van onbepaalde waarde of

– met een beloop van niet meer dan € 12.500

€ 798

€ 349

€ 349

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 12.500 en niet meer dan € 100.000

€ 2.175

€ 798

€ 349

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 100.000 en niet meer dan € 1.000.000

€ 6.561

€ 2.053

€ 349

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 1.000.000

€ 13.124

€ 2.053

€ 349

Griffierechten bij de Hoge Raad

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek:

– van onbepaalde waarde of

– met een beloop van niet meer dan € 12.500

€ 873

€ 361

€ 361

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 12.500 en niet meer dan € 100.000

€ 2.897

€ 873

€ 361

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 100.000 en niet meer dan € 1.000.000

€ 8.206

€ 2.463

€ 361

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 1.000.000

€ 16.410

€ 2.463

€ 361