Artikel
I
Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden
Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden
Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden
Wijzigt de Wet op het financieel toezicht.
Artikel 1:112 van de Wet op het financieel toezicht is niet van toepassing op:
beloningen over perioden waarin voorafgaand aan de inwerkingtreding van dat artikel steun is genoten, indien die steun reeds voor 6 oktober 2011 was verleend en voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van dat artikel was beëindigd;
beloningen van dagelijks beleidsbepalers, niet zijnde bestuurders, voor zover het steun betreft die is verleend aan een financiële onderneming voor 7 februari 2012.
Artikel 1:112, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Wet op het financieel toezicht is, indien een financiële onderneming op het tijdstip van inwerkingtreding van dat artikel steun geniet en deze steun reeds voor 6 oktober 2011 was verleend, niet van toepassing op reeds voor 26 oktober 2011 toegekende, maar nog niet uitgekeerde beloningen van haar bestuurders.
In afwijking van artikel 1:112, eerste lid, onderdeel b, van de Wet op het financieel toezicht wordt, indien een financiële onderneming op het tijdstip van inwerkingtreding van dat artikel steun geniet, en deze steun reeds voor 6 oktober 2011 was verleend, bij het bepalen van de waarde van de overige delen van de beloning van haar bestuurders uitgegaan van de waarde die deze overige delen van de beloning hadden op het tijdstip van inwerkingtreding van dat artikel, met dien verstande dat de voor de toepassing van artikel 1:112, eerste lid, onderdeel b, in acht te nemen waarde ten hoogste 120% van de waarde op 26 oktober 2011 bedraagt.
In een geval als bedoeld in artikel 1:112, vijfde of zesde lid, van de Wet op het financieel toezicht wordt voor de toepassing van het tweede en derde lid voor «financiële onderneming» gelezen: de aan het hoofd van de groep staande groepsmaatschappij, onderscheidenlijk de binnen de groep hiërarchisch hoogste groepsmaatschappij met zetel in Nederland.
In afwijking van artikel 1:102, derde lid, van de Wet op het financieel toezicht beslist de Autoriteit Financiële Markten binnen twaalf maanden na ontvangst op een aanvraag van een vergunning voor het in Nederland aanbieden van beleggingsobjecten als bedoeld in artikel 1:1 van die wet, voor zover die aanvraag is ingediend door een natuurlijke persoon, rechtspersoon of vennootschap die voor 1 januari 2012 beleggingsobjecten heeft aangeboden voor een nominaal bedrag van ten minste € 50 000 en minder dan € 100 000. Bij ministeriële regeling kan die termijn twee maal worden verlengd met een periode van ten hoogste zes maanden.
Deze wet, met uitzondering van de artikelen IV, V en Va, treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen verschillend kan worden vastgesteld.
De artikelen IV, V en Va treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst. De artikelen IV en V werken, voor financiële ondernemingen waaraan na 6 oktober 2011 steun wordt verleend, terug tot en met 6 oktober 2011.
Deze wet wordt aangehaald als: Wet aansprakelijkheidsbeperking DNB en AFM en bonusverbod staatsgesteunde ondernemingen.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.