Wet van 7 juli 2006, houdende regels inzake marktordening, doelmatigheid en beheerste kostenontwikkeling op het gebied van de gezondheidszorg (Wet marktordening gezondheidszorg)

Wet marktordening gezondheidszorg

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regels te stellen inzake de ontwikkeling en ordening van markten op het gebied van de gezondheidszorg en het toezicht daarop, mede met het oog op een doelmatig en doeltreffend stelsel van de zorg en de beheersing van de kostenontwikkeling van de zorg, en dat het tevens wenselijk is in verband met de informatieachterstand van de consument en het machtsverschil tussen partijen in de zorg, de positie van de consument te beschermen en te bevorderen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

1

Inleidende bepalingen

Artikel

1

Artikel

2

Hoofdstuk

2

De Nederlandse Zorgautoriteit

Paragraaf

2.1

Algemene bepalingen

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Vervallen

Artikel

7

Artikel

8

Alvorens Onze Minister overeenkomstig artikel 7, eerste lid, onder b, een aanwijzing vaststelt, deelt hij de zakelijke inhoud van het voorgenomen besluit schriftelijk mede aan de beide kamers der Staten-Generaal. Hij stelt het besluit niet eerder vast dan nadat 30 dagen zijn verstreken na die mededeling. Van de vaststelling doet Onze Minister mededeling door plaatsing in de Staatscourant.

Artikel

9

Vervallen

Artikel

10

Vervallen

Paragraaf

2.2

Planning, verslaglegging en financiering

Artikel

11

Artikel

12

Artikel

13

Vervallen

Artikel

14

Hoofdstuk

3

Taken en bevoegdheden Nederlandse Zorgautoriteit

Paragraaf

3.1

Algemeen

Artikel

16

De zorgautoriteit is belast met:

Artikel

17

Artikel

18

Artikel

19

Artikel

20

Artikel

21

Artikel

22

Artikel

22a

Artikel

23

Paragraaf

3.2

Toezicht Zorgverzekeringswet

Artikel

24

Artikel

25

Artikel

26

Artikel

27

Paragraaf

3.3

Toezicht Wet langdurige zorg

Artikel

28

Artikel

29

Artikel

30

Artikel

31

De zorgautoriteit kan regels stellen met betrekking tot:

Paragraaf

3.4

Toezicht socialezekerheidsverordening

Artikel

31a

Artikel

31b

Artikel

31c

De zorgautoriteit kan regels stellen met betrekking tot de controle door het orgaan van de woonplaats, het orgaan van de verblijfplaats of het bevoegd orgaan.

Artikel

31d

Artikel

31e

Hoofdstuk

4

Marktontwikkeling en -ordening

Paragraaf

4.1

Marktonderzoek

Artikel

32

Artikel

33

De zorgautoriteit kan haar bevindingen op grond van het onderzoek, bedoeld in artikel 32, openbaar maken, met uitzondering van gegevens en inlichtingen die naar hun aard vertrouwelijk zijn.

Paragraaf

4.2

Algemene verplichtingen van zorgaanbieders en ziektekostenverzekeraars

Artikel

34

Artikel

35

Artikel

35a

Het is een zorgaanbieder verboden een bedrag als bedoeld in artikel 56a in rekening te brengen:

  • a.

    dat hoger is dan het bedrag dat als bijdrage voor de beschikbaarheid van de desbetreffende zorg op grond van artikel 56a, eerste lid, is vastgesteld;

  • b.

    anders dan op de wijze die overeenkomstig deze wet is vastgesteld.

Artikel

35b

Het is een ziektekostenverzekeraar verboden een bedrag als bedoeld in artikel 56b in rekening te brengen:

  • a.

    dat hoger is dan het bedrag dat voor de betrokken vereffening op grond van artikel 56b, eerste lid, is vastgesteld;

  • b.

    anders dan op de wijze die overeenkomstig deze wet is vastgesteld.

Artikel

36

Artikel

36a

Artikel

37

Artikel

38

Artikel

39

Artikel

40

Artikel

40a

Artikel

40b

Artikel

41

Artikel

42

Artikel

43a

De artikelen 41, vierde lid, en 43 zijn van overeenkomstige toepassing op verzekeringsovereenkomsten tussen een ziektekostenverzekeraar en een consument die worden gesloten anders dan door middel van een overeenkomst op afstand.

Artikel

44

Het bepaalde bij of krachtens de artikelen 36 en 38 tot en met 43a is mede van toepassing ten aanzien van degene die voor een zorgaanbieder of ziektekostenverzekeraar een administratie voert alsmede ten aanzien van degene die een administratie voert ten behoeve van of in verband met het aanbieden, overeenkomen, leveren, in rekening brengen, betalen of vergoeden aan derden van een prestatie of een tarief of het ontvangen van een betaling.

Paragraaf

4.2.a

Invloed op overeenkomsten

Artikel

45

De zorgautoriteit kan, met het oog op de inzichtelijkheid van de zorgmarkten, de bevordering van de concurrentie of de tijdige signalering van risico’s voor de continuïteit van de bij de algemene maatregel van bestuur aangewezen vormen van zorg als bedoeld in artikel 56a, eerste lid, regels stellen betreffende de wijze van totstandkoming van overeenkomsten met betrekking tot zorg of tarieven en betreffende de voorwaarden in die overeenkomsten.

Artikel

46

De zorgautoriteit kan bij het vaststellen van een regel op grond van deze wet bepalen dat overeenkomsten in strijd met die regel nietig zijn indien en voor zover deze niet zijn aangepast binnen een door de zorgautoriteit te stellen termijn.

Paragraaf

4.3

Ontwikkeling zorgverzekeringsmarkt, zorgverleningsmarkt en zorginkoopmarkt

Artikel

47

In de artikelen 48 en 49 wordt onder aanmerkelijke marktmacht verstaan de positie van een of meer zorgaanbieders of ziektekostenverzekeraars om alleen dan wel gezamenlijk de ontwikkeling van daadwerkelijke concurrentie op de Nederlandse markt of een deel daarvan te kunnen belemmeren door de mogelijkheid zich in belangrijke mate onafhankelijk te gedragen van:

  • a.

    zijn concurrenten;

  • b.

    ziektekostenverzekeraars, indien het een zorgaanbieder betreft;

  • c.

    zorgaanbieders, indien het een zorgaanbieder betreft;

  • d.

    zorgaanbieders, indien het een ziektekostenverzekeraar betreft, of

  • e.

    consumenten.

Artikel

48

Artikel

49

Artikel

49a

Artikel

49b

Artikel

49c

Artikel

49d

Paragraaf

4.4

Vaststelling van tarieven en prestatiebeschrijvingen

Artikel

49e

Artikel

50

Artikel

52

De zorgautoriteit past artikel 50, eerste lid, onderdelen b en c, toe:

  • a.

    op aanvraag van een zorgaanbieder en een ziektekostenverzekeraar, indien zij een tarief zijn overeengekomen. Het vastgestelde tarief geldt voor alle gevallen waarin de zorgaanbieder het tarief in rekening brengt aan de ziektekostenverzekeraar of aan degene die bij deze voor de prestatie waarop het tarief van toepassing is, is verzekerd;

  • b.

    op aanvraag van een zorgaanbieder of een ziektekostenverzekeraar dan wel ambtshalve, indien op een ingevolge onderdeel a gedane aanvraag afwijzend is beslist. De tweede volzin van onderdeel a is met betrekking tot dat tarief van overeenkomstige toepassing;

  • c.

    op aanvraag van een zorgaanbieder of van een ziektekostenverzekeraar, indien een overeenkomst als bedoeld in onderdeel a niet tot stand komt. Bij de vaststelling bepaalt de zorgautoriteit in welke gevallen het tarief geldt;

  • d.

    op aanvraag van een zorgaanbieder dan wel ambtshalve, voor alle gevallen waarin het in rekening wordt gebracht aan iemand die voor de prestatie waarop het tarief van toepassing is, niet is verzekerd bij een ziektekostenverzekeraar. Daarbij kunnen met betrekking tot de kring van hen aan wie het tarief rechtsgeldig in rekening kan worden gebracht, beperkingen worden gesteld;

  • e.

    ambtshalve, indien een beleidsregel als bedoeld in artikel 57 dat vordert;

  • f.

    ambtshalve, indien de zorgautoriteit daarbij een grens als bedoeld in artikel 50, tweede lid, vaststelt.

Artikel

53

De zorgautoriteit past artikel 50, eerste lid, onderdeel d, toe:

Artikel

54

Artikel

55

Artikel

56

Paragraaf

4.5

Vaststelling van bijdragen en vereffeningen

Artikel

56a

Artikel

56b

Paragraaf

4.6

Beleidsregels

Artikel

57

Artikel

58

Artikel

59

De zorgautoriteit stelt niet dan na een aanwijzing van Onze Minister op grond van artikel 7, eerste lid, onder b, een beleidsregel vast met betrekking tot:

  • a.

    het toepassen van artikel 50, eerste lid, onderdeel a, b of c, indien voor de betrokken prestatie of voor een betrokken categorie van zorgaanbieders met betrekking tot de betrokken prestatie nog geen zodanige beleidsregel geldt;

  • b.

    het wijzigen van een beleidsregel met betrekking tot de vaststelling van een tarief als bedoeld in artikel 50, eerste lid, onderdeel a, b of c, in die zin dat de bij die beleidsregel betrokken prestatie onder een andere tariefsoort als bedoeld in die onderdelen komt te vallen;

  • c.

    het vaststellen van een grens als bedoeld in artikel 50, tweede lid;

  • d.

    het wijzigen van een beleidsregel met betrekking tot de vaststelling van een grens als bedoeld in de onderdelen van artikel 50, tweede lid, in die zin dat de in die beleidsregel genoemde grens onder een andere grenssoort als bedoeld in die onderdelen komt te vallen;

  • e.

    het vaststellen van een bedrag als bedoeld in artikel 56a en 56b;

  • f.

    een experiment als bedoeld in artikel 58.

Hoofdstuk

5

Informatie

Artikel

60

Artikel

61

Artikel

62

Artikel

63

De in dit hoofdstuk bedoelde gegevens en inlichtingen dienen volledig en naar waarheid te worden verstrekt.

Artikel

65

Onze Minister geeft bij ministeriële regeling aan:

  • a.

    welke van de in artikel 60 onderscheiden categorieën van persoonsgegevens noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de in die regeling aangewezen taken en bevoegdheden van de zorgautoriteit;

  • b.

    welke van de in artikel 60 onderscheiden categorieën van persoonsgegevens de zorgautoriteit mag verstrekken aan de in artikel 70 genoemde instanties ten behoeve van de uitoefening van hun taken en bevoegdheden.

Artikel

66

Artikel

67

Artikel

68

Artikel

68a

Artikel

69

Artikel

70

Artikel

70a

Een ieder verstrekt op verzoek aan Onze Minister of aan een door Onze Minister aangewezen persoon kosteloos alle inlichtingen en gegevens, niet zijnde persoonsgegevens als bedoeld in de Wet bescherming persoonsgegevens, die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van artikel 91 van de toepassingsverordening en artikel 20 van Richtlijn 2011/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 betreffende de toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg (PbEU 2011, L 88).

Artikel

71

De griffiers of secretarissen van de in de Wet op de rechterlijke organisatie bedoelde gerechten, van de Centrale Raad van Beroep, van het College van Beroep voor het bedrijfsleven en van de tuchtcolleges, bedoeld in artikel 47, derde lid, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, verstrekken aan Onze Minister, aan de zorgautoriteit, aan de FIOD-ECD of aan een krachtens artikel 72 aangewezen persoon vrij van alle kosten alle gegevens en uittreksels uit of afschriften van vonnissen, arresten, uitspraken, registers, en andere stukken, die ten behoeve van de uitvoering van deze wet van hen worden verlangd.

Hoofdstuk

6

Handhaving

Paragraaf

6.1

Algemeen

Artikel

72

Artikel

73

Degenen die ingevolge artikel 72 belast zijn met toezicht op de naleving en degenen die ingevolge artikel 17 van de Wet op de economische delicten belast zijn met de opsporing van hetgeen bij of krachtens deze wet is bepaald of strafbaar is gesteld, verstrekken elkaar alle gegevens en inlichtingen voor zover dat noodzakelijk is voor de uitoefening van hun taak.

Artikel

74

De zorgautoriteit heeft een meldpunt voor het ontvangen van gegevens en inlichtingen omtrent feiten en omstandigheden die mogelijk niet in overeenstemming zijn met het bij of krachtens de wet bepaalde.

Artikel

75

De zorgautoriteit maakt openbaar op welke wijze zij van plan is uitvoering te geven aan de in dit hoofdstuk aan haar toegekende taken en bevoegdheden.

Paragraaf

6.2

Aanwijzingen

Artikel

76

Artikel

77

De zorgautoriteit kan uit hoofde van haar taak, bedoeld in artikel 16, onder b en c, een aanwijzing geven aan een zorgverzekeraar, dan wel aan een verzekeraar die verzekeringen als zorgverzekering aanbiedt of uitvoert die niet aan het bepaalde bij of krachtens de Zorgverzekeringswet voldoen.

Artikel

78

Artikel

78c

Artikel

78d

De zorgautoriteit kan uit hoofde van haar taak, bedoeld in artikel 16, onder k, een aanwijzing geven aan een orgaan van de woonplaats, een orgaan van de verblijfplaats of een bevoegd orgaan, die niet voldoet aan het bepaalde bij of krachtens artikel 123 van de Zorgverzekeringswet alsmede, voor zover het zorg betreft, de socialezekerheidsverordening, de toepassingsverordening of de verdragen inzake sociale zekerheid waarbij Nederland partij is.

Artikel

79

Artikel

80

Artikel

81

Artikel

81a

Artikel

81b

Paragraaf

6.3

Bestuursdwang en last onder dwangsom

Artikel

83

Paragraaf

6.4

Bestuurlijke boete

Artikel

85

Artikel

86

Artikel

87

Artikel

92

Artikel

93

Vervallen

Artikel

94

Vervallen

Artikel

95

Vervallen

Artikel

96

Vervallen

Artikel

97

Vervallen

Artikel

98

Vervallen

Artikel

99

Vervallen

Artikel

100

Vervallen

Artikel

101

Vervallen

Artikel

102

Vervallen

Artikel

103

Vervallen

Paragraaf

6.5

Afdracht dwangsommen, boetes en andere invorderingen

Artikel

104

Paragraaf

6.6

Rechtsbescherming

Artikel

105

Met betrekking tot besluiten waarbij consumenten of patiënten belanghebbend kunnen zijn, worden voor de toepassing van artikel 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht, op landelijk niveau werkzame consumenten- en patiëntenorganisaties als belanghebbenden aangemerkt.

Artikel

106

Vervallen

Hoofdstuk

7

Wijzigingen in andere wetten

Artikel

108

Wijzigt de Zorgverzekeringswet.

Artikel

109

Wijzigt de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten.

Artikel

110

Wijzigt de Wet op de economische delicten.

Artikel

111

Wijzigt de Wet financiering sociale verzekeringen.

Artikel

112

Wijzigt de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen.

Artikel

113

Wijzigt de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers.

Artikel

114

Wijzigt de Wet werk en bijstand.

Artikel

115

Wijzigt de Wet werk en inkomen kunstenaars.

Artikel

116

Wijzigt de Ambtenarenwet.

Artikel

117

Wijzigt de Wet toelating zorginstellingen.

Artikel

118

Wijzigt de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg.

Artikel

119

Wijzigt de Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet.

Artikel

120

Wijzigt de Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie.

Artikel

121

Wijzigt de Mededingingswet.

Hoofdstuk

8

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

122

In afwijking van artikel 4 kan de zorgautoriteit gedurende vier jaar, te rekenen vanaf de inwerkingtreding van artikel 4 van deze wet, uit ten hoogste vier leden bestaan.

Artikel

123

Artikel

124

Artikel

125

Wijzigt de Mededingingswet.

Artikel

126

Wijzigt deze wet.

Artikel

127

Onze Minister zendt voor 1 januari 2009 een verslag aan de Staten-Generaal over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk. Hierin wordt in ieder geval aandacht besteed aan:

  • a.

    de manier waarop de beslissingen van de zorgautoriteit hebben bijgedragen aan het bereiken van de doelstelling van de wet;

  • b.

    het vaststellen van de aanmerkelijke marktmacht;

  • c.

    de mate waarin de wet heeft bijgedragen aan het terugdringen van de bureaucratie;

  • d.

    de effectiviteit en wenselijkheid van tariefsregulering;

  • e.

    de taken die betrekking hebben op het mededingingsrecht.

Artikel

128

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel

129

Deze wet wordt aangehaald als: Wet marktordening gezondheidszorg.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te ’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport , J. F.Hoogervorst
De Minister van Justitie , J. P. H.Donner