Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 12 juni 2012, nr. IENM/BSK-2012/30838, houdende vaststelling van regels inzake geluidproductieplafonds voor wegen en spoorwegen, geluidsbelastingkaarten en actieplannen (Regeling geluid milieubeheer)

Regeling geluid milieubeheer

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
Gelet op richtlijn nr. 2002/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 25 juni 2002 inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai (PbEG L 189) en de artikelen 11.1, 11.5, 11.9, vierde lid, 11.22, vijfde lid, 11.25, achtste lid, 11.30, vijfde lid, 11.33, zevende lid, onderdeel c, 11.51, tweede lid, en 11.56, vijfde lid, van de Wet milieubeheer en de artikelen 21, 22, 23, tweede lid, 27 en 31, vierde en vijfde lid, van het Besluit geluid milieubeheer;

Besluit:

§

1

Algemeen

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • afschermende objecten: ter verbetering van de kwaliteit van het milieu direct langs een weg of spoorweg geplaatste wallen en schermen;

  • besluit: Besluit geluid milieubeheer;

  • bronregisterlijn: lijn die betrekking heeft op een gedeelte van een weg of spoorweg en die bij bepaling van de geluidproductie volgens de in bijlage V bij het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012 beschreven regels wordt gebruikt als rijlijn of bronlijn als bedoeld in het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012;

  • emissietraject: gedeelte van een spoorweg waarop de geluidemissie constant kan worden verondersteld;

  • etmaalperiode: gedeelte van een etmaal, waarover het equivalent geluidsniveau wordt bepaald;

  • plafondcorrectiewaarde: getal waarmee de geluidemissie wordt vermeerderd met betrekking tot een daarbij aangegeven gedeelte van een weg of spoorweg ten behoeve van het bepalen van de geluidproductie dan wel de geluidsbelasting;

  • rekeneenheid: locomotief, treinstel, rijtuig of wagen, indien deze deel uitmaakt van het spoorvoertuigtype;

  • spoorvoertuigtype: verzameling spoorvoertuigen die technisch en uiterlijk dezelfde kenmerken hebben;

  • wet: Wet milieubeheer.

§

2

Brongegevens

Artikel

2

Artikel

3

Als brongegevens als bedoeld in artikel 11.1 van de wet worden met betrekking tot een spoorweg aangewezen:

  • a.

    het aantal rekeneenheden van een spoorvoertuigtype als bedoeld in hoofdstuk 1 van bijlage IV bij het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012 dat jaarlijks per uur, gemiddeld over een etmaalperiode, op een bepaald emissietraject passeert;

  • b.

    de voor het betreffende emissietraject, per etmaalperiode, representatief te achten snelheid per spoorvoertuigtype als bedoeld in hoofdstuk 1 van bijlage IV bij het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012 met onderscheid naar stoppende en doorgaande treinen;

  • c.

    de bronregisterlijnen van de spoorweg, vastgelegd in x-, y- en z-coördinaten;

  • d.

    de spoorstaafruwheid, bepaald overeenkomstig bijlage IV bij het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012;

  • e.

    de bovenbouwconstructie per spoor van de spoorweg;

  • f.

    de aanwezigheid van een wissel;

  • g.

    de afmetingen en ligging van afschermende objecten vastgelegd in x-, y- en z-coördinaten;

  • h.

    de plafondcorrectiewaarde.

§

3

Agglomeraties, geluidsbelastingkaarten en actieplannen

Artikel

4

Als agglomeratie als bedoeld in artikel 11.5 van de wet worden aangewezen:

  • a.

    de agglomeratie Amsterdam/Haarlem, omvattende de gemeenten:

    Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Bennebroek, Beverwijk, Bloemendaal, Diemen, Haarlem, Haarlemmermeer, Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Heemskerk, Heemstede, Ouder-Amstel, Uithoorn, Velsen, Zaanstad, Zandvoort;

  • b.

    de agglomeratie Den Haag/Leiden, omvattende de gemeenten:

    Delft, Den Haag, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland, Oegstgeest, Pijnacker-Nootdorp, Rijnsburg, Rijswijk, Valkenburg, Voorschoten, Wassenaar, Westland, Zoetermeer;

  • c.

    de agglomeratie Eindhoven, omvattende de gemeenten:

    Best, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Helmond, Nuenen, Gerwen en Nederwetten, Veldhoven;

  • d.

    de agglomeratie Heerlen/Kerkrade, omvattende de gemeenten:

    Brunssum, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Nuth, Voerendaal;

  • e.

    de agglomeratie Rotterdam/Dordrecht, omvattende de gemeenten:

    Albrandswaard, Barendrecht, Capelle aan den IJssel, Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Maassluis, Papendrecht, Ridderkerk, Rotterdam, Rozenburg, Schiedam, Sliedrecht, Spijkenisse, Vlaardingen, Zwijndrecht;

  • f.

    de agglomeratie Utrecht, omvattende de gemeenten:

    Houten, Maarssen, Nieuwegein, Utrecht, IJsselstein;

  • g.

    de agglomeratie Alkmaar, omvattende de gemeenten:

    Alkmaar, Bergen, Heiloo, Heerhugowaard, Langedijk;

  • h.

    de agglomeratie Enschede, omvattende de gemeenten:

    Almelo, Enschede, Hengelo;

  • i.

    de agglomeratie Gouda, omvattende de gemeenten:

    Alphen aan de Rijn, Boskoop, Gouda, Waddinxveen;

  • j.

    de agglomeratie Hilversum, omvattende de gemeenten;

    Blaricum, Bussum, Hilversum, Huizen, Laren, Naarden, Weesp;

  • k.

    Almere;

  • l.

    Amersfoort;

  • m.

    Apeldoorn;

  • n.

    Arnhem;

  • o.

    Breda;

  • p.

    Den Bosch;

  • q.

    Groningen;

  • r.

    Maastricht;

  • s.

    Nijmegen;

  • t.

    Tilburg;

  • u.

    Zwolle.

Artikel

5

De geluidsbelastingkaarten die de Minister ter beschikking worden gesteld bestaan uit de tabellen, bedoeld in de artikelen 10 en 13 van het besluit.

Artikel

6

Voor de toepassing van hoofdstuk 3 van het besluit wordt het aantal bewoners van woningen bepaald door het aantal woningen te vermenigvuldigen met 2,2.

Artikel

8

Artikel

9

Het percentage bewoners van woningen per geluidsbelastingklasse dat door een of meer geluidsbronnen wordt gehinderd of ernstig gehinderd dan wel van wie daardoor de slaap wordt verstoord, wordt bepaald door middel van de desbetreffende in bijlage 2 bij deze regeling opgenomen dosis-effectrelatie.

§

4

Geluidbeperkende maatregelen en doelmatigheidscriterium

Artikel

11

§

5

Geluidregister

Artikel

12

Het geluidregister, bedoeld in artikel 11.25 van de wet, bevat naast de in het derde lid van dat artikel genoemde gegevens, mede:

  • a.

    de ligging van de referentiepunten vastgelegd door middel van rijksdriehoekcoördinaten;

  • b.

    een aanduiding of de sanering van de betreffende weg of spoorweg is afgerond.

Artikel

13

De Minister voor Infrastructuur en Milieu draagt zorg voor een openbaar toegankelijk geluidregister.

Artikel

14

§

6

Cumulatie

Artikel

16

Een onderzoek naar de effecten van samenloop als bedoeld in artikel 11.33, zevende lid, onderdeel c, van de wet kan in elk geval achterwege blijven indien:

  • a.

    de geluidsbelasting als gevolg van vaststelling van het geluidproductieplafond vanwege de weg of spoorweg onder de waarde, bedoeld in artikel 11.30, eerste lid, van de wet blijft,

  • b.

    de geluidsbelasting als gevolg van wijziging van het geluidproductieplafond vanwege de weg of spoorweg onder de waarde, bedoeld in artikel 11.30, tweede lid, van de wet blijft, of

  • c.

    de geluidsbelasting vanwege de andere geluidsbron de voorkeurswaarde niet overschrijdt.

§

7

Slotbepalingen

Artikel

19

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling geluid milieubeheer.

Deze regeling zal met de bijlagen en de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,J.J.Atsma

Bijlage

1

bij artikel 8 van de Regeling geluid milieubeheer

Deel

A

Door burgemeester en wethouders aan de Minister van Infrastructuur en Milieu, gedeputeerde staten of een bevoegde autoriteit van een lidstaat van de Europese Unie op hun verzoek te verschaffen gegevens en inlichtingen:

  • ligging van woningen en andere geluidsgevoelige objecten als bedoeld in het besluit, met uitzondering van de geluidsgevoelige objecten, bedoeld in artikel 2, onderdelen g en i, van het besluit, binnen de begrenzing zoals aangegeven door de verzoekende instantie;

  • ligging van objecten in het gebied tussen bron en immissiepunt die van belang zijn voor de bepaling van de geluidsbelasting en de geluidsbelasting Lnight;

  • ligging van stille gebieden.

Deel

B

Door de Minister van Infrastructuur en Milieu, gedeputeerde staten of burgemeester en wethouders aan de betrokken burgemeester en wethouders of een bevoegde autoriteit van een lidstaat van de Europese Unie op hun verzoek te verschaffen gegevens en inlichtingen:

Wegverkeerslawaai:

  • de verkeersintensiteit van de onderscheidene categorieën motorvoertuigen, zoals die, in het voor de geluidsbelasting bepalende jaar, gemiddeld over een representatief tijdvak optreedt;

  • per onderscheidende categorie: de verdeling over de verschillende rijstroken van het betrokken weggedeelte;

  • de voor het betrokken weggedeelte representatief te achten gemiddelde snelheid van de onderscheidene categorieën motorvoertuigen;

  • het wegdektype per rijstrook van het betrokken weggedeelte;

  • wegligging vastgelegd in x-, y-, en z-coördinaten;

  • breedte van de weg;

  • de afmeting en ligging van afschermende objecten vastgelegd in x-, y-, en z-coördinaten;

  • de mate van absorptie van afschermende objecten.

Spoorweglawaai:

  • de verkeersintensiteit van de onderscheidene spoorvoertuigtypen, zoals die, in het voor de geluidsbelasting bepalende jaar, gemiddeld over een representatief tijdvak optreedt;

  • de representatief te achten snelheid van de onderscheidene spoorvoertuigtypen met onderscheid naar stoppende en doorgaande treinen;

  • de specifieke geluidemissies van de onderscheidene spoorvoertuigtypen;

  • de bronhoogten die representatief te achten zijn voor de betrokken spoorvoertuigtypen;

  • de mogelijke extra geluidemissie die optreedt bij het remmen van de betrokken spoorvoertuigtypen;

  • de voor het betreffende emissietraject karakteristieke baangesteldheid;

  • de wijze van spoorstaafoplegging;

  • baanligging vastgelegd in x-, y-, en z-coördinaten;

  • de afmeting en ligging van afschermende objecten vastgelegd in x-, y-, en z-coördinaten.

Industrielawaai:

Onderstaande gegevens dienen uitsluitend te worden verstrekt door het bevoegd gezag indien de desbetreffende bron een geluidsbelasting van 55 dB of meer dan wel 50 dB Lnight of meer ter plaatse van een woning veroorzaakt.

Gezoneerd industrieterrein:

  • de waarde van de geluidsbelasting zoals deze hoort bij de vastgestelde zone rond het industrieterrein;

  • de ligging van de vastgestelde zone.

Individuele inrichting:

Luchtvaartlawaai:

Door de Minister van Infrastructuur en Milieu op verzoek aan burgemeester en wethouders te verstrekken gegevens:

  • de ligging van een luchthaven;

  • de waarde(n) van de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting;

  • de ligging van de punten buiten de luchthaven waar de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting is vastgesteld.

Bijlage

2

bij artikel 9 van de Regeling geluid milieubeheer

Dosis-effectrelaties voor industrielawaai

55–59 dB

26

11

60–64 dB

35

17

65 dB of hoger

40

24

50–54 dB

7

55–59 dB

10

60–64 dB

13

64–69 dB

18

70 dB of hoger

20

Dosis-effectrelaties voor verkeerslawaai

55–59 dB

21

8

60–64 dB

30

13

65–69 dB

41

20

70–74 dB

54

30

75 dB of hoger

61

37

50–54 dB

7

55–59 dB

10

60–64 dB

13

64–69 dB

18

70 dB of hoger

20

Dosis-effectrelaties voor spoorweglawaai

55–59 dB

12

3

60–64 dB

19

6

65–69 dB

28

11

70–74 dB

40

18

75 dB of hoger

47

23

50–54 dB

3

55–59 dB

5

60–64 dB

6

64–69 dB

8

70 dB of hoger

10

Bijlage

3

bij de artikelen 10 en 11 van de Regeling geluid milieubeheer

Tabel 1 Bronmaatregelen, de randvoorwaarden en de maatregelpunten

Weg

Wegdek:

2-laags Zeer Open Asfalt Beton

– Voldoende verkeersintensiteit.

– Geen wringend of remmend verkeer.

– Snelheid meer dan 70 km per uur.

22 per 10 m2

Wegdek:

Dunne deklaag

– Snelheid niet boven 80 km per uur.

– Niet op kruisingen of rotondes.

9 per 10 m2

Spoorweg

Raildemper

– Niet tegen wissels of voegen.

– Alleen bij betonnen dwarsliggers.

– De afstand waarover raildempers worden aangelegd is ten minste gelijk aan tweemaal de afstand tussen de buitenste spoorstaaf en het dichtstbijzijnde geluidsgevoelige object.

46 per meter enkel spoor

Tabel 2 Overdrachtsmaatregelen, de randvoorwaarden en de maatregelpunten

Weg

Geluidscherm

– Bij toepassing van artikel 11.59 van de wet is de hoogte van het geluidscherm ten minste 2 meter.

Per strekkende meter bij een hoogte van:

1m

2m

3m

4m

5m

6m

7m

8m

elke m hoogte boven 8 m

53

93

133

173

212

251

289

327

44

Geluidwal

– Ruimtebeslag.

– Grondgesteldheid.

Gelijk aan het aantal maatregelpunten van een geluidscherm

Middenbermscherm

Niet van toepassing.

Per strekkende meter bij een hoogte van:

1m

2m

3m

4m

5m

6m

7m

8m

64

112

160

207

254

301

347

392

Schermtop (T-top)

– Op bestaand scherm passend.

– Passend in het profiel.

44

Spoorweg

Geluidscherm

Niet van toepassing.

Per strekkende meter bij een hoogte van:

1m

1,5 m

2m

3m

4m

elke m hoogte boven 4 m

66

89

112

155

197

42

Geluidwal

– Ruimtebeslag.

– Grondgesteldheid.

Gelijk aan het aantal maatregelpunten van een geluidscherm

Scherm tussen sporen

– Niet bij wissels.

Per strekkende meter bij een hoogte van:

1m

1,5 m

2m

3m

4m

66

89

112

155

197

Tabel 3 Overige geluidbeperkende maatregelen

Aanpassen en vervangen van een spoorbrug

Niet van toepassing.