Regeling DBC GGZ Validatie

Ingevolge artikel 36, 62 en 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), is de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) bevoegd tot het stellen van regels op het gebied van het registreren en declareren van DBC’s.

1

Reikwijdte

Deze regeling is van toepassing op gebudgetteerde en niet-gebudgetteerde zorgaanbieders als bedoeld in de beleidsregel ‘Overgang curatieve GGZ naar Zvw en invoering DBC’s’ die tweedelijns curatieve geestelijke gezondheidszorg (GGZ) leveren als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (Zvw).

2

Doel van de regeling

Deze regeling verplicht zorgaanbieders om ten behoeve van de registratie en declaratie van DBC’s in hun registratie en declaratiesoftware een validatiemodule op te nemen. De zorgaanbieder hanteert de validatiemodule als instrument om de betrouwbaarheid van DBC’s te toetsen en de juistheid van de registratie te verifiëren.

3

Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

4

Inhoud en uitwerking van de regeling

5

Intrekking oude regel(s)

De voorliggende regeling betreft een wijziging (en dient ter vervanging) van de eerder vastgestelde, maar niet in werking getreden regeling DBC GGZ Validatie, met kenmerk NR/CU-510.

Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze regeling wordt de regeling DBC GGZ Validatie, met kenmerk NR/CU-501 ingetrokken.

De Raad van Bestuur van de Nederlandse Zorgautoriteit, T.W. Langejan, voorzitter.